Vragen rond de jaarwisseling (3)

Reconstructie van het gezicht van Sensaos (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik nodigde u onlangs uit om vragen te stellen voor het lijstje “Vragen rond de jaarwisseling” van 2024. De eerste zes vragen beantwoordde ik hier, de volgende zes daar, en hier zijn er nog eens zes.

13. Hoe gradueel ging het klassieke Latijn als voertaal uit West-Europa over in de Romaanse talen?

Voor zover ik weet ligt er een probleem met onze data: we hebben alleen geschreven teksten. Uiteraard bevatten die regelmatig opmerkingen over de spreektaal, maar de schrijftaal kennen we wel beter dan de dagelijkse omgangstaal. Het klassieke Latijn en het klassieke Grieks bleven lang in gebruik omdat dit de talen waren waarmee de elites met elkaar communiceerden. Ze hadden een positie die vergelijkbaar is met het hedendaagse standaard-Arabisch.

Ondertussen waren er in de spreektaal wel degelijk ontwikkelingen. Het gesproken Latijn in Numidië zal anders zijn geweest dan het gesproken Latijn in de Lage Landen, omdat in de ene provincie de vroege Berbertalen invloed hadden, terwijl in het Rijnland Gallische en Germaanse invloeden waren. We hebben een paar aanwijzingen voor de spreektaal. In onze contreien kende men een /h/-achtige klank die de Romeinen niet kenden en op verschillende manieren weergaven. De bewoners van Zuid-Holland heetten dus Cananefaten en Hiananefaten. De Hauhae, “hooghemers” ofwel de bewoners van de terpen en wierden, werden op deze manier Chauken.

In de vijfde eeuw viel de eenheids-schrijftaal weg. Wat daarna in inscripties geschreven wordt, staat veel dichter bij de spreektaal. Het Latijnse novem, “negen”, heeft dan zijn laatste medeklinker al verloren en is al op weg naar het Franse neuf. Evengoed waren er literaire auteurs die een Latijn schreven dat een Cicero zou hebben begrepen.

Of de ontwikkeling gradueel of snel verliep, is moeilijk te zeggen omdat ontwikkelingen binnen de spreektalen in de eerste Romeinse eeuwen eeuwenlang moeilijk kenbaar zijn, als het ware bedekt door de Latijnse schrijftaal. In de vijfde eeuw zijn er echter zeker verschillen en vanaf de negende eeuw zijn die voldoende scherp om hedendaags Frans te herkennen – bijvoorbeeld in de Straatsburger Eden.

Tot slot: het was een spel van enerzijds een natuurlijke ontwikkeling van de spreektaal en anderzijds het vasthouden aan oude taalvormen. Dat laatste gebeurde deels omdat mensen netjes voor de dag wilden komen en dus vasthielden aan klassieke vormen (zoals autochtone Nederlanders het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke vormen handhaven als correct Nederlands), en deels omdat die vormen waren ingeburgerd. Vooral veel gebruikte werkwoorden bevatten daardoor overblijfselen van oudere taalfasen, eigenlijk een soort archaic survivals.

14. Behoorden de vroege Friezen bij de Vikingen in Engeland?

Of we zo precies kunnen zijn, weet ik niet, maar een recente expositie in het Fries Museum in Leeuwarden maakt wel duidelijk dat ook de bewoners van het laatantieke/vroegmiddeleeuwse kustgebied zich aansloten bij de Vikingen. Meer informatie daar.

15. Welke andere publicisten zijn er die net zoals Erasmus de klassieke bronnen grondig en systematisch bestudeerd hebben?

Erasmus had allerlei collega’s, zoals Cornelis Gerritsz en Reinier Snoy, die allebei over de Bataven hebben gepubliceerd. Ook Gerard Geldenhouwer schreef daarover. Zij leefden in de zestiende eeuw en zijn verantwoordelijk voor het “Gelderse geschiedbeeld”, waarin de Bataven gelden als voorlopers van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Janus Dousa is verantwoordelijk voor het misverstand dat het Lugdunum op de Peutingerkaart Leiden zou zijn.

Iets eerder leefden Alexander Hegius en Rudolf Agricola, die zich bezighielden met het Grieks, een taal die maar weinig West-Europeanen in de vijftiende eeuw beheersten. Kortom, Erasmus was de enige niet.

