Het einde van Karthago

De haven van Karthago

[Vijfde van zeven blogjes over de arabisering van de Maghreb. Het eerste was hier.]

Terwijl de Arabische legers oprukten naar Marokko, overleed kalief Yazid I, en gedurende anderhalf jaar was onduidelijk wie de macht zou overnemen. In 685 trad Abd al-Malik aan, die u kunt kennen als de bouwer van de Rotskoepel in Jeruzalem. Pas in 688 kon een nieuw Arabisch leger naar Ifriqiya komen, gecommandeerd door de stokoude Zuhayr ibn Qays, een van de metgezellen van de profeet Mohammed. Kusayla realiseerde zich dat het nog niet ommuurde Kairouan niet te verdedigen was en trok zich terug naar de westelijke bergen, maar werd verslagen en gedood.

Zuhayr kreeg de kans niet om zijn gezag in Ifriqiya afdoende te consolideren, want kort na de overwinning kreeg hij het bericht dat de Byzantijnen in de tegenaanval waren gegaan en de Cyrenaica hadden aangevallen. Zijn aanvoerlijnen waren afgesneden. Hij haastte zich terug en kwam om het leven in een gevecht met de Byzantijnse soldaten.

De vijfde Arabische aanval

Pas in 695 had Abd al-Malik zijn macht voldoende gevestigd om de situatie in het westen definitief te regelen. De generaal die hij aanwees, was Hassan ibn al-Nu‘man. Ik heb tot nu toe zelden de familierelaties van de diverse legeraanvoerders vermeld, omdat de stammen en clans de Nederlandstalige lezer weinig zeggen, maar in dit geval is misschien interessant dat hij behoorde tot de Ghassaniden, de groep die ooit de oostgrens van het Romeinse Rijk had bewaakt. Dit was oude Arabische adel.

Hassans eerste doelwit was Karthago. De stad was geen schim meer van wat ze geweest: de bevolking was door allerlei oorzaken sterk afgenomen, de handel was ingestort, de exarch regeerde over nauwelijks meer dan een paar dorpen in de omgeving, en de Byzantijnse vloten opereerden liever vanaf Sicilië. Daar waren ook de meeste Karthagers al heen gevlucht. Hassan kon de stad zonder problemen overmeesteren. Het even verderop gelegen Bizerte volgde. De Berbers die met de Byzantijnen verbonden waren, trokken zich terug naar de havenstad Annaba.

Maalga, de cisternen van Karthago

De Byzantijnen waren echter nog niet voorgoed uit Ifriqiya verdreven. Een vloot heroverde Karthago, waarop Hassan de stad voor de tweede keer innam. Ditmaal maakte hij de stad voorgoed onbewoonbaar: hij sloopte de muren, hij vernietigde de Maalga-cisterne en hij blokkeerde de twee havenbekkens. Deze tweede, grondige verovering van Karthago betekende dat de stad nog eeuwenlang militair geen betekenis meer zou hebben. De Byzantijnen keerden nooit meer terug.

[wordt vervolgd]

#AbdAlMalik #Algerije #Altava #ArabischeVeroveringen #Berbers #Cyrenaïca #Ghassaniden #HassanIbnAlNuMan #Ifriqiya #Kairouan #KalifaatVanDamascus #Karthago #Tunesië #Umayyaden #UqbaIbnNafiAlFihri #YazidI #ZuhayrIbnQays

Provinciale herindelingen

Africa (Musée des beaux-arts, Lyon)

Dit wordt een saai blogje. Ik schrijf het vooral voor mezelf, omdat ik even wat dingen op een rijtje wil hebben. Dus u moet het maar niet lezen, tenzij provinciale herindelingen uw hobby zijn.

Maar het zit dus zo. Als u in de eerste helft van de tweede eeuw v.Chr. naar de Maghreb had gekeken, dan lag in het oosten, waar nu Tunesië ligt, het gebied waarover de stad Karthago de scepter zwaaide. Reisde u naar het westen, dan arriveerde u in Numidië, en dat bestond uit het gebied van twee groepen: in het oosten de Massyliërs en in het westen de Masaeisyliërs. De koning van de Numidische volken is op dat moment Massinissa; hij resideerde in Cirta, het huidige Constantine. Nog wat verder naar het westen, zeg maar in wat wij Marokko noemen, leefden de Mauri.

