De Frygiërs van koning Midas

Frygisch reliëfje (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik heb al een paar keer verwezen naar de Frygiërs, een volk dat in de IJzertijd woonde in Anatolië – zeg maar Turkije. Toen ik blogde over de taal van de Trojanen, wees ik er bijvoorbeeld op dat de Frygiërs vanaf de Balkan naar Anatolië waren gemigreerd en toen de voorouders van de Lydiërs naar het zuiden hadden geduwd. Voor deze migratie zijn verschillende aanwijzingen, zoals de verspreiding van typisch Balkan-aardewerk naar Troje VIIb. De Troje-expositie in Rotterdam stelde dit verband centraal, maar dat was in 1984. Ik weet niet of de archeologische inzichten nog dezelfde zijn.

Maar daarnaast is er het talige bewijs. De Frygische taal is te reconstrueren uit namen, citaten en pakweg 400 inscripties: ruim voldoende om te zien dat ze niet verwant is met de Anatolische talen van de Bronstijd, zoals het Luwisch, en de daarvan afgeleide IJzertijdtalen, zoals het Lydisch en het Karisch. Het Frygisch lijkt veel meer op de talen van het zuidelijke Balkanschiereiland en behoort dus tot een andere tak van de Indo-Europese familie. Ook de Griekse onderzoeker Herodotos weet dat de Frygiërs feitelijk Thracische Brygiërs waren, die ooit de Hellespont waren overgestoken.noot Herodotos, Historiën 7.3. De overgang van /b/ naar /f/ die we in deze twee eigennamen zien, is ook verder goed gedocumenteerd.

Frygiërs in Centraal-Anatolië

Wanneer vond die migratie plaats? Troje VIIb wordt meestal tussen pakweg 1150 en 950 v.Chr. gedateerd: een aanwijzing dat de Frygiërs in de twaalfde eeuw begonnen aan de oversteek van Europa naar Azië. Ze zouden zich uiteindelijk vestigen in het westen van de Anatolische hoogvlakte, maar er zijn aanwijzingen dat Frygische groepen aanvankelijk ook veel oostelijker waren. De Assyrische koning Tiglath-Pileser I (r.1114-1076) verwijst namelijk naar “Muški” die hij versloeg in de buurt van de Eufraat. De Assyriërs zouden deze naam later gebruiken om de Frygiërs aan te duiden. Natuurlijk is het denkbaar dat de Assyriërs een en hetzelfde woord gebruikten voor twee verschillende Anatolische volken, maar het valt ook niet uit te sluiten dat een vroege groep Frygiërs uitzwermde tot aan de Eufraat.

Frygisch aardewerk (Archeologisch Museum, Kayseri)

Misschien vinden we ook in de loop van de achtste eeuw v.Chr Frygiërs in het zuidoosten van de Anatolische hoogvlakte, in Tyana. Het bewijs is echter zwak: het gaat alleen om een man genaamd Mit-ta-a, genoemd in Assyrische bronnen, die dezelfde zou zijn als de legendarische Frygische koning Midas. De naamovereenkomst is opvallend, maar ook niet méér. Over Midas straks meer.

Frygiërs in West-Anatolië

De belangrijkste groep bouwde een koninkrijk in de buurt van Gordion, een kleine honderd kilometer ten westen van Ankara. Een andere groep Frygiërs bleef in de buurt van de Hellespont en clusterde rond het latere Daskyleion. (Er zijn dus eigenlijk twee Frygiës.) Het staat vast dat de immigranten allerlei gewoontes overnamen van de eerdere bevolking, zoals de verering van de grote godenmoeder, die we ook wel kennen als Kybele.

Beeld van Matar (Museum van Gordion)

De Frygiërs van Gordion heersten over een groot deel van westelijk Turkije. Dit koninkrijk had de trekken van een vroege staat, dus geen stamsamenleving. Ruim 250 inscripties bewijzen dat er een geletterde elite was; ook zien we dat de vorsten een internationaal netwerk onderhielden. Er waren contacten met Delfi in het westen, noot Herodotos, Historiën 1.14. en met Urartu en Assyrië in het oosten. Daarmee was Gordion verbonden via de Koninklijke Weg.

De beroemdste koning van Frygië was Midas, die bekend is uit Griekse sagen. Het hoeft niet per se één man te zijn geweest: het kan gaan om een titel. Ook Assyrische bronnen verwijzen naar een Mit-ta-a. Die vertellen dat tijdens diens regeringsperiode de nomadische Kimmeriërs Anatolië binnenvielen. In 710/709 zag Mit-ta-a zich gedwongen hulp te vragen bij de Assyrische koning Sargon II. Helaas bleek dat onvoldoende. In 696/695 pleegde Mit-ta-a, die een veldslag had verloren, zelfmoord. Het moet niettemin een machtig man zijn geweest, die de middelen had gehad om voor zijn voorganger een enorme grafheuvel te laten opwerpen. Een bezoek aan de grafkamer is een hoogtepunt bij elke reis naar Turkije.

