Faits divers (32): wetenschapsnieuws, slecht en goed
Het slagveld bij Qadisiyya (©Antiquity Publications)
Een nieuwe aflevering van de onregelmatig verschijnende reeks faits divers, met deze keer twee stukjes waarmee je de Oudheid wel in het nieuws wil hebben en twee stukjes hoe het niet moet. Eerst het slechte en dan het goede nieuws.
***
Nikolaas van Myra
Op 6 december was het een kleine 1700 jaar geleden dat Nikolaas, bisschop van Myra ontsliep. En omdat over de hele wereld mensen de heilige vereren, is dat voor archeologen in Demre, zoals Myra nu heet, een buitenkans om naar publiciteit en fondsen te hengelen. Zo komt het dat er elk jaar wel een vondst wordt gemeld die zou bewijzen dat Nikolaas’ gebeente nog in Myra rust (en niet in 1087 is overgebracht naar Bari). Zo toont het museum in Antalya botfragmenten, hadden we een paar jaar geleden deze holle claim, die daarna werd herhaald, en was er nu deze flauwekul.
Eh, soldaat?
Een wonderlijk bericht uit Heerlen ofwel Coriovallum: in een graf is wat Italiaans aardewerk gevonden, waaronder een kom met de graffito FLAC. Dat kan slaan op een Romeinse eigennaam als Flaccus of Flachilla. Alternatieven zijn flaccidus (“week”, “misbaksel”) of een Germaans of Gallisch woord. De betrokken archeologen kiezen voor Flaccus en denken dat hij de eigenaar was. Tot zover snap ik het, maar dan:
Het aardewerk, dat uit Italië afkomstig is, bevestigt dat Flaccus een Romeinse soldaat was.
Dit is een non sequitur. Er ontbreekt een stukje in de redenering. Het kan waar zijn, maar niet op grond van alleen het aardewerk. Waarom geen koopman, bouwkundige of slaaf? Elders lezen we dat de man – was het een man? – mogelijk heeft meegewerkt aan de aanleg van de heerbaan van Keulen naar de Noordzee. Die weg is een puik thema, waar Robert Nouwen recentelijk een goed boek over schreef, maar deze speculatie kun je loslaten op n’importe welk vroeg graf. Ik lees ook
Volgend jaar presenteren archeologen en andere experts de eerste resultaten van het onderzoek aan het publiek.
Ik wou dat archeologen stopten met het zoeken van publiciteit vóór er een rapport is. En ik wou dat journalisten geen aandacht besteedden aan wetenschappers die hun verhaal niet af hebben. Van de limes zijn we het junk nieuws inmiddels gewend, maar van Heerlen, als hoofdstad van Romeins Nederland, verwacht je professionaliteit.
Genoeg gemopperd
Er is ook leuk nieuws. Zoals dit.
Thule
Olivier van Renswoude is al jaren bezig met het voornaamste en meest vanzelfsprekende antieke erfgoed, onze taal. Zijn website Taaldacht is een schatkamer tjokvol informatie over Germaanse woorden, en vaak zijn er koppelingen met de archeologie mogelijk: denk aan oeroude plaatsnamen, maar denk ook aan de Bataaf Imerix, de door Ptolemaios vermelde waterlopen aan de Waddenzee, de godinnen Ahuardua en Tanfana en de god Halamardus, de namen van de pre-Romeinse stammen, een geloofwaardige etymologie van Metuonis en een beschouwing over het Kolenwoud.
En nu is er een wel heel leuke toevoeging aan al dit moois, namelijk een heel plausibele verklaring voor de plaatsnaam Thule. Deze plek is vooral bekend van Pytheas van Marseille, waarover ik al vaker schreef (hier en liever niet hier maar wel daar); Thule was het verste punt van zijn reis over de Atlantische Oceaan. We weten er weinig meer van dan dat het bij het ijs lag. Van Renswoude legt nu, na wat taalkundige plaatsbepalingen, een verband met het Oud-Germaanse woord *Tūlō, “ver weg”.
Nog beter dan dat is dat de door Pytheas gegeven beschrijving van Thule als “het oord waar de zon te ruste gaat”. Omdat u en ik denken in een West-Germaanse taal – zoals gezegd ons voornaamste en meest vanzelfsprekende erfgoed – lezen we daar overheen. De uitdrukking is echter zó ingeburgerd in alle West-Germaanse talen, dat ze oeroud moet zijn. En Pytheas, voor wie dit geen vanzelfsprekende uitdrukking was, heeft die als opmerkelijk genoteerd, samen met het Germaanse woord *Tūlō.
Je kunt Thule humoristisch vertalen als Verwegistan of Afgelegië. Maar het voornaamste is dat Pytheas zijn informatie dus heeft opgedaan in een gebied waar men Germaans sprak of een daar sterk op lijkende taal.
Veldslag
Van tijd tot tijd worden oude luchtfoto’s openbaar gemaakt, waarop archeologen dan allerlei dingen ontdekken. De middeleeuwse versterkte boerderijen van West-Vlaanderen kennen we bijvoorbeeld van verkenningsfoto’s uit de Eerste Wereldoorlog. In de tussenliggende eeuw zijn allerlei akkers en velden overbouwd of door diepploegen of ruilverkaveling veranderd, en dan zijn foto’s uit 1914-1918 ineens heel nuttig. Hetzelfde geldt voor de foto’s die spionagesatellieten maakten tijdens de Koude Oorlog. Vroeg of laat worden die gedeclassificeerd, en ook dat is goud voor archeologen.
Een recent voorbeeld is de identificatie van Qadisiyya, waar een van de belangrijkste veldslagen op de overgang van Oudheid naar Middeleeuwen plaatsvond. Het Arabische leger, uitgezonden door kalief Omar, versloeg hier in 636 na Chr. het leger van de Sassanidische Perzen. De locatie, een Sassanidisch fort en een gracht zijn geïdentificeerd en later door ground truthing bevestigd. Zie de foto hierboven.
Dit lost verder geen belangrijke vragen op, maar het helpt wel om de operatie beter te begrijpen. Voer voor krijgshistorici dus.
Tot slot
Tot slot wens ik u een mooi 2025, met minder oudheidkundige aandachttrekkerij, en met meer écht nieuws. Dat kan best: kijk maar hoe Van Renswoude u stap voor stap meeneemt in zijn afwegingen, zonder dat het ergens jargon wordt, of kijk hoe het artikel over Qadisiyya de methode toelicht en uitlegt de conclusie pas klopte na ground truthing. De journalist heeft gewoon de publicatie afgewacht. Kortom: oudheidkundige voorlichting kan ook wel professioneel. En professioneler nieuws over de Oudheid, dat wens ik u van harte toe. Plus gezondheid en geluk en wereldvrede, maar dat vermoedde u al.
Morgen de oudejaarsvragen!
#ArabischeVeroveringen #Coriovallum #Demre #FaitsDivers #GermaanseTalen #groundTruthing #Heerlen #Myra #OlivierVanRenswoude #PtolemaiosVanAlexandrië #Pytheas #Sassaniden #satellietfotografie #slagBijQadisiyya #Thule