De Romeinse Republiek

Massinissa breidde zijn rijk gestaag uit naar het oosten, ten koste van Karthago. Rond 173 veroverde hij Dougga en kort voor 150 Bulla, dat sindsdien Bulla Regia heette, het “koninkijke Bulla”. Omdat de Romeinen voorzagen dat Massinissa’s volgende verovering Karthago zou zijn, wat betekende dat er opnieuw een supermacht was in de Maghreb, annexeerden ze het gebied in 146 zelf. Karthago werd verwoest en de hoofdstad van de provincie Africa was daarom het oeroude Utica.

Een eeuw later raakte Julius Caesar verwikkeld in een conflict met de Numidische koning Juba I, die aanvankelijk succes had, zich verbond met Caesars tegenstanders en in 46 v.Chr. met hen werd verslagen in de slag bij Thapsus. Van het westelijk deel van zijn koninkrijk, Masaesylië dus, maakte de Mauri-vorst Bochus II zich meester, de broer van Caesars bondgenoot Bogud, die zelf regeerde over de Mauri in het huidige Marokko.

Het oostelijk deel van het rijk van Juba, Massylië, werd nu Romeins. Een deel daarvan werd als Africa Nova toegevoegd aan Africa, terwijl het deel rond Cirta in handen viel van de Romeinse vrijbuiter Publius Sittius. Later werd ook dit geannexeerd, maar Cirta en drie andere steden behielden enige autonomie.

De Romeinse keizertijd

Na de burgeroorlogen die volgden op de moord op Caesar werden Africa en Africa Nova verenigd tot Africa Proconsularis, met als hoofdstad het inmiddels herbouwde Karthago. Binnen deze provincie behield Cirta dus enige autonomie, en verder was er een zone onder militair gezag die wordt aangeduid als Numidia. Hier had de commandant van het Derde Legioen Augusta het voor het zeggen.

Stand van zaken in de tijd van keizer Augustus en keizer Tiberius:

  • in het verre westen de Mauri in het huidige Marokko, geregeerd door Juba II;
  • middenin de Masaesyliërs, eveneens geregeerd door Juba II, met als voornaamste stad Iol Caesarea (Cherchell).
  • in het oosten de Romeinse provincie Africa Proconsularis, bestuurd vanuit Carthago,
    • met de semi-autonome steden rond Cirta;
    • met de militaire zone Numidia.

In het jaar 40 na Chr. annexeerde keizer Caligula Mauretanië, dat twee jaar later door zijn opvolger Claudius werd gesplitst in een westelijk Mauretania Tingitana en een oostelijk Mauretania Caesarea. Ondanks de naam Mauretania was dit gebied traditioneel dat van de Numidische Masaesyliërs.

Nog wat latere aanpassingen: keizer Septimius Severus maakte de militaire zone Numidië tot een zelfstandige provincie met als hoofdstad Lambaesis. Een eeuw later splitste Diocletianus Africa Proconsularis in drieën, die Africa Proconsularis, Byzacena en Tripolitana heetten, terwijl de vier autonome steden in het westen van Africa voortaan bekendstonden als Numidia Cirtensis. Deze vijf provincies en de twee Mauretanische provincies vormden samen het diocees Africa.

Ik zei toch dat dit een saai blogje zou zijn? En hoewel ik hier even op heb zitten puzzelen, ben ik nog steeds niet helemaal zeker van mijn zaak.

