Echte en onechte brieven van Paulus

Paulus (Rome, Santa Prassede)

Een nieuwe zondag, een nieuw stukje over de wereld van het Nieuwe Testament. En we gaan het eens hebben over auteurschap. Meer in het bijzonder: wie schreef de dertien brieven van de apostel Paulus? Daar is nogal wat om te doen, namelijk. Voor degenen die de Bijbel als het woord van God nemen, is dit een non-probleem: ongeacht wie de pen in de hand had, zijn alle teksten uit het Nieuwe Testament door God geopenbaard, zodat elke tekst normatief is, wie ze ook schreef.

Desondanks is er al sinds mensenheugenis discussie over. De Alexandrijnse geleerde Origenes, die schreef in de eerste helft van de derde eeuw, betwijfelde al of Paulus de Brief aan de Hebreeën had geschreven. En Origenes was een scherpzinnig geleerde, die wist van de tekst- en bronkritische hoeden en randen. Sindsdien zijn er allerlei argumenten naar voren gebracht. Ik zal de uitkomst alvast verklappen: niemand trekt de authenticiteit in twijfel van Romeinen, 1 Korintiërs, 2 Korintiërs, Galaten, Filippenzen, 1 Thessalonicenzen en Filemon. Over de rest is discussie.

Waarom discussie?

Eén van de redenen om te debatteren is dat antieke brieven met een levensbeschouwelijke inslag sowieso verdacht zijn. Classici voeren een vrolijke discussie over de brieven van de Atheense filosoof Plato en voeren geen discussie over de brieven van Apollonios van Tyana (allemaal vals). De Grieks-Romeinse auteur Ploutarchos citeert in zijn Leven van Alexander uit een fictieve correspondentie tussen Alexander en Aristoteles.noot Ik noem dit omdat het bewijs dat Alexander de leerling is geweest van Aristoteles minder sterk is dan wel wordt aangenomen. Dat geleerden vraagtekens plaatsen bij het auteurschap van Paulus, is dus heel normaal: het genre schreeuwt erom.

De aanleiding tot de vraag zit soms ook in de brief. Hebreeën vermeldt geen afzender en heeft sowieso een beetje de vorm van een essay. De authenticiteitsvraag dringt zich dan vanzelf op.

De complicaties

Het probleem is nu: we hebben eigenlijk wat weinig context. We hebben een algemeen verhaal over Paulus’ reizen, de Handelingen van de apostelen, maar dat is meer een roman dan een biografie. En hoewel het te ver zou gaan de tekst als historisch volslagen onbetrouwbaar neer te zetten, zijn er toch wel heel gekke discrepanties tussen de Paulus van de Handelingen en de Paulus van de authentieke brieven.

Volgens de brieven-Paulus konden niet-Joden toetreden tot het Verbond zonder dat er eisen werden gesteld, terwijl de Handelingen-Paulus akkoord gaat met de Noachitische geboden. In de brieven noemt Paulus zich te pas en te onpas “apostel”, Handelingen duidt hem één keer zo aan.noot Handelingen 14.4. Ook de biografie van de twee Paulussen is anders. Samenvattend: de auteur van de Handelingen schetst geen reële Paulus maar een ideale christen. Of beter: de auteur herkende allerlei spanningen tussen de diverse soorten christenen en paste zijn Paulus zó aan dat consensus mogelijk was. Dat is een duidelijk doel, maar maakt het lastig om de authenticiteit van de brieven te toetsen aan de hand van Handelingen.

Criteria

Theologie dan? Er zijn tussen de authentieke en bediscussieerde teksten overeenkomsten en verschillen. Er liggen nu twee problemen. Het eerste is: niet-authenticiteit is altijd makkelijker te beredeneren. Het is vrij simpel verschillen te benoemen die overtuigend ogen, terwijl het aanwijzen van overeenkomsten neerkomt op het opsommen van platitudes. Dat Paulus en iemand die deed alsof ’ie Paulus was, allebei geloofden in één god en aan Christus een speciale plek toewijzen: dat is allemaal zo logisch dat het niet overtuigt.

Het tweede probleem is dat denkende mensen van mening veranderen. Zoiets geldt zeker voor Paulus, die begon als farizee en zich ontwikkelde tot christen. We weten dus dat deze man niet over alles altijd hetzelfde dacht.