De grote tumulus van Gordion

Perzisch Frygië

De Kimmerische plundertochten zorgden voor een halve eeuw van verwarring, waarin Frygië uiteenviel in kleine vorstendommen. Uiteindelijk wist de Lydische koning Gyges (ca. 650 v.Chr.) de orde te herstellen. Een van zijn opvolgers, Alyattes, veroverde het voormalige Frygië – zowel dat rond Gordion als dat rond Daskyleion – en versterkte Gordion. Vanaf nu was Frygië geen politieke eenheid meer maar slechts een geografisch begrip.

Toen de Perzische koning Cyrus de Grote rond het midden van de zesde eeuw Anatolië onderwierp, werd Frygië een satrapie. Of beter: twee, want de ene lag rond Gordion en de andere (“Hellespontijns Frygië”) rond Daskyleion. Er was  continuïteit in de architectuur en de taal (150 inscripties), in de wijze waarop men landbouw bedreef (vooral veeteelt) en in de religie: de cultus van de grote godenmoeder was nog eeuwen te vinden in de stad Pessinos.

Het Perzische garnizoen in Gordion was daar nog in de laatste maanden van 334 v.Chr., toen de Macedonische commandant Parmenion, de rechterhand van Alexander de Grote, de stad bezette. Het verhaal van de Gordiaanse Knoop heb ik al eens verteld.

Frygië maakte nadien deel uit van enkele hellenistische rijken en kwam uiteindelijk in handen van de Romeinen. De regio raakte opgenomen in de grotere wereld en de mensen begonnen de grote talen van de Oudheid te spreken: Grieks en wellicht ook wat Aramees. Het is dan ook verrassend dat er in de vijfde eeuw na Chr. nog mensen waren die nog steeds Frygisch spraken.noot Sokrates, Kerkgeschiedenis 5.23.

#AlexanderDeGrote #AnatolischeTalen #CyrusDeGrote #Daskyleion #Frygië #GordiaanseKnoop #Gyges #HellespontijnsFrygië #historischeTaalkunde #IndoEuropeseTalen #Kimmeriërs #KoningMidas #KoninklijkeWeg #Kybele #LuwischeTalen #Lydië #Muški #Parmenion #Pessinos #SargonII #satrapie #TiglatPileserI #Turkije #Tyana

De Kimmeriërs

Kimmerische of Skythische pijlpunten (Nationaal Museum van Armenië, Yerevan)

De Kimmeriërs, die zijn interessant! En dat is natuurlijk omdat het bewijsmateriaal enerzijds gevarieerd is, zodat allerlei specialisten erbij komen kijken, maar anderzijds tekortschiet, zodat er geen consensus kan ontstaan. Kortom: een fijne puzzel.

Dode Kimmeriërs

Eerste bewijsmateriaal: Griekse poëzie. In de Odyssee vertelt Homeros dat Odysseus, ergens in het verre verre westen, de rand bereikt van de Okeanos, waar de stad en het land van de Kimmeriërs zich bevinden. De zon schijnt er niet, de gebieden zijn eeuwig gehuld in mist en nevel, en “steeds hangt de heilloze nacht om de diep ongelukkige mensen”.noot Homeros, Odyssee 11.14ff. Als dit u doet denken aan het dodenrijk, dan zit u goed, want niet veel later brengt Odysseus inderdaad een bezoek aan die naargeestige plek.

De Kimmeriërs zijn dus westelijke stedelingen en nogal dood, of iets dat erop lijkt. Dat is voor ons ietwat lastig, aangezien alle andere bewijs suggereert dat het gaat om noordelijke nomaden die nogal in leven zijn.

Nomaden in Anatolië

Het tweede bewijsmateriaal bestaat uit de teksten uit Mesopotamië. Diverse teksten uit Assyrië vermelden mobiele groepen die onrust veroorzaken in de noordelijke grensgebieden. Deze Kimmeriërs lijken in de achtste eeuw over de Kaukasus zuidwaarts te zijn getrokken, en bedreigden daar het koninkrijk Urartu (een oude naam voor Armenië). Koning Rusa I rukte tegen hen op, maar werd verslagen. Daarna trokken de Kimmeriërs Urartu binnen, dat ze plunderden tot aan het Urmia-meer.

Later trokken de Kimmeriërs – of een groep Kimmeriërs – westwaarts, waar ze in 710/709 Frygië bedreigden. Koning Mit-ta-a, die u vermoedelijk kent onder de naam Midas,noot Mogelijk is Midas een vorstelijke titel geweest. zag zich genoodzaakt bij de Assyrische koning Sargon II hulp te vragen, maar dat belette de Kimmerische inval niet. Mit-ta-a pleegde in 696 of 695 zelfmoord na een verloren veldslag. Over Frygië horen we daarna weinig meer; de nieuwe macht in Anatolië zou het meer westelijk gelegen Lydië zijn. Wellicht vestigden groepen Kimmeriërs zich op de Frygische hoogvlakte, waar nog altijd nomaden heen en weer trekken.