#AfricaProconsularis #Algerije #Augustus #BochusII #Bogud #BullaRegia #Caligula #Cherchell #Cirta #Claudius #Diocletianus #Dougga #IolCaesarea #JubaI #JubaII #JuliusCaesar #Karthago #Lambaesis #Marokko #Masaeisyliërs #Massinissa #Massyliërs #Mauri #Numidië #PubliusSittius #SeptimiusSeverus #Thapsus #Tiberius #Tunesië #Utica

Saturnus Africanus (1)

Saturnus Africanus (Musée du Bardo, Tunis)

Je hoeft geen Latijn te kennen om te begrijpen dat “Saturnus Africanus” de godheid Saturnus is zoals die werd vereerd met Afrikaanse rituelen. Wie Tunesië, Algerije of Marokko bezoekt, kan niet om deze Romeinse godheid heen, al was het maar omdat hij staat vermeld in bijna 2500 gepubliceerde Latijnse inscripties, gevonden van Karthago in het oosten tot Volubilis in het westen. Vaak staat hij op die inscripties ook afgebeeld; er zijn verder honderden afbeeldingen zonder tekst. Ook zijn 200 cultusplaatsen bekend. Het bovenstaande reliëf was tien jaar geleden een van de pronkstukken op de Karthago-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden; als u het daar niet zag, zult ervoor Tunis moeten, naar het Bardo-museum.

Van boven naar beneden herkent u de god, gezeten op een troon, met een scepter en een snoeimes in de hand, met vóór hem het hoofd van óf zijn echtgenote Venus Caelestis óf de zon. Onder hem ziet u degene die deze stèle heeft opgericht. Hij staat op het punt een lam te offeren. De vlammen laaien al op van het altaar. Er zijn honderden van dit soort afbeeldingen. De baardige godheid draagt vaak een kleed over het hoofd en gaat niet zelden vergezeld van de goddelijke Tweelingen of de Zon en Maan.

Hammon, Ba’al, Kronos, Saturnus

De Maghrebijnse Saturnus is een meervoudige godheid. Voor zover te reconstrueren was er eerst een Fenicische godheid, meegenomen door de Fenicische kolonisten aan de kust, en gecombineerd met een lokale godheid die we niet kennen. Deze Ba’al Hammon werd de stadsgod van Karthago, en had Tanit als echtgenote. Of zij een Fenicische of een plaatselijke godin is, is onbekend. De Grieken stelden de Karthaagse Ba’al Hammon gelijk aan hun Kronos, wat opmerkelijk is, aangezien ze in Fenicië de god El gelijkstelden aan hun Kronos. Toen de Romeinen de Maghreb overnamen, stelden ze de lokale Hammon ≡ de Fenicische Ba’al ≡ de hellenistische Kronos gelijk aan hun Saturnus, en omdat de inscripties zijn gesteld in het Latijn, is hij onder die naam het beste bekend.

Tanit werd voortaan aangeduid als Venus Caelestis, “hemelgodin”, wat ook al wonderlijk is, omdat de hemelgod meestal mannelijk is. Bovendien wordt Tanit ook gelijkgesteld aan Juno.

Saturnus Africanus met de goddelijke Tweelingen (Archeologisch museum, Sétif)

Wiens syncretisme?

Wat dit alles betekent? In elk geval dat de Grieken en Romeinen de lokale ideeën niet zomaar naar hun hand konden zetten. Ze konden zelf dan wel denken dat de hemel mannelijk was, maar konden er in de Maghreb niet omheen dat men het daar anders zag. En in de klassieke teksten mocht Kronos dan de Griekse naam zijn van de oosterse El, in Africa was Kronos/Saturnus gelijk aan Ba’al Hammon. De Romeinen hadden het maar te accepteren.

Dat de gelijkstelling niet plaatsvond op Romeinse maar inheemse voorwaarden, wordt bevestigd door het feit dat er geen Saturnus-inscripties bekend zijn uit Tripolitana, hoewel die regio in het noordoosten van het huidige Libië wél behoorde tot de provincie Africa Proconsularis. Als de Romeinen het syncretisme hadden verzonnen, zou de godheid overal Saturnus hebben geheten, maar de bewoners van Tripolitana bepaalden anders. Hier vinden we dus de verering van Jupiter Ammon.