Nog iets: voor wie schreef iemand? Een Paulus die zich richtte tot mensen die hem al kenden zou hun andere dingen vertellen dan aan mensen die hem niet kenden. Elke auteur past zijn vorm aan zijn doelgroep aan: de Max Havelaar die zich richt tot de hoofden van Lebak hanteert islamitisch jargon, de Max Havelaar van “Over de verhouding der europesche ambtenaren tot de Regenten op Java” niet. Verschillen in vorm en stijl zijn dus te verwachten.

Woordkeuze is ook weleens genoemd. De auteur van de omstreden Brief aan de Efesiërs hanteert woorden die overeenkomen met de Eerste brief van Clemens, die een halve eeuw na Paulus geschreven moet zijn. Van diezelfde brief aan de Efesiërs is weleens opgemerkt dat ze een kerk-in-wording veronderstelt, die er in Paulus’ eigen tijd zeker nog niet was.

Tot slot: stylometrie? Helaas zijn de brieven wat kort, maar er is wel onderzoek gedaan. Logischerwijs nemen onderzoekers de zeven authentieke teksten als norm en vergelijken de andere teksten daarmee. Dan lijken de omstreden Efeziërs en Kolossenzen authentieker te zijn dan de twee brieven aan Timotheüs.

Ik komt tot een soort conclusie. Toen ik me voornam dit eens uit te zoeken, meende ik te weten dat zeven brieven echt waren en de rest omstreden. Dat is nog steeds mijn conclusie, want de consensus van de wetenschappers is zwaarwegend. Maar nu ik me er wat in verdiep, begrijp ik wel beter waarom geleerden verdeeld zijn over de andere brieven: het is heel lastig om authenticiteit en gebrek aan authenticiteit aan te tonen.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier. En een overzicht van stukjes over het wetenschappelijk aspect van de oudheidkunde vindt u daar.]

#AlexanderDeGrote #ApolloniosVanTyana #Aristoteles #authenticiteitscriteria #BriefAanDeEfesiërs #BriefAanDeFilippenzen #BriefAanDeGalaten #BriefAanDeHebreeën #BriefAanDeKolossenzen #BriefAanDeRomeinen #BriefAanFilemon #briefliteratuur #EersteBriefAanDeKorintiërs #EersteBriefAanDeThessalonicenzen #EersteBriefAanTimotheüs #EersteBriefVanClemens #HandelingenVanDeApostelen #MaxHavelaar #NieuweTestament #Paulus #Plato #Ploutarchos #stylometrie #TweedeBriefAanDeKorintiërs #TweedeBriefAanTimotheüs

Nieuwe Testament - Mainzer Beobachter

In 2019 ben ik begonnen met een (bijna) wekelijks blogje over het Nieuwe Testament. Dat lees ik zonder al te veel aandacht te besteden aan latere christelijke uitleg, maar met de nadruk op de joodse context. Die reeks kan nog jaren duren. Hier is een overzicht van de stukjes. Matteüs Marcus Lukas Johannes Handelingen Romeinen … Meer lezen over Nieuwe Testament

Mainzer Beobachter

Gymnosofisten

Boeddha als naakte wijze (Gogdara)

Voor ik vandaag begin, eerst even een petitie: Cardiff, oude geschiedenis deze maand. De sloop van de oudheidkundige instituten gaat gewoon verder.

***

Hebt u getekend? Dan gaan we nu beginnen.

Gymnosofisten

Een gymnosofist is, letterlijk, een naakte wijze of een wijze naaktloper. Het Griekse woord duikt voor het eerst op in beschrijvingen van de Indische campagne van Alexander de Grote in 327-325 v.Chr. Volgens een door Ploutarchos overgeleverde anekdote ondervraagt hij tien gymnosofisten die allemaal slimme antwoorden geven.noot Ploutarchos, Leven van Alexander 64. Het verhaal, dat wat folkloristisch aandoet, is ook bekend van een papyrus in Bern, die dateert uit de eerste eeuw v.Chr.

Het woord gymnosofist was ongebruikelijk. De andere Alexanderhistorici noemen de Indische wijze doorgaans “brahmanen”. Het is echter waarschijnlijk dat Alexanders tijdgenoten begrepen dat er in India verschillende soorten wijzen waren. Alexanders admiraal Nearchos, de auteur van een reisverslag, was zich er bijvoorbeeld van bewust dat de door hem beschreven Kalanos geen brahmaan was.