16. Waarom wordt een monumentaal gebouw uit de Middeleeuwen, bijvoorbeeld een kathedraal, hersteld en een monumentaal gebouw uit de Oudheid, bijvoorbeeld een tempel, niet?

Ik denk dat het is omdat kathedralen over het algemeen nog wel overeind staan en vaak ook nog in gebruik zijn. Als de Notre Dame afbrandt, restaureer je die. Maar antieke tempels, tja: het zijn al eeuwenlang ruïnes, we kennen ze niet anders. Ik denk ook niet dat er iemand is die die abattoirs wil heropenen.

17. Hebt u een mening over reconstructies van schedels, geraamtes of andersoortige restanten van mensen?

In zo’n gezichtsreconstructie komen diverse soorten informatie samen. Om te beginnen de schedel zelf. Omdat we weten hoe dik de huid en de gezichtsspieren zijn, kunnen ze redelijke benaderingen geven van de vorm van het gelaat. Er zijn zulke goede gezichtsreconstructies van bijvoorbeeld onbekende moordslachtoffers gemaakt, dat de nabestaanden de overledene herkenden, en forensisch onderzoek mogelijk werd.

Het tweede soort informatie komt uit de rest van het geraamte. Als iemand zwaarlijvig was, heeft dat sporen nagelaten in de vorm van vergroeide botten en kapotte knieën. Hieruit zijn conclusies te trekken over het vet in het gezicht, dus of mensen een onderkin of andere vetlagen hadden.

Dan is er het DNA. Daarmee kunnen we tegenwoordig uitspraken doen over de kleur van de huid en de ogen. Dat gezichtsreconstructies van prehistorische en antieke mensen tegenwoordig donkerder worden vervaardigd, is geen politieke correctheid, maar gebaseerd op feiten. Vermoedelijk zou het Rijksmuseum van Oudheden de reconstructie van de zestienjarige Sensaos die bovenaan dit stukje staat, tegenwoordig donkerder maken.

Hoewel er dus verbetering is, blijven er subjectieve aannames. Het RMO gaf onlangs uitleg over de keuzes bij de gezichtsreconstructie van Sensaos. De keuze voor nogal volle lippen was gebaseerd op het gegeven dat haar moeder een Nubische naam had, dus uit Oost-Afrika, waar mensen tegenwoordig zulke lippen hebben. Haar kaaklijn lijkt daarentegen meer West-Afrikaans. Het fysisch antropologisch bewijs conflicteerde hier dus met het naamkundig bewijs en welke keuze je ook maakt, ze is subjectief.

18. Hoe herken je een degelijk/goed “publieksgeschiedenisboek”?

Moeilijk te zeggen, omdat er diverse manieren zijn om het publiek aan te spreken. Je hebt de eerste lijn, waarin we de feiten presenteren, zoals de boeken van Bart Van Loo. En je hebt de tweede lijn, waarin we mensen in een staat van vertrouwdheid brengen met het wetenschappelijk proces, zoals ik probeer in mijn boek Oudheidkunde is een wetenschap. En zo zijn er meer verschillen. Het is lastig te zeggen wat boeken goed maakt.

Aanwijzingen dat een boek slecht is, zijn er wel: denk aan een literatuurlijst zonder Franse of Duitse literatuur. En als het gaat over de Oudheid: een classicus die geen archeoloog raadpleegt en vice versa. Auteurs die geen meelezers noemen, hebben onvoldoende zelfkritiek. Maar dit spreekt natuurlijk vanzelf.

Voor straks: fijne jaarwisseling! Voor morgen: gelukkig nieuw jaar!

#archaicSurvival #DesideriusErasmus #GerardGeldenhouwer #gezichtsreconstructie #JuliusCaesar #Latijn #Lienden #LugdunumBatavorum #Peutingerkaart #RijksmuseumVanOudheden #romaanseTalen #Sensaos #StraatsburgerEden #taalkunde #vragenRondDeJaarwisseling

Vragen rond de jaarwisseling 2024 - Mainzer Beobachter

Wellicht heeft u vragen over de antieke cultuur. Vandaag mag u ze stellen en wie weet kan ik ze rond de jaarwisseling beantwoorden.