Saturnus Africanus had ook geen Italisch takenpakket. Daar was Saturnus een vrij onbeduidende graangod. In de Maghreb was Saturnus een schepper, zorgde voor regen, beschermde behalve het graan ook andere gewassen, regelde de vruchtbaarheid van de dieren en mensen, liet de zon en maan opkomen, was aanwezig op grafvelden, garandeerde een eeuwig leven en beschermde de koning (bijvoorbeeld Juba II) en de keizer. Ook de verstedelijking ressorteerde onder Saturnus. Wat we dus zien is niet de romanisering van een Maghrebijnse godheid, maar de maghrebisering van een Italische god.

Evengoed waren er Romeinse invloeden, zoals de afbeeldingen met guirlandes en de geleidelijke vervanging van cultusplaatsen in het open veld of op heuveltoppen door meer klassieke tempels. Tertullianus, een christelijke auteur die uit Africa stamde en er dus met z’n neus bovenop zat, kent een andere Romeinse invloed: hij vertelt dat de kinderoffers die ooit aan de oude god werden gebracht, ten tijde van keizer Tiberius waren verboden. Op afbeeldingen zien we dat in plaats van een kind een schaap werd geofferd.

Een heuveltop met een tempel van Saturnus Africanus (Thuburbo Maius)

Uiteindelijk maakte de verering van de Maghrebijnse Saturnus plaats voor de overal in de Romeinse wereld steeds populairdere Christus. De inscripties en afbeeldingen worden zeldzamer naarmate het christendom populairder wordt. De laatste precies dateerbare Saturnus-inscriptie is uit 272, maar er zijn nog afbeeldingen uit de vierde eeuw en munten uit de tijd van de tijd van Theodosius I (r.378-395). De tempel van Venus Caelestis in Karthago functioneerde nog in het eerste kwart van de vijfde eeuw.

[wordt vervolgd]

#AfricaProconsularis #Algerije #BaälHammon #El #inscriptie #JubaII #Karthago #Kronos #Marokko #MauretaniaCaesariensis #MauretaniaTingitana #mensenoffer #Numidië #RomeinseReligie #Saturnus #SaturnusAfricanus #schaap #syncretisme #Tanit #Tertullianus #TheodosiusI #Tiberius #Tunesië #TweelingenHalfgoden_ #VenusPlaneet_ #VenusCaelestis #Volubilis

Ich floh vor Excel-Höllen – fand am Golf von Neapel mein Schicksal. Die Lagune flüsterte von einem goldenen Dolch. Procidas alte Steine führten mich zu einer Karte... und einem Verfolger mit Eisaugen. Jetzt jagt mich die Frage: Wer löst hier wen – und zu welchem Preis?
https://euro-agentur.de/bau-stein-garten-landschaft.htm
#Mystik #Schicksalsfäden #Neapel #GolfVonNeapel #Abenteuer #Karthago #Procida #Spannung #Geheimnisse #Reisegeschichten #Venedig #Burano

🎧NEUE FOLGE🎧

Nach dem Sieg über #Karthago schaut Rom gen Osten. Dort herrschen unter anderem die Makedonen, welche die Punier im Krieg unterstützt hatten. Aber dass der Feldzug nach #Griechenland mehr als Rache war, schildert @drcrollinger.bsky.social hier: https://geschichteeuropas.podigee.io/529-529

De Huurlingenoorlog (1)

Borstpantser, mogelijk gebruikt door een kleine Italische huurling in de Huurlingenoorlog (Musée national du Bardo, Tunis)

Ik heb in het verleden regelmatig geblogd over Karthago en de Punische Oorlogen tegen de Romeinen. De Huurlingenoorlog (241-238 v.Chr.) heb ik echter nog nooit behandeld, terwijl dat een fascinerend onderwerp is. Het was een humanitaire catastrofe zonder weerga.