De Frygische hoogvlakte

Kimmeriërs in Mesopotamië

De Assyrische kronieken vermelden de Kimmeriërs nog vaker. In 679 werd een leider genaamd Teušpa samen met zijn mannen belegerd in een stad genaamd Hubušnu. Later lezen we over Kimmeriërs in de buurt van Ellipi, in Medië en in Elam, vér in het zuiden. De Assyriërs hadden blijkbaar veel tijd nodig om orde op zaken te stellen.

Er zijn speculaties, en ze zijn niet zonder aanwijzingen in de bronnen, dat ontevreden groepen in het Assyrische Rijk samenwerkten met de Kimmeriërs, of in hun aanwezigheid kansen zagen voor het bevorderen van hun eigen agenda. Omdat de Assyrische bronnen na het midden van de zevende eeuw schaarser worden, is op dit punt meer onduidelijkheid dan we zouden willen.

Het westen

Terug naar de groep of groepen in Anatolië. Frygië was ten einde gekomen, Lydië was ontstaan en kreeg te maken met Kimmerische strooptochten. De Lydische koning Gyges wist de eerste aanval af te slaan, maar sneuvelde in 644. Later plunderden de Kimmeriërs ook enkele Griekse steden in Klein-Azië. Uiteindelijk wist koning Alyattes, die u moet plaatsen tussen pakweg 600 en 560 v.Chr., een einde te maken aan deze dreiging.

Archeologie

Archeologen hebben weer ander bewijs. Zij associëren de Kimmeriërs met de zogeheten Chernogorovka-Novocherkassk-cultuur,noot Wie verzint toch zulke namen? die tussen 900 en 650 heeft bestaan op de vlakten tussen de rivieren Prut en Don. Dus zeg maar in Oekraïne, met uitlopers naar Bulgarije. Deze mensen werden vaak begraven met bogen, zwaard en speer, wat suggereert dat ze vochten als bereden boogschutters. Hun kostbaarste bezit bestond uit runderen, waarmee ze als nomaden zwierven over de vlakten.

En nu is het interessant dat Aristeas van Prokonessos – ik noemde hem al eens omdat hij voldoet aan het profiel van een sjamaan – vertelt dat de Skythen de Kimmeriërs hebben verdreven uit Oekraïne. Als dit waar is, zouden we kunnen vermoeden dat de Kimmeriërs op drift zijn geraakt, zuidwaarts over de Kaukasus zijn gegaan en daarvandaan naar Anatolië en Mesopotamië. Het probleem met deze theorie is dat er weinig voorwerpen van de Chernogorovka-Novocherkassk-cultuur zijn gevonden bezuiden de Kaukasus.

Maar ook dat is weer problematisch, want eigenlijk lijken al die steppenomaden nogal op elkaar. Ik zou althans niet goed weten wat het verschil is tussen een Kimmerische en een Skythische pijlpunt. Kortom, het tekstuele en archeologische bewijs is asymmetrisch. Zelf zou ik overigens sowieso liever denken aan “de steppenomaden”, zonder al te specifieke etnische etiketten te willen plakken.

En tot slot: er zijn theorieën dat de auteur van de Odyssee kennis had genomen van een vroeg verhaal over de Argonauten, dat dit verhaal al was gelokaliseerd in Kolchis (het huidige Georgië), en dat de beschrijving van het dodenrijk is geïnspireerd door een groep Kimmeriërs in die regio. Het onvermogen te accepteren dat we inconsistente en dus onvoldoende informatie hebben, lijkt de vader van deze vader van deze gedachte. On n’a pas besoin de cette hypothèse-là.

#Alyattes #AristeasVanProkonessos #ChernogorovkaNovocherkasskCultuur #dodenrijk #Frygië #Gyges #Homeros #Kaukasus #Kimmeriërs #Kolchis #Lydië #Medië #nomadisme #Oekraïne #RusaI #SargonII #Skythen #Turkije #Urartu

Kybele in Anatolië

Kybele op een reliëf uit Karchemiš (Museum voor Anatolische Beschavingen, Ankara)

De diverse volken in de Oudheid aanbaden vele, vele goden en godinnen. Een van de allerbekendste was de grote godenmoeder: de godin die ooit de andere goden, de eerste mensen, de dieren en de wilde natuur had gebaard. Kortom: de universele moeder. De mensen in Anatolië, zeg maar het huidige Turkije, vereerden haar onder diverse namen. Uit Hittitische bronnen kennen we haar onder de naam Hepat.