Mainzer Beobachter

Vragen rond de jaarwisseling (2)

Een Romeinse dodecaëder (Archeologisch Museum, Zagreb)

Ik nodigde u onlangs uit om vragen te stellen voor het lijstje “Vragen rond de jaarwisseling” van 2024. De eerste zes vragen beantwoordde ik daar; hier zijn er nog eens zes.

7. Is er meer bekend over hoe bijv. Caesar een grote troepenmacht met alle ondersteuning over grote (zee) afstanden kon sturen?

Ik denk dat u dit stuk moet lezen.

8. Was er in de oude wereld een sociale status vereist om deel te nemen aan de eredienst? Kijkend naar de meest populaire godheden in de antieke culturen, zie ik elitaire prioriteiten zoals autoriteit, oorlog en wijsheid. Verraadt dat een bepaalde maatschappelijke structuur?

De cultus draaide doorgaans om het offer en niet iedereen kon dat betalen. Dit betekent dat de maatschappelijke gemarginaliseerden waren uitgesloten van althans een deel van de eredienst. Een bekende anekdote gaat over Simeon, de zoon van Gamaliël, die protesteerde toen in de joodse tempel in Jeruzalem de prijs van een duif was verhoogd. Hij bereikte een normalisering van het tarief en daarmee was het heil opnieuw betaalbaar. Niet voor de bedelarmen, maar wel voor mensen die enige inkomsten hadden.

Dat de meest populaire goden zich bezighielden met autoriteit, oorlog en gecontroleerde kennis, is gezichtsbedrog. De populariteit van een god is af te meten aan inscripties en tempels en afbeeldingen, maar alle drie waren uitingen van de elite-cultuur. We weten feitelijk niet wie, maatschappijbreed, de populairste goden waren.

We kunnen wel nadenken over wat de gemarginaliseerden, zoals de herders uit het Lukas-evangelie, hebben gedacht. In voorindustriële werelden, waarin alles draaide om patronage en dus tussenpersonen, verlangen de machtelozen vooral naar rechtstreeks contact met degenen die de beslissingen nemen (“brokerless kingdom”). En de tempel, waar het offer zo duur was, was zo’n tussenpersoon tussen de gemarginaliseerde gelovige en zijn god. Acties tegen de officiële eredienst, zoals Jezus’ tempelreiniging, passen heel goed in dit beeld.

Ik focus in dit antwoord op het jodendom omdat het Nieuwe Testament zo verdraaid interessant is. Hier discussiëren vissers, prostituees en tollenaars over de zaken die zij belangrijk vonden en dat maakt het Nieuwe Testament tot een uniek sociologisch document. Ik heb het vaker geschreven, al weet ik even niet meer waar, maar alleen al om deze reden zou op de gymnasia wat meer gelezen moeten worden in het Lukasevangelie en de Handelingen van de apostelen.

9. Wat was het doel en de betekenis van de Romeinse dodecaëders?

Als ik het wist, doceerde ik nu aan de Sorbonne.

10. Ik heb weleens gehoord dat tussen ca 500 v.Chr. en 1000 na Chr. het terpengebied tot de dichtst bewoonde gebieden in Europa hoorde.

Dat lijkt me kras. Steden zijn echt dichter bevolkt dan welk platteland ook. En in een deel van de genoemde periode, tussen pakweg 250 en 450, was het kustgebied zelfs verlaten. Misschien is er een misverstand: West-Friesland was in de Bronstijd heel erg dichtbevolkt. Een mooi boek daarover is Landschap vol Leven. De archeologie van de Westfrisiaweg van Jolanda Bos en Sigrid van Roode.

11. Ik hoop op een overzicht “wijzigende inzichten van 2000 tot 2024 m.b.t. tot het tijdvak “einde Romeinse Rijk en Vroege Middeleeuwen”.

Dat is moeilijk samen te vatten, maar een paar dingen zijn wel duidelijk. Eén, we begrijpen beter dat rond het midden van de zesde eeuw er een paar verschrikkelijke dingen zijn gebeurd: drie snel op elkaar volgende vulkaanuitbarstingen, een epidemie die we nu met Pest kunnen identificeren en hongersnood. De demografische instorting was al langer bekend, maar we begrijpen nu de oorzaken beter. Dit is de feitelijke breuk tussen de laatantieke en vroegmiddeleeuwse samenleving. Het vacuüm werd gevuld door de Arabieren; hun wereld begrijpen we beter dankzij de ontdekking van duizenden en duizenden inscripties. Het ontstaan van de islam is ook beter begrepen.