Saddhu’s, brahmanen en boeddhisten

Misschien moeten we de tien gymnosofisten wel typeren als saddhu’s. Het verschil is dat de brahmanen behoorden tot de hoofdstroom van de Indische religie en behoorden tot de invloedrijke priesterkaste. Saddhu’s daarentegen woonden buiten de grote politieke centra en hadden bezwaar tegen de brahmaanse orthodoxie. Sommige van hun ideeën zouden worden geïntegreerd in het uit het brahmanisme ontstane hindoeïsme, andere bleken onacceptabel maar vonden hun weg naar het jaïnisme en het boeddhisme, die uitkristalliseerden tijdens het bewind van de Maurya-dynastie.

Deze theologische verwikkelingen waren onbekend bij de Macedonische en Griekse bezoekers. Daarom konden in het Grieks “brahmanen” en “gymnosofisten” synoniem worden. Men meende ook dat Griekse filosofen als Pythagoras India hadden bezocht en bij de gymnosofisten hadden gestudeerd. Net als de pythagoreeërs waren het immers vrome mannen die geloofden in reïncarnatie en zich onthielden van vlees en wijn.

Egypte

In de eerste helft van de derde eeuw van onze jaartelling gebruikte de Griekse auteur Filostratos, de auteur van het Leven van Apollonios van Tyana, de uitdrukking voor een groep asceten die leefde in Nubië (dus in Zuid-Egypte en Noord-Soedan). Hij presenteert deze gymnosofisten als minder wijs dan de brahmanen van India. Dat is overigens alleen maar Filostratos’ vergelijking – ik mag dan weleens beweren dat migratie in de Oudheid grootschaliger was dan we wel denken, maar ik zou niet willen zeggen dat er een Indisch klooster was in Nubië.

Hoewel Filostratos beweert deze informatie te hebben gevonden in een reisverslag van een leerling van Apollonios, is het wat curieus dat deze ascetische gemeenschap nergens anders wordt vermeld. We hebben immers duizenden papyri uit Egypte. We zouden er graag meer over weten, want zo’n gemeenschap in de Egyptische woestijn zou best eens een inspiratiebron kunnen zijn geweest voor de christelijke woestijnvaders.

#AlexanderDeGrote #ApolloniosVanTyana #ascese #boeddhisme #brahmanisme #Filostratos #Gymnosofisten #hindoeïsme #jaïnisme #Kalanos #kaste #Maurya #MauryaRijk #Nearchos #petitie #Pythagoras #pythagorisme #saddhu #woestijnvaders

Sign the Petition

Save Cardiff University Ancient History Degree

Change.org

De Sinterklaas van Marcus Vankan

Er is, zo leren we uit de Catechismus van Sint-Nikolaas, slechts één Sinterklaas, maar in meerdere personen. Zelf ontdekte ik deze geloofswaarheid toen ik de hoogwaardige bisschop van Myra, die zojuist nog een bezoek had gebracht aan onze lagere school, op een schimmel door de straat zag rijden, op weg naar de even verderop gelegen kleuterschool. En deze Sinterklaas zag er heel anders uit. Omdat de verderfelijke ketterij der hulpsinterklazen rond 1972 nog niet was geformuleerd, kon dit slechts leiden tot mijn geloofsafval.

Tot zover het contemporaine aspect der meervuldigheid. Dat deze ene heilige in meerdere personen verschijnt, is ook het thema van een leuk boek dat ik onlangs las: Heilige Nicolaas, bruggenbouwer tussen Oost en West, van Marcus Vankan. Hij is priester, en dat is bij dit onderwerp een pre. Een heilige representeert immers een waarde en Sint-Nikolaas draagt uit dat het goed is te geven aan mensen die niets terug kunnen geven. Daarom geeft Sinterklaas cadeautjes aan kinderen maar is het een feest voor volwassenen. Zoals ik al eerder schreef, weiger ik te geloven dat die waarde in onze neoliberale wereld achterhaald zou zijn.

De historische Nikolaas van Myra

Hoewel Vankans boek meer gaat over de verering van Sint-Nikolaas dan over het aardse bestaan van de bisschop uit Myra, gaat hij ook in op de historische kern van de traditie. Die gaat terug op een vijfde-eeuwse tekst die bekendstaat als Praxis de Stratelatis. Daarin staat het verhaal over de drie officieren die, vals beschuldigd van corruptie, dankzij een interventie van Nikolaas van Myra worden gered.