Uit het eerste millennium v.Chr. kennen we bijvoorbeeld de Leto van de Lyciërs en de Artemis van Efese. Matar, Agdistis en Kybele zijn de Frygische namen van de godin. De laatste naam zou gaan vanaf de vijfde eeuw v.Chr. gaan overheersen.

Voor ik verder ga ruim ik nog even een misverstand uit de weg: als godin van de geboorte was Kybele – of hoe we haar ook noemen – niet de godin van de vruchtbaarheid zelf. Een vruchtbaarheidsgodin is geen geboortegodin en vice versa.

Moedergodin uit Çatalhöyük (Museum voor Anatolische Beschavingen, Ankara)

Prehistorie?

Het is niet ondenkbaar dat de geboortecultus teruggaat tot de Steentijd. Beeldjes van vrouwen met grote borsten en buiken, gevonden in Çatalhöyük en Hacilar, suggereren dat moedergodinnen al in het zevende en zesde millennium voor Christus werden vereerd. Een Chalcolithisch beeldje van een vrouw in barensnood, gevonden in Mosfilia op Cyprus, kan bewijs zijn voor de verspreiding van deze cultus.

De eerste hoofdwet van de archeologie, dat je alles wat je niet kunt interpreteren maar religieus moet noemen, is echter wel van toepassing. Andere interpretaties zijn zeker denkbaar. Ik wijs er bovendien op dat een religieuze continuïteit van meerdere millennia makkelijker aan te nemen dan te bewijzen is. Oudheidkunde zijnde oudheidkunde en dataschaarste zijnde dataschaarste, weten we weer eens minder dan we weleens denken.

Beeld van Matar (Museum van Gordion; meer)

De Anatolische Kybele

Het eerste onbetwiste bewijs voor de cultus van Kybele, nog steeds Kubaba genoemd, komt uit Karchemiš, een belangrijke Neo-Hittitische stad aan de Eufraat. Een ander vroeg cultuscentrum was de berg Dindymon in het oosten van Frygië. In het nabijgelegen Pessinos, aan de voet van de berg, werd de godin, Matar en Agdistis genaamd, vereerd in de vorm van een grote zwarte steen. (Zo’n steen heet een baetyl en we kennen zulke culten ook uit bijvoorbeeld Oud-Pafos, waar de Cyprioten Afrodite vereerden.) Hoewel Frygië achtereenvolgens werd geregeerd door de koningen van Gordion, door de Lydische koningen in Sardes, door de Achaimenidische Perzen en door de Seleukiden, wisten de priesters van Kybele in Pessinos tot in de Romeinse tijd hun onafhankelijkheid te bewaren.

Misschien introduceerden de Frygiërs, die in de Vroege IJzertijd vanuit Thracië naar Anatolië waren gekomen, aspecten van de Thracische cultus van Dionysos. In elk geval hadden de rituelen voor Kybele een extatisch karakter. Dat was natuurlijk ook passend voor een godin van de wilde natuur. Een van deze rituelen was de zelfcastratie van sommige van de priesters, de galli, die berucht was in de antieke wereld. Ze deden dit om Attis na te doen, de geliefde van Kybele, die zijn geslachtsdelen had afgesneden in een staat van religieuze razernij. Zittend onder een pijnboom was hij doodgebloed. Of deze zelfcastratie altijd werkelijk plaatsvond of eerder symbolisch was, zoals christenen die het lichaam en bloed consumeerden van Christus, is weer eens niet uit te maken. Ik weet het althans niet.

Pessinos

Een van de belangrijkste ceremonies, het best bekend uit Griekse en Romeinse bronnen, werd gevierd aan het begin van de lente, in maart. De vereerders hakten dan een pijnboom om en brachten die naar de tempel. Hier werd de stam versierd met viooltjes, die druppels bloed van Attis voorstelden. De hogepriester sneed dan in zijn arm en offerde zo wat bloed aan de godin. De andere priesters dansten en sloegen zichzelf, totdat druppels van hun bloed waren gevallen op de heilige dennenboom.

[Wordt vervolgd]

#ArtemisVanEfese #Attis #Çatalhöyük #baetyl #Dindymon #EersteHoofdwetVanDeArcheologie #Frygië #galli #Gordion #Hacilar #Hittieten #Karchemiš #Kybele #Leto #Lydië #Mosfilia #NeoHittieten #OudPafos #Pessinos #Sardes #vruchtbaarheidsgodin

#Météo de ce dimanche 3 août 2025 en Deux-Sèvres : ensoleillé avec quelques passages nuageux. 🌬️ Rafales < 30 km/h 🌡️ 11°/28°. Bonne fête aux #Lydie.
Prévisions du niortais La Météo de Max avec l’app Prévi+
https://nrt79.link/previplus-meteo-deux-sevres

Archaïsch Lycië

Een Lycisch portret van Omfale; achter de Griekse mythe gaat een Anatolisch verhaal schuil (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

[Dit is het tweede van een vijftal korte blogjes over Lycië; het eerste was hier.]