Voor onze eigen contreien zou ik de muntschat van Lienden willen noemen, die bewees dat de macht van Rome zich rond 460 nog tot de Betuwe uitstrekte. Ze bewees ook dat het netwerk van het vroege Frankische Rijk is ontstaan binnen het Romeinse Rijk.

12. Wat is er waar van het verhaal over de goede grond in de Betuwe (bat ouwe) en de slechte van de Veluwe (vale ouwe)?

De beste etymologie van “Betuwe” is *bat-agwio, “het goede waterland”; u leest er hier meer over. Een moderne etymologie van “Veluwe” legt een verband met het Germaanse *felwa, dat zoiets als bleekgeel betekent; vgl. vaal en het Engelse woord fallow. Ook het Germaanse *felw- wordt wel genoemd, een woord dat zou verwijzen naar een moerasbos; vgl. ons woord wilg.

[wordt vervolgd]

#bedelarmoede #Betuwe #brokerlessKingdom #DodeZeeRollen #etymologie #Friezen #JolandaBos #JuliusCaesar #Lienden #NieuweTestament #patronage #SigridVanRoode #SimeonBenGamaliël #terpen #Veluwe #vikingen #vragenRondDeJaarwisseling #WestFriesland

Vragen rond de jaarwisseling 2024 - Mainzer Beobachter

Wellicht heeft u vragen over de antieke cultuur. Vandaag mag u ze stellen en wie weet kan ik ze rond de jaarwisseling beantwoorden.

Mainzer Beobachter

De Franken van Nebisgast tot Elegast

Eindelijk, eindelijk, eindelijk: er is een nieuw boek over de Franken. Het heet De Wereld van Clovis. De Val van Rome en de Geboorte van het Westen en is geschreven door de Vlaamse historicus Jeroen Wijnendaele. Niet dat er helemaal nooit iets wordt gepubliceerd over de mensen die ik gemakshalve even “onze voorouders” zal noemen. We hebben bijvoorbeeld het boek van Luit van der Tuuk. Maar de Franken, die lange tijd toch golden als het begin van de Nederlandse identiteit, hebben het de laatste twintig jaar publicitair moeten afleggen tegen de Romeinen. Een boek over de Franken is daarom welkom.

En niet uit nostalgie naar een traditioneler geschiedbeeld. De Late Oudheid is belangrijk en krijgt de laatste tijd eindelijk de aandacht die ze verdient. Recent onderzoek leidt tot nieuwe inzichten, zoals de muntschat die in 2017 is ontdekt bij Lienden: nog in 461 had Rome invloed in het Nederlandse rivierenlandschap. De Franken zijn echter niet alleen wetenschappelijk “hot”, ze zijn ook belangrijk. De ondertitel van Wijnendaeles boek mag dan klinken als goedkope hype, al in de inleiding is duidelijk waarom ze accuraat is: Clovis schiep in een versnipperd politiek landschap een West-Europese eenheid – en dat ideaal is sindsdien blijven bestaan. En van idealen kan vormende werking uitgaan. Kortom, een belangrijk boek.

Frankische schijffibula (Rheimisches Landesmuseum, Bonn)

Geen recensie

Nu ben ik bevooroordeeld, want ik was meelezer bij dit boek. Ik sta zelfs geciteerd op de achterflap. Maar in alle bescheidenheid denk ik dat het niet mijn vooringenomenheid is die me ertoe brengt u De Wereld van Clovis. De Val van Rome en de Geboorte van het Westen aan te bevelen. U zult de komende tijd allerlei positieve besprekingen zien van auteurs die zeggen “eindelijk, eindelijk, eindelijk”.

Vooringenomen als ik ben, zal ik het boek niet recenseren. Maar ik kan wel iets vertellen over een mogelijk vervolg: wat zou het leuk zijn als er een mooie expositie kwam over de Franken. Er is heel veel materiaal te kiezen, en de laatste tentoonstellingen zijn óf alweer een tijdje geleden (“Verloren Grens”, eind jaren tachtig in Tongeren) óf kleiner dan het onderwerp verdient, zoals de Gouden Vrouwen die u nog één week in Rhenen kunt bezoeken. Het is gewoon hoog tijd voor een overzichtstentoonstelling “Van Nebisgast tot Elegast”.