Een juridische dwaling dreigt maar Sint-Nikolaas grijpt in (Antivouniotissa-museum, Korfu)

Vankans pastorale belangstelling is in het historische hoofdstuk merkbaar. Als hij de legende behandelt dat Nikolaas van Myra optrad tegen de vereerders van Artemis, actualiseert hij het met een opmerking dat mensen verleid kunnen worden tot een pad dat afwijkt van de liefde en dat dan jaloersheid en egocentrisme op de loer liggen, maar dat Sint-Nikolaas de mensen een spiegel voorhoudt door te verwijzen naar de boodschap van Christus. Als oudheidkundige vraag ik me af waarom de Oudheid geactualiseerd moet worden, maar een priester mag zoiets natuurlijk schrijven.

Advies voor de herdruk

Ik heb iets meer moeite met Vankans goedgelovigheid als het gaat om het zogenaamde manna-wonder: het gebeente van Sint-Nikolaas scheidt soms wat vocht af. Daarvoor zou geen natuurwetenschappelijke verklaring bestaan. Dat zal best waar wezen, maar dat is mede doordat het onderzoek dateert uit de jaren vijftig. In hetzelfde historische hoofdstuk noemt Vankan een koolstofdatering uit 1957 die het gebeente van Sint-Nikolaas plaatste in de vierde eeuw – wat past bij wat bekend is uit de historische bronnen. Ook deze conclusie kan best waar zijn, maar ik hoop dat Vankan bij een herdruk wil toevoegen dat onderzoekers in 1957 nog niet wisten dat een datering moest worden gekalibreerd en dat ook aan isotoopfractionering niet werd gedacht.

Sta me nog één punt van kritiek toe. Een indrukwekkend persoon trekt verhalen aan, verhalen die al langer circuleren. Zo werkt mondelinge literatuur. Toen Nikolaas van Myra eenmaal een rol speelde in de volkscultuur, trok hij dus verhalen aan die eigenlijk over iemand anders gingen. Het verhaal van de drie dochters, dat we ook kennen over Apollonios van Tyana, is daarvan een loepzuiver voorbeeld. Vankan zou in een herdruk, die zijn boek zeker verdient, die parallel kunnen toevoegen.

De drie dochters (Groeningemuseum, Brugge)

De traditie

Zoals gezegd: de historische bisschop van Myra is niet Vankans eigenlijke onderwerp. Zijn boek gaat over de verering van de heilige, en heilig word je pas na je dood. Het aardse bestaan van Nikolaas van Myra is dus niet Vankans thema. Hij neemt ons mee langs zeventien eeuwen devotie – en dat is een heerlijke verzameling. We lezen over de verering in het Byzantijnse Rijk, over de rol van keizerin Theophanu bij de verspreiding naar het westen, en de rol van de benedictijnen. Dit laatste was voor mij helemaal nieuw.

Uiteraard is er een hoofdstuk over de translatie van de relieken van Myra naar Bari. En uiteraard is dat feitelijk een verhaal over roof. Deze roof – want ik vind “translatie” echt een te mooi eufemisme – zorgde ervoor dat de heilige in oost én west wordt vereerd. Dat is, in de wereld der roomse en orthodoxe heiligen, niet zo heel gebruikelijk. Ik ben althans niet op de hoogte dat maronitische heiligen als Sint-Charbel in Nederland worden vereerd, en dan zijn de maronieten nog in volle gemeenschap met de kerk van Rome.

De middeleeuwse traditie komt aan bod. Ik zal bij de Sinterklaasintocht aanstaande zondag wel even met mijn vriend S. (“bijna vijf”) over de Dam wandelen en kijken naar het beeldschone gevelsteentje van een baardloze Sinterklaas met naast hem de drie jongelingen in een pekelton. Ik zal S. het bijbehorende gruwelverhaal maar niet vertellen, hoe interessant Vankans deconstructie van die legende ook is.

Sinterklaas: gevelsteen uit Amsterdam (Dam 2)

Sinterklaas, Wodan en Krampus

Het boek gaat natuurlijk niet alleen over Nederland en Vlaanderen; het plaatst de heilige stevig in zijn Europese context. Het interessantste deel gaat over de maskerades rond het feest. Denk aan de wat geheimzinnige gebruiken die op de Waddeneilanden bestaan. Denk ook aan theorieën over heidense invloeden: Wodan met zijn twee zwarte raven rijdt weliswaar op een paard over de wolken, maar dat wil niet zeggen dat de Germaanse god dezelfde is als Sinterklaas die over de besneeuwde daken rijdt, vergezeld van Zwarte Pieten. Vankan rekent vakbekwaam af met die theorie (die ik tot mijn spijt ook weleens heb naverteld). Zwarte Piet wordt al even vakbekwaam geplaatst in de traditie van verslagen duivels en demonen – denk aan de Oostenrijkse Krampus.