De inwoners van Lycië (landkaart) noemden zichzelf Trmmili, maar buiten Lycië gebruikte niemand die naam. Alleen de Griekse onderzoeker Herodotos, afkomstig uit het nabijgelegen Halikarnassos, noteert dat ze zich Termilen noemden. Minder plausibel voegt hij daaraan toe dat de Termilen zich Lyciërs waren gaan noemen toen een Athener genaamd Lykos bij hen was komen wonen.noot Herodotos, Historiën 7.92.

Archeologisch worden de Lyciërs “zichtbaar” in de achtste eeuw v.Chr., als de acropolis van de stad Xanthos wordt bebouwd. Niet veel later stichtten Grieken van het eiland Rhodos de havenstad Faselis en verschillende andere steden. De bewoners moeten het alfabet hebben doorgegeven aan de Lyciërs en hun economie hebben gestimuleerd door landbouwproducten af te nemen. Toch bleven de meeste Lyciërs herders die met hun kuddes zwierven door het kustgebergte. Omdat het gebied zo lastig begaanbaar was, konden de koningen van Lydië, die in de vroege zesde eeuw grote delen van Anatolië onderwierpen, Lycië nooit onderwerpen. Of ze veel behoefte hadden aan de betrekkelijk arme regio, is ook maar de vraag.

De Perzische koning Cyrus de Grote had meer ambities. Hij annexeerde Lydië en liet daarna zijn generaal Harpagos enkele veegoperaties uitvoeren. Die onderwierp de Lyciërs wél. Herodotus vertelt dat het Perzische leger Xanthos volledig verwoestte en dat hij alle inwoners liet doden, op tachtig families na, die tijdens de aanval niet in de stad waren geweest. Dat kunnen herders zijn geweest, die in de bergen waren.noot Herodotos, Historiën 1.176.

De markt van Xanthos

De dynastie die met de Perzische verovering van Xanthos aan de macht kwam, dankte haar positie aan haar relaties met de grote koning. Cyrus – of een van zijn eerste opvolgers – zal een lokale leider hebben aangewezen als vertegenwoordiger van alle Lyciërs, verantwoordelijk hebben gesteld voor de betaling van het tribuut en hebben verwacht dat hij schepen leverde aan de Perzische marine. Herodotos kent een Xanthische admiraal Kybernis, wat een weergave lijkt te zijn van de Lycische naam Kuprlli.noot Herodotos, Historiën 7.98.

Er waren in Lycië meer invloedrijke families. Namen als Khinnakha, Sppntaza en Tethtiweibi zijn bekend van inscripties en munten, die dienden om soldaten te betalen en de autonomie van deze of gene nederzetting te benadrukken. Van een werkelijk gemonetariseerde economie was nog geen sprake. Hoewel er dus meer Lycische dynasten waren, was de heerser in Xanthos duidelijk de machtigste.

[wordt vervolgd]

#CyrusDeGrote #Faselis #Harpagos #herders #HerodotosVanHalikarnassos #Lycië #Lydië #Rhodos #Xanthos

Lycië in de Bronstijd - Mainzer Beobachter

In het zuidoosten van het huidige Turkije ligt het bergachtige Lycië, dat een heel eigen verleden heeft. We kennen het al uit de Bronstijd.

Mainzer Beobachter

Perzisch Lydië

Een Lydiër (Persepolis)

In het vorige blogje vertelde ik over het ontstaan, de bloei en de ondergang van het IJzertijdkoninkrijk Lydië. Rond het midden van de zesde eeuw had de Perzische koning Cyrus de Grote het onderworpen. De eerste door hem aangewezen gouverneur werd geconfronteerd met een opstand, die echter werd onderdrukt. Vanaf nu was Lydië een Perzische satrapie, wat een duur woord is voor een grote provincie. Misschien moeten we de gouverneurs, de satrapen, wel aanduiden als onderkoningen. De nieuwe heersers verbeterden de zogeheten Koninklijke Weg die Sardes en Gordion verbond met de hoofdsteden van het Perzische Rijk: Sousa, Persepolis en Pasargadai.

Oroitos

De generaal die de Lydische opstand onderdrukte, een zeker Harpagos, lijkt vrij lang over het westen van Anatolie geregeerd te hebben. Nog lang daarna claimde een lokale dynastie in Lycië, het zuidwesten van het huidige Turkije, van Harpagos af te stammen. Zulke claims zijn weleens waar gebleken. Wat de waarheid ook zij, toen Cyrus in 530 v.Chr. overleed, was de hoogste bestuurde in Lydië een satraap genaamd Oroitos.