Eigenlijk is de naam “Huurlingenoorlog” net zo eufemistisch als de naam die de geschiedschrijver Polybios gebruikt: “de oorlog die de Verdragloze wordt genoemd”. Dat geeft weliswaar aan dat het conflict absoluut en onverzoenlijk was, maar het woord “oorlog” suggereert dat er definieerbare fronten en strijdende partijen waren. Maar zo geordend was het niet. Het was een bewapend conflict van allen tegen iedereen.

Het conflict begon in de laatste weken van de Eerste Punische Oorlog. De Romeinen hadden bij de Egadische Eilanden de Karthaagse vloot verslagen en de Karthaagse soldaten op Sicilië, vrijwel allemaal huurlingen, wisten dat ze nooit meer bevoorraad zouden worden. Ze capituleerden en mochten vertrekken naar Afrika. Daar veroorzaakten ze al snel de totale anarchie.

Ontevreden huurlingen

Geskon, de officier met de weinig benijdenswaardige taak opdracht de capitulatie te regelen, liet in de zomer van 241 v.Chr. de soldaten in groepjes laten terugkeren, opdat de Karthaagse autoriteiten hun regiment voor regiment konden betalen en demobiliseren. De voorzorgsmaatregel bevestigt dat er al problemen waren met de betaling van de soldaten, die al eerder in opstand waren gekomen.

De Karthaagse betaalmeesters gaven de manschappen een voorschot en stuurden ze door naar Sikka, 180 kilometer naar het westen, het huidige El Kef. Het is mogelijk dat ze opdracht kregen hierheen te gaan omdat de Karthagers hen het liefst zo ver mogelijk wilden hebben, maar het kan ook zijn dat oorlog dreigde met Numidië, of allebei.

Niet veel later arriveerde Hanno de Grote, een vooraanstaand politicus, om de huurlingen de situatie uit te leggen: Karthago had geen geld in kas en hoopte dat ze genoegen konden nemen met minder. Misschien zouden de manschappen, die wisten hoe slecht het ervoor stond, er enige redelijkheid in hebben kunnen herkennen en was er met rustig onderhandelen een acceptabel compromis mogelijk geweest, maar de tolken gaven de boodschap niet goed door en de Iberiërs, Kelten, Liguriërs, Balearen, Libiërs en Grieken beschouwden Hanno’s voorstel als onacceptabel. De strijdmacht rukte van Sikka op naar Tunis.

Ontevreden boeren

Er was nog meer ontevredenheid. De boeren waren de voorgaande jaren gedwongen geweest de helft van hun oogst af te staan aan Karthago, wat in elke voorindustriële samenleving absurd veel is. Ook de steden in het Karthaagse achterland hadden reden tot kwaadheid, want ze hadden dubbel tribuut moeten betalen. De onvrede greep om zich heen, en toen de 20.000 man sterke huurlingenschare was aangekomen in Tunis, wist de Karthaagse Raad van Ouden niet beter dan in te stemmen met de eis tot onmiddellijke betaling.

Nu roken de huurlingen bloed, en ze bedachten meteen enkele aanvullende kostenposten. Generaal Hamilkar Barka bleek als onderhandelaar onacceptabel – hij had in Sicilië betalingen toegezegd die nooit waren gedaan – maar Geskon had meer succes. Hij betaalde de eerste regimenten en begon soldaten naar huis te sturen.

Naar een Huurlingenoorlog

Sommige mannen hadden echter geen belang bij een oplossing. Zo was daar Spendius, een weggelopen slaaf uit Italië die niets te winnen had bij demobilisatie. Hij zou dan immers terug moeten naar zijn meester. Verder was er de Libiër Matho, die als een van de leiders van het oproer de aandacht al had getrokken en wist dat als het huurlingenleger eenmaal ontbonden was, niets hem zou beschermen wanneer de Karthagers een prijs op zijn hoofd zouden zetten. Door hun gestook – althans, zo presenteert Polybios het – liep Geskons poging de gemoederen tot bedaren te brengen uit op niets.

De opstandelingen namen de Karthaagse officier gevangen, en toen duidelijk was dat ze Karthago zouden aanvallen, kregen ze de steun van de uitgebuite Libische boeren. “De mannen hadden geen aansporing nodig,” noteert Polybios, die ook het oncontroleerbare aantal van 70.000 opstandige boeren vermeldt.