Een verouderde reconstructie van een Frank (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

De vierde eeuw

Als ik gastconservator was, zou ik beginnen met wat valse noties. Dus eerst bovenstaande, een eeuw oude reconstructie van een besnorde krijger met de verkeerde mantelspeld. Misschien toonde ik ook wat oude schoolboeken en de onderwijsposters die nog steeds worden vervaardigd omdat verouderd beeldmateriaal nou eenmaal rechtenvrij is.

Dan een zaal over de Late Oudheid. Het missorium van Theodosius is hier de eerste van twee blikvangers. Het illustreert het meerhoofdig keizerschap van de vierde eeuw. Aan een muur is een visualisatie van de bevolkingsneergang, ter verklaring van de afname van het aantal archeologische vindplaatsen en -vondsten. Ook is er iets te zien over klimaatreconstructie en het einde van het Romeinse Klimaatoptimum, om te tonen waardoor de Romeinse overheid minder middelen had. De tweede blikvanger is de Peelhelm, die toont dat het Romeinse leger, ondanks een afname van rekruten en materiële middelen, nog altijd functioneerde. Andere voorwerpen illustreren de brug bij Cuijk, foederati en laeti, de forten langs de Chaussée Brunehaut en uiteraard Sint-Maarten.

Francisca uit Wijster (Drents Museum, Assen)

Er volgt een zaal over de Germanen. Natuurlijk zijn er veel archeologische voorwerpen, te beginnen met Wijster en andere Drentse vondsten – denk aan een francisca. Denk ook aan de voorwerpen uit oostelijk Nederland en aan de ijzerwinning op de Veluwe. Verdere inspiratie: de tentoonstelling in Bonn. Ik zou aandacht besteden aan de stereotypen in onze bronnen. Het Amsterdamse Caesar-handschrift ligt in deze zaal op een ereplaats, opengeslagen bij de beschrijving van de Germanen.

In een volgende, kleine zaal zou ik twee poppen willen zien. Aan de ene zijde een reconstructie van de Chamaaf Nebisgast, aan de andere zijde de Romeinse generaal Julianus. Ze stonden in 358 echt tegenover elkaar en lijken meer op elkaar dan je weleens zou denken. De voorwerpen er omheen tonen de bezoeker waarop de reconstructie is gebaseerd. De re-enactors van Fectio kunnen hier een enorme museale meerwaarde zijn. De grafsteen van Viatorinus uit Keulen illustreert de Franken als tegenstanders van de Romeinen, maar er is ook aandacht voor de Franken als bondgenoten.

Julianus (Bodemuseum, Berlijn)

Meervoudige identiteiten

Ik denk dat de cultuur van laatantiek Gallië in een volgend deel van de expositie centraal moet staan. Hier zijn dus volop voorwerpen uit Luik, Reims, Straatsburg en Saint-Germain-en-Laye. De meervoudigheid van de identiteiten staat hier centraal. Er is aandacht voor het talige contact. De bezoeker verneemt bijvoorbeeld dat de Frankische en dus Nederlandse zuivelterminologie aan het Latijn is ontleend en dat dit taalcontact vérstrekkende implicaties heeft. Ook moet er aandacht zijn voor vijfde-eeuws Xanten, omdat nogal wat Frankische sagen wortelen in de regio Xanten/Nijmegen (Hagen von Tronje, Siegfried, de Zwaanridder en – als je het mij vraagt – Brunhilde). Maquettes van het grensfort Deutz en een hoogteversterking als Furfooz.

Verder is in dit deel van de tentoonstelling de inscriptie EDCS-28600036 te zien. Die komt weliswaar uit Boedapest en dus niet uit Gallië, maar illustreert mooi de meervoudige identiteiten.

Francus ego cives Romanus miles in armis.

Ik ben een Frank, een Romeins burger, een soldaat onder de wapenen.

Grafsteen van de Frank Batimodus (Archeologisch Museum Xanten)

Het pièce de résistance is in deze zaal de muntschat van Lienden, die toont dat het Romeinse Rijk nog altijd invloed had. Een piramidevormige animatie biedt uitleg van het beleid van keizer Majorianus, van zijn rechterhand Aegidius, en via een man als Childerik verder naar “de heer van Lienden”. Ook is er uitleg van een Frankische Gefolgschaft – denk aan de heer van Morken, denk aan Bodi, al zijn beide eigenlijk een tikje te jong. Er zijn voorwerpen uit de militaire graven uit Nijmegen en ook is de grafsteen van Batimodus uit Xanten te zien.