Tijdens de regering van Cyrus’ zoon en opvolger Kambyses (r.530-522) beheerde Oroitos westelijk Anatolië. Een verantwoordelijke positie, want de koning zelf was bezig met een oorlog in Egypte, dat hij annexeerde. In de chaotische periode na de dood van Kambyses veroverde Oroitos het Griekse eiland Samos. De lokale heerser, Polykrates, was een bondgenoot geweest van Egypte en dat bekocht hij met de dood.

Oroitos heeft vermoedelijk gewoon zijn plicht gedaan, maar met de annexatie van Samos was hij gevaarlijk machtig. Hij beheerde immers én het goud van Lydië én de vloot van Samos. Dat maakte hem tot een potentiële bedreiging van Kambyses’ opvolger Darius de Grote (r.522-486). Een moordenaar ruimde het probleem op. De satrapie kwam uiteindelijk in 513 v.Chr. in handen van Darius’ jongere broer Artafernes.

Cultuurcontact

Ten westen van Lydië lagen enkele grote Griekse havensteden, talloze Griekse eilanden en het Griekse vasteland. Dat betekende dat Lydië in de frontlijn lag toen de Griekse havensteden in 499 v.Chr. in opstand kwamen tegen de Perzen (de zogeheten Ionische Opstand). De Grieken plunderden de benedenstad van Sardes en hielden het, toen koning Darius eenmaal legers had gestuurd, nog vijf jaar vol. Artafernes verraste de Griekse wereld vervolgens door zijn milde behandeling van de verslagen rebellen, maar het lijkt er ook op dat rijke Perzische aristocraten allerlei geconfisqueerde landgoederen in handen hebben gekregen.

Een “meesteres der dieren” (Louvre, Parijs)

Er woonden al veel Iraniërs in Lydië, bijvoorbeeld als gedemobiliseerde soldaten. Er zijn legio aanwijzingen voor de verering van oosterse goden (bijvoorbeeld Anahita) en de “Iranificatie” van de oude Lydische goden. Zo stond de priester van de moedergodin Artimus/Artemis in Efese nog eeuwen bekend met de Perzische titel megabyxus, “degene die is vrijgemaakt voor de cultus van de god”, terwijl de bewoners van deze satrapie de Lydische god Pldans gelijkstelden aan de Perzische Ahuramazda – en ook aan de Griekse Apollo, want het was een smeltkroes van culturen.

Lydië bleef een frontlijngebied, want het was de vanzelfsprekende Perzische basis tijdens de militaire expedities die in 492, 490 en 480-479 plaatsvonden naar het westen. De eerste eindigde met de onderwerping van Macedonië, de tweede met verovering van Delos en het debacle bij Marathon, en de derde… het gangbare beeld is dat de Grieken de Perzen versloegen bij de zeeslag bij Salamis, maar de werkelijkheid is genuanceerder. Ik blogde er al eens over, namelijk hier, en laat de materie nu rusten. Feit is dat de Grieken uit het moederland de Griekse havensteden in Anatolië veroverden en dat de satraap van Lydië er weinig meer te zeggen had.

Lydië en Athene

Over het Lydië van de vier decennia na 480 is weinig bekend. De meeste Griekse bronnen zijn gericht op Athene, dat door een cordon sanitaire van Griekse havensteden in Azië was afgeschermd van Lydië en er weinig mee van doen had. Pas in 440 lezen we weer over Lydië, toen de satraap Pissouthnes probeerde het eiland Samos te heroveren, dat in opstand was gekomen tegen Athene. Het liep op niets uit. Toen Athene een decennium later verzeild raakte in de Archidamische Oorlog tegen Sparta (431-421 v.Chr.), probeerde Pissouthnes zijn invloed uit te breiden door vrijwel elke opstandige lidstaat van de Atheense alliantie, zoals Kolofon en Lesbos, te ondersteunen.

Een Perzische gouden armband uit Sardes (Neues Museum, Berlijn)

In 420 kwam Pissouthnes zelf in opstand tegen koning Darius II Nothos. We weten niet waarom. De koning stuurde een edelman genaamd Tissafernes naar Lydië, die hem uit de weg ruimde en als satraap opvolgde. Gedurende zijn eerste jaren in functie moest hij echter vechten tegen Pissouthnes’ zoon Amorges, die de opstand van zijn vader voortzette met hulp uit Athene.

Het was deze Atheense interventie in Lydië die koning Darius deed besluiten Sparta te steunen in de Dekeleïsche of Ionische Oorlog (413-404). De onderhandelingen werden gevoerd door zijn zoon Cyrus, die later eveneens in opstand kwam. Sparta stemde ermee in de Griekse havensteden in westelijk Klein-Azië niet te beschermen als Perzië zich er meester van maakte en kreeg in ruil de gevraagde steun tegen Athene.