Even oncontroleerbaar is dat de vrouwen hun sieraden afstonden om soldij te betalen. Misschien gebeurde het echt, maar het is wel een cliché in de antieke literatuur. De munten uit deze jaren suggereren dat de huurlingen in dienst traden van de verenigde steden in het Karthaagse achterland, die een eigen leider hadden, Zarzas. Dat zal althans de officiële fictie zijn geweest in een tijd waarin het recht van de sterkste bepalend was.

[Wordt vervolgd; dit blogje was gebaseerd op een hoofdstuk uit mijn boek De vergeten oorlog. Wat mij betreft bestelt u het en doet u het iemand cadeau met Sint-Nikolaas. Maar u kunt natuurlijk ook mijn nieuwe boek bestellen, Oudheidkunde is een wetenschap. Mijn uitgever is goed voor me geweest en wil ook wel eens een bestseller hebben.]

#ElKef #Geskon #HamilkarBarka #HannoDeGrote #huurlingen #Huurlingenoorlog #Karthago #Matho #Polybios #soldij #Spendius #Tunesië #Tunis #Zarzas

Podcast: Erster Punischer Krieg: Rom versenkt Karthagos Flotte

Am 10. März 241 v.Chr. gewinnt Rom die entscheidende Seeschlacht im Machtkampf mit Kathago um die Vorherrschaft im westlichen Mittelmeer, insbesondere um Sizilien. Über Jahrhunderte beherrscht die nordafrikanische Stadt Karthago das westliche Mittelmeer. Doch dann nutzen die Römer einen Konflikt auf der Insel Sizilien, die teilweise von den Karthagern dominiert wird. Nach mehr als 20 Jahren militärischer Auseinandersetzung siegt Rom im Ersten Punischen Krieg über die Truppen von Karthago. Roms Aufstieg zu einer Weltmacht beginnt. *** Gesprochen haben wir für das Zeitzeichen unter anderem mit: Klaus Zimmermann (Professor für Alte Geschichte an der Uni Münster) ***

ARD Audiothek
So wurden unter der Herrschaft der Beys in #Tunesien umfangreiche Sammlungen von Objekten aus #Karthago angelegt, die auf den Weltausstellungen von 1867 u 1873 ausgestellt wurden (4/6)

Wir haben unseren Artikel "Die Gründungslegende von #Karthago – Elissa (Dido)", mit 12.575 Views einer der meistgelesenen Artikel unserer Seite, überarbeitet und erweitert.

Königin #Dido (auch bekannt als #Elissa, Elisha, oder Alashiya) war eine legendäre Königin von Tyrus in #Phönizien, die gezwungen war, mit einer treuen Schar von Anhängern aus der Stadt zu fliehen. Die Gründungslegende Karthagos berichtet über Ihre Flucht und die Gründung von Karthago.

https://www.kashba.de/dido

Die Gründungslegende von Karthago – Elissa (Dido) - Tunesienexplorer.de

Königin Dido (auch bekannt als Elissa, von Elisha, oder Alashiya) war eine legendäre Königin von Tyrus in Phönizien, die Karthago gründete.

Tunesienexplorer.de

Het teken van Tanit

Het “teken van Tanit (Bulla Regia)

Vorige week was ik in Bulla Regia, een van de mooiste opgravingen in Romeins Afrika. De rijke mensen bouwden er, zoals ik laatst al vertelde, hun huizen grotendeels ondergronds: koel in de zomer, warm in de winter. Bij het restaurantje zagen we bovenstaand kapiteel, dat daar bij mijn vorige bezoek nog niet stond en afkomstig schijnt te zijn uit de Apollotempel. Het is bijzonder, want tussen de twee ionische krullen (“voluten”) links en rechts staat het zogeheten Teken van Tanit. Je vindt het overal waar de Karthagers zijn geweest en op alle voorwerpen, gemaakt van alle materialen: op de schouders van amforen, op medaillons, in het plaveisel van een huis, op een stèle. Ik had het echter nog nooit gezien op een kapiteel.