In een volgende, kleine zaal draait het om het graf van Childerik in Doornik. Die voorwerpen zijn natuurlijk allemaal gestolen, maar er zijn replica’s te zien uit het museum van Mainz. Childeriks opvolger Clovis is moeilijk te illustreren, maar er zijn voldoende vroegchristelijke voorwerpen bekend om in elk geval iets te doen rond zijn doop. Een animatie toont de uitbreiding van zijn machtsgebied.

Applique uit Furfooz (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

De zesde en zevende eeuw

Het slot van “Van Nebisgast tot Elegast” zou ik inrichten zoals ik onlangs in München zag: diverse graven documenteerden daar de herkomst van mensen die in de zesde en zevende eeuw woonden in Beieren. Voor onze contreien kun je dus denken aan de graven uit Tongeren, die de laat-Romeinse tradities voortzetten, maar ook aan Germaanse wapengraven, aspecten van de Noordzeecultuur én aanwijzingen voor handelscontacten met de mediterrane wereld. Denk aan het grafveld van Rhenen, denk aan de koptische schaal uit Ewijk en denk aan samenwerking met Erve Eme.

Nu het verschijnsel identiteit voor de Late Oudheid is genuanceerd, zou ik eindigen met een zaal waarin ons eigen beroep op de oude wereld als bron van identiteit wordt genuanceerd. Onze taal is laat-Frankisch, het monotheïsme verving in de Frankische tijd de oudere culten en de oudste laag van onze literatuur is eveneens Frankisch. Denk aan de magische kant van Elegast, denk aan Cunera, denk aan de Zwaanridder. Toch is Nederlands Germaanse verleden de afgelopen kwart eeuw verdwenen, zodat “Van Nebisgast tot Elegast” kan eindigen met de vraag voor welke Nederlandse mensen taal, religie en literatuur er eigenlijk nog toe doen.

Gedecoreerde boog uit Glons (Grand Curtius, Luik)

Maar goed. Ik ben geen gastconservator en ik heb de indruk dat de verwijdering van Nederlands Germaanse verleden inmiddels een voldongen feit is. Deze tentoonstelling zal er niet komen. Maar we hebben in elk geval het boek van Jeroen Wijnendaele, De Wereld van Clovis. De Val van Rome en de Geboorte van het Westen, dat u moet lezen als u bent geïnteresseerd in de Late Oudheid en ook als u daar nog niet in bent geïnteresseerd.

#Aegidius #agency #Batimodus #ChausséeBrunehaut #Childerik #Clovis #CuneraVanRhenen #ErveEme #Ewijk #francisca #Franken #JeroenWijnendaele #KarelEndeElegast #KoptischeSchaal #Lienden #Majorianus #Nebisgast #Nijmegen #ReEnactmentgroepFectio #Rhenen #SintMaarten #TheodosiusI #Tongeren #Viatorinus #vormendeWerking #Xanten #Zwaanridder

De Franken - Mainzer Beobachter

De laatste Romeinse keizer die nog belang stelde in de gebieden ten noorden van de Alpen was Majorianus (r.457-461). Dat betekende dat hij het conflict aanging met de Franken, die inmiddels in het noorden van Gallië een staat aan het opbouwen waren. Ik blogde al eens over hun leider Childerik. De Romeinse auteur Sidonius Apollinaris … Meer lezen over De Franken

Mainzer Beobachter
Heeft #siewertdeoplichter de miljoenen al terugbetaald? #Siewert van #Lienden

🚨🚁: Traumaheli (Gelderland Zuid) met Prio 1 naar melding: "Traumaheli persoon in levensgevaar" te Lienden (Gelderland).

𝗣𝟮𝟬𝟬𝟬: A1 Ambu 08993 - Lienden
𝗥𝗲𝗴𝗶𝗼: Gelderland Zuid
𝗪𝗼𝗼𝗻𝗽𝗹𝗮𝗮𝘁𝘀: #Lienden
𝗦𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁: onbekend
𝗧𝗶𝗷𝗱 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴: 09:05 uur

#P2000 #Traumaheli #GoogleMaps https://www.google.com/maps/search/?api=1&query=Lienden

Bevor Sie zu Google Maps weitergehen

🚨🚁: Traumaheli (Rotterdam-Rijnmond) met Prio 1 naar melding: "Traumaheli persoon in levensgevaar" op Burgemeester Houtkoperweg te Lienden (Zuid-Holland).