De vierde eeuw

Sparta versloeg Athene en achtte zich, nu het de leider van de Griekse wereld was, aan zijn stand verplicht in te grijpen in Azië. Dit was in feite niet de afspraak, maar koning Darius was dood en de nieuwe koning, Artaxerxes II Mnemon, had andere zaken aan zijn hoofd: zijn broer Cyrus rukte tegen hem op. Ik blogde daar al eens over. De Spartaanse koning Agesilaos intervenieerde dus in Lydië. Een door de Perzen gesubsidieerde anti-Spartaanse coalitie dwong hem terug te keren (de Korinthische Oorlog).

Tempel van Artemis, Sardes

De volgende ons bekende satraap was Autofradates, een loyale dienaar van Artaxerxes toen die werd geconfronteerd met een reeks opstanden in het westen. Weer een andere satraap was Spithridates, die om het leven kwam toen de Macedonische koning Alexander in het voorjaar van 334 een inval deed in Klein-Azië. In de zomer van dat jaar gaf Sardes zich over. Voortaan werd Lydië bestuurd door Griekstalige gouverneurs, eerst als onderdeel van het rijk van Alexander, later door zijn opvolgers, nog later als onderdeel van het Seleukidische Rijk.

Doordat de vorsten vaak direct zaken deden met de steden, raakte de bestuurslaag waar Lydië bij hoorde, de satrapieën dus, grotendeels achterhaald. Van Lydië vernemen we weinig meer, maar het bleef toch bestaan als het kerngebied van het latere Pergameense Rijk en de – nog latere – Romeinse provincie Asia.

#AgesilaosII #Ahuramazda #AlexanderDeGrote #Amorges #Anahita #ArchidamischeOorlog #ArtafernesI #ArtaxerxesIIMnemon #ArtemisVanEfese #Asia #Athene #Autofradates #CyrusDeGrote #CyrusDeJongere #DariusIDeGrote #DariusIINothos #DekeleïscheOorlog #Efese #Gordion #Harpagos #IonischeOorlog #IonischeOpstand #KambysesII #Kolofon #KoninklijkeWeg #KorinthischeOorlog #Lesbos #Lydië #Marathon #Oroitos #Pissouthnes #Pldans #PolykratesVanSamos #Samos #Sardes #satrapie #SeleukidischeRijk #Sparta #Spithridates #Tissafernes #zeeslagBijSalamis

Het rijk van de Lydiërs - Mainzer Beobachter

Lydië was een schatrijk koninkrijk uit de IJzertijd. Koning Kroisos was spreekwoordelijk rijk - maar ging uiteindelijk ten onder.

Mainzer Beobachter

Het rijk van de Lydiërs

De Paktolos

De Lydiërs waren een IJzertijdvolk is het westen van wat tegenwoordig Turkije heet. Ik noem ze op deze blog regelmatig, maar heb nooit uitgelegd wie het nu eigenlijk waren. Dat moet maar eens veranderen.

Mira

Het land van de Lydiërs ligt aan weerszijden van de rivier de Hermos, waar ze hun hoofdstad Sardes bouwden op de plaats waar een ander riviertje zich met de Hermos verenigt: de Paktolos, die goudpoeder met zich meevoert. Met vruchtbaar land, water en goud was het succes van Sardes feitelijk al verzekerd. Al in de Bronstijd had hier een machtig koninkrijk gelegen, Mira, dat als hoofdstad Abasa had gehad, ofwel Efese.

Hoewel Mira aan het begin van de twaalfde eeuw v.Chr. – daar zijn de Zeevolken weer – verdwijnt uit de geschreven geschiedenis, is er aanzienlijke continuïteit tussen Mira en Lydië. De Lydische taal, die we kennen uit ongeveer honderd inscripties, is afgeleid van het Luwisch, dat in Mira de schrijftaal was geweest.

Gyges

De eerste Lydische vorst waarover we horen, was koning Gyges, de stichter van de dynastie der Mermnaden. Zijn regering wordt wel gedateerd tussen 680 en 644 v.Chr., en het laatste jaar is zeker omdat het ook wordt genoemd in een Assyrische bron. Het eerste jaar zal wel nattevingerwerk zijn geweest. De Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos schrijft dat Gyges de macht greep ten koste van een eerdere dynastie, die ruim een half millennium had geregeerd. Als alle jaartallen kloppen, begon die eerdere dynastie ruwweg waar Mira ophoudt, maar dat is vermoedelijk toeval.

Sardes

In feite is de geschiedenis van Lydië vóór de Mermnaden gewoon onbekend, hoewel de Hermosvallei op een bepaald moment deel moet hebben uitgemaakt van het koninkrijk Frygië, dat zich wat oostelijker bevond. Het ging in het eerste kwart van de zevende eeuw v.Chr. ten onder, toen de Kimmeriërs de Frygische hoofdstad Gordion verwoestten. Gyges zal daarvan hebben geprofiteerd, en kan de Kimmeriërs hebben afgeslagen.