Maar wat was dit van teken? We weten het weer eens niet, hoewel er al sinds de negentiende eeuw over wordt gepubliceerd. De naam is in elk geval modern. Ze is gemunt door de Franse oudheidkundige Stéphane Gsell, in het in 1920 verschenen vierde deel van zijn Histoire ancienne de l’Afrique du Nord. Hij noteerde dat het signe de Tanit altijd bestaat uit drie elementen: onderaan een driehoek, daarboven een (incomplete) cirkel, en daartussen een horizontale balk. Al met al lijkt het wat op een persoon in een lange rok met de armen uitgestrekt.

Het teken van Tanit (Kerkouane)

Gsell constateerde ook dat de jongere weergaven van het Teken van Tanit complexer waren. De kunstenaars beknotten de driehoek aan de bovenzijde, zodat het meer had van een trapezium, en de naar weerszijden uitstekende armen kregen een knik naar boven. Het symbool dat ik zag in Bulla Regia is een wel heel complexe vorm van deze gestileerde weergave van een mens, gekleed in een wijd vallende rok en met opgeheven armen.

Omdat rokken lange tijd vooral vrouwengewaden waren, identificeerden de geleerden de afgebeelde persoon als een dame, en omdat de Eerste Hoofdwet van de Archeologie (“als je niet weet wat het is, zal het wel religieus zijn”) ook destijds van toepassing was, maakten ze er een godin van. De verspreiding van het teken, vooral rond het westelijk bekken van de Middellandse Zee, suggereerde een daar populaire godheid, zodat men uitkwam bij Tanit.

Het teken van Tanit (Selinous)

Maar feitelijk weten we niet of het Tanit is, of het een godheid is, of het een vrouw is. Latere geleerden opperden dat het Baäl voorstelt – wat minder anders is dan het lijkt, aangezien Tanit gold als het gezicht van Baäl. Ook Astarte is weleens genoemd. De houding met opgeheven armen kan ook duiden op een gelovige die staat te bidden. Voor zo’n orant bestaan in het Nabij Oosten parallellen: mensen zetten weleens een beeldje in een heiligdom om namens hen permanent tot de goden te bidden.

De functie is echter duidelijk: kwaad afweren. Leg het op een drempel en het beschermt het huis tegen kwade geesten en het boze oog. Het is dus feitelijk een amulet of talisman, niet heel anders dan het teken van de opgeheven hand waarover ik al eens eerder schreef; het bestaat in de islamitische wereld nog als “hand van Fatima”.

Het teken van Tanit (Nationaal Museum van Libië, Tripoli)

Is dit alles allemaal redelijk normaal, er is ook nog iets wonderlijks. Het Teken van Tanit lijkt natuurlijk op de Egyptische anch, dat onderaan een verticale staaf heeft in plaats van de driehoek van het Karthaagse amulet. Het Tanitteken lijkt een antwoord op het Egyptische symbool, en dus een bewust contrast: behalve dat het geacht werd mensen te beschermen, identificeerde het hen als Karthagers – en als niet-Egyptenaren. Het is een ethnic marker. Waarom de Karthagers zich afzetten tegen uitgerekend de Egyptenaren, mag iedereen voor zichzelf bedenken.

#amulet #anch #Astarte #Baäl #BullaRegia #ethnicMarker #HandjeVanFatima #Karthago #Kerkouane #orant #Selinous #StéphaneGsell #talisman #Tanit #tekenVanTanit

Bulla Regia - Mainzer Beobachter

Een van de interessantste plekken om in Tunesië te bezoeken is de antieke stad Bulla Regia. Ze is makkelijk te bereiken, want ze ligt aan de grote weg van Tunis naar Algerije. En die weg ligt niet zonder reden waar ze ligt, aangezien ze de vallei volgt van de rivier de Medjerda. Dit gebied is … Meer lezen over Bulla Regia

Mainzer Beobachter