𝗣𝟮𝟬𝟬𝟬: A1 AMBU 17992 Burgemeester Houtkoperweg 4033BK Lienden LIENDN bon 109724
𝗥𝗲𝗴𝗶𝗼: Rotterdam-Rijnmond
𝗪𝗼𝗼𝗻𝗽𝗹𝗮𝗮𝘁𝘀: #Lienden
𝗦𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁: Burgemeester Houtkoperweg
𝗧𝗶𝗷𝗱 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴: 09:04 uur

#P2000 #Traumaheli #GoogleMaps https://www.google.com/maps/search/?api=1&query=Burgemeester%20Houtkoperweg%2CLienden

Bevor Sie zu Google Maps weitergehen

🚨🚁: Traumaheli (Brabant Noord) met Prio 1 naar melding: "Traumaheli persoon in levensgevaar" op Batouwse Singel te Lienden (Noord-Brabant).

𝗣𝟮𝟬𝟬𝟬: A1 Ambu 08993 - Lienden batouwse singel Rit 182516 MKA gld zuid
𝗥𝗲𝗴𝗶𝗼: Brabant Noord
𝗪𝗼𝗼𝗻𝗽𝗹𝗮𝗮𝘁𝘀: #Lienden
𝗦𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁: Batouwse Singel
𝗧𝗶𝗷𝗱 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴: 16:52 uur

#P2000 #Traumaheli #GoogleMaps https://www.google.com/maps/search/?api=1&query=Batouwse%20Singel%2CLienden

Bevor Sie zu Google Maps weitergehen

🚨🚁: Traumaheli (Gelderland Zuid) met Prio 1 naar melding: "Voertuig te water" op Vogelenzangseweg te Lienden (Gelderland).

𝗣𝟮𝟬𝟬𝟬: A1 Ambu 08993 Voertuig te water Vogelenzangseweg Lienden Rit 177844
𝗥𝗲𝗴𝗶𝗼: Gelderland Zuid
𝗪𝗼𝗼𝗻𝗽𝗹𝗮𝗮𝘁𝘀: #Lienden
𝗦𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁: Vogelenzangseweg
𝗧𝗶𝗷𝗱 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴: 14:03 uur

#P2000 #Traumaheli #GoogleMaps https://www.google.com/maps/search/?api=1&query=Vogelenzangseweg%2CLienden

Bevor Sie zu Google Maps weitergehen

🚨🚁: Traumaheli (Gelderland Zuid) met Prio 1 naar melding: "Ongeval met letsel" op Molenstraat te Lienden (Gelderland).

𝗣𝟮𝟬𝟬𝟬: A1 Ambu 08993 HV weg letsel Lienden Molenstraat 46 Rit 176877
𝗥𝗲𝗴𝗶𝗼: Gelderland Zuid
𝗪𝗼𝗼𝗻𝗽𝗹𝗮𝗮𝘁𝘀: #Lienden
𝗦𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁: Molenstraat
𝗧𝗶𝗷𝗱 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴: 16:54 uur

#P2000 #Traumaheli #GoogleMaps https://www.google.com/maps/search/?api=1&query=Molenstraat%2CLienden

Bevor Sie zu Google Maps weitergehen

🚨🚁: Traumaheli (Gelderland Zuid) met Prio 1 naar melding: "Ongeval met letsel" te Lienden (Gelderland).

𝗣𝟮𝟬𝟬𝟬: A1 Ambu 08993 HV weg letsel Lienden Rit 176877
𝗥𝗲𝗴𝗶𝗼: Gelderland Zuid
𝗪𝗼𝗼𝗻𝗽𝗹𝗮𝗮𝘁𝘀: #Lienden
𝗦𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁: onbekend
𝗧𝗶𝗷𝗱 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴: 16:53 uur

#P2000 #Traumaheli #GoogleMaps https://www.google.com/maps/search/?api=1&query=Lienden

Bevor Sie zu Google Maps weitergehen