Archeologen hebben vastgesteld dat Sardes in het tweede kwart van de zevende eeuw, dus een generatie na Gyges, al een indrukwekkende stad was met mooie huizen, bedekt met dakpannen. Niet zo vreemd natuurlijk, met een goudrivier binnen handbereik en een havenstad als Kolofon in het westen, aan de Egeïsche Zee. Gestaag wist Gyges zijn macht uit te breiden over westelijk Anatolië.

De Mermnaden

Gyges’ succes was tijdelijk. Hoewel de koning van de Lydiërs zich had verbonden met Assyrië, moest hij toezien dat de Kimmeriërs in 644 terugkeerden. Hij werd verslagen en sneuvelde, maar Sardes bleef veilig en het waren de Griekse steden die de ellende te verduren kregen. Het nieuwe koninkrijk was echter sterk genoeg om de gewelddadige dood van de stichter te overleven. Gyges’ zoon Ardys volgde hem op en begroef zijn vader op de vlakte benoorden Sardes, die in het Turks Bin Tepe heet, “de duizend heuvels”.

Bin Tepe

Ardys ging verder waar zijn vader was gebleven. en zette het beleid van zijn vader voort: met veroveringen en verdragen breidde hij de Lydische invloedssfeer uit. In het westen veroverde hij bijvoorbeeld de Griekse stad Priene en sloot hij een verdrag met Milete. Maar het belangrijkste is dat Ardys – zo lijkt het; er is wat discussie – als eerste muntstukken liet slaan, vermoedelijk omdat een vaste coupure het eenvoudig maakte huurlingen te betalen. Bijna elke munt toont een leeuw, wat waarschijnlijk het heraldische symbool was van de Mermnaden.

Rond 625 v.Chr. volgde Sadyattes zijn vader Ardys op, maar hij is nauwelijks meer dan een naan. Zijn zoon en opvolger Alyattes is veel beter bekend. In het westen kon hij Smyrna veroveren, in het oosten nam hij Gordion en hij maakte ook voorgoed een einde aan de dreiging van de Kimmeriërs. De rivier de Halys, ten oosten van het huidige Ankara, was nu de grens van de Lydische invloedssfeer. Hier stuitte zijn leger op 28 mei 585 v.Chr. op de Meden. Omdat er een zonsverduistering was, werd de strijd afgebroken en aanvaardden beide partijen de rivier als afbakening van hun invloedssferen.

Kroisos versus Cyrus

Alyattes liet zijn rijk – zeg maar de westelijke helft van Turkije – na aan zijn zoon Kroisos, die vrijwel alle nog onafhankelijke Griekse steden aan de Egeïsche kust onderwierp. In Efese bouwde hij het beroemde heiligdom van Artemis, of Artimus, zoals de Lydiërs zeiden. Kroisos’ hof was beroemd om de luxe en pracht; tot degenen die er op bezoek zouden zijn geweest, behoren de Griekse fabeldichter Aisopos en de Atheense staatsman Solon.

Lydische munt

Goudrijk als het rijk van de Lydiërs was, was het een natuurlijk doelwit voor de legers van Cyrus, de koning van Perzië. Als we Herodotos mogen geloven, besloot Kroisos de Perzische aanval vóór te zijn en stak hij de Halys over, Cyrus tegemoet. Hij zou zich hebben verbonden met de farao van Egypte, Amasis, en met de Spartanen in Griekenland. Misschien behoorde ook koning Nabonidus van Babylonië tot de anti-Perzische alliantie.

Cyrus versloeg Kroisos ergens ten oosten van de Halys, belegerde zijn tegenstander in Sardes en nam de stad in vóór de Spartanen of Egyptenaren de Lydiërs te hulp konden komen. De Babylonische Naboniduskroniek maakt duidelijk dat Cyrus zijn tegenstander liet executeren, en de Griekse dichter Bakchylides geeft dat indirect ook aan als hij zegt dat Kroisos was weggenomen naar de mythische Hyperboreërs in het uiterste noorden – naar een paradijselijk dodenrijk, met andere woorden. Een deel van Kroisos’ onderdanen lijkt te zijn gedeporteerd naar Nippur in Babylonië, waar kleitabletten een Lydische gemeenschap vermelden.

[Wordt vervolgd]

#Alyattes #AnatolischeTalen #Ardys #Artemis #BinTepe #CyrusDeGrote #Efese #Frygië #Gordion #Gyges #Hermos #Hyperboreërs #Kimmeriërs #Kolofon #Kroisos #LuwischeTalen #Lydië #Mermnaden #Milete #MiraBronstijdrijk_ #muntgeld #Naboniduskroniek #Paktolos #Priëne #Sadyattes #Sardes #schrijftaal #slagAanDeHalys #Zeevolken #zonsverduistering

#Météo du samedi 3 août 2024 à #Niort : journée ensoleillée avec quelques nuages. Min. 15°. Max. 27°. Bonne fête aux #Lydie.