Het punt is natuurlijk dat tradities voortdurend in beweging zijn. Ook al is de Sinterklaastraditie verankerd in een historische persoon, de uitleg varieert. En dingen die ooit acceptabel waren, zijn dat soms niet langer. Een ingezonden stuk in de Volkskrant, een paar dagen geleden, legde de vinger op een zere plek die in elk geval ik nog niet had ervaren als zere plek: dat je als ouders enerzijds je kinderen voorhoudt dat ze eerlijk moeten zijn, en dat je vervolgens een komedie opvoert rond Sinterklaas.

Nikolaas van Myra (Dadivank-klooster, Nagorno-Karabach)

Al zeventien eeuwen lang was er slechts één heilige, maar in meerdere personen. Alles is voortdurend in verandering en over alles is gediscussieerd. Omdat de belangrijkste discussies in onze tijd online plaatsvinden, zou ik hopen dat het mooie boek van Vankan, dat ik u echt aanraad, nog eens een online-versie krijgt. Een linkje naar de Nieuwe Catechismus van Sint-Nicolaas zou dan niet mogen ontbreken.

PS

Het is goed om te geven aan mensen die niets terug kunnen geven. Als u iets kunt missen, kijk dan eens bij de Stichting Leergeld.

#ApolloniosVanTyana #koolstofdatering #Krampus #MarcusVankan #SintCharbel #SintNikolaas #Sinterklaas #Theophanu #Wodan #ZwartePiet

De catechismus van Sint-Nicolaas - Mainzer Beobachter

  Vraag: Bestaan er meerdere Sinterklazen? Antwoord: Er bestaat slechts één Sinterklaas, doch in meerdere personen. Vraag: Wat moeten wij denken van de mening dat er geen Sinterklaas zou bestaan? Antwoord: De mening dat er geen Sinterklaas zou bestaan, is een afschuwelijke ketterij, die wij met kracht moeten bestrijden. Vraag: Kunnen zij, die niet in … Meer lezen over De catechismus van Sint-Nicolaas

Mainzer Beobachter

3500 jaar Sint-Joris (1)

Sint-Joris (muurschildering uit Bahdidat)

Draken bestaan niet en drakendoders bestaan dus evenmin. En toch hebben we een verhaal over Sint-Joris die een draak versloeg en een prinses bevrijdde. Dat moet ergens vandaan zijn gekomen.

De meest invloedrijke versie zal die zijn uit de Gulden Legende, een collectie christelijke heiligenlevens die rond 1260  is samengesteld door Jacob van Voragine, de aartsbisschop van Genua. Ik citeerde die al eens op deze blog. Als de heilige Georgius, zoals Joris in het Latijn heet, ergens in Libië een prinses wil bevrijden en daartoe ten strijde trekt tegen een waterdraak, beschermt hij zichzelf met een kruisteken, velt zijn lans en verwondt het ondier. Daarop beveelt hij de prinses de draak met haar ceintuur aan te lijnen en “als een goed afgerichte hond mee de stad binnen te brengen”. Bij het zien van het monster willen de bewoners vluchten naar de nabijgelegen bergen, maar Georgius legt hun uit dat God hem heeft gezonden om hen te bevrijden van het kwaad en dat ze zich alleen maar hoeven laten dopen. Als ze dat doen, zal hij de draak alsnog doden. En zo geschiedt: twintigduizend mensen bekeren zich tot het christendom, Joris doodt het ondier en er zijn vier span ossen nodig om het kadaver de stad weer uit te krijgen.

Pure chantage, zou je zeggen.

Een zee van verhalen

We hebben een vermoeden over de herkomst van dit verhaal. Genua, waar Jacob van Voragine aartsbisschop was, was een beroemde handelsstad met contacten tot in Libanon. De Genovese familie Embriaco was daar heer en meester in de haven van Byblos. Het verhaal kan door kooplieden of kruisridders naar Italië zijn gebracht vanuit het Midden-Oosten.

Sint-Joris (Monreale)

Daar circuleerde de legende toen al, maar omdat het een verhaal was dat mensen mondeling aan elkaar doorgaven, weten we niet hoe het verhaal destijds luidde. Of beter: hoe de verhalen destijds luidden. Elke verteller paste de details immers aan zijn publiek en aan de omstandigheden aan. De luisteraars letten niet op de inhoud, want ze wisten allang hoe het afliep, maar letten op de manier waarop het werd verteld. Een goede verteller boeide zijn publiek met een gedetailleerde beschrijving van de draak, met levendige dialogen, met een exposé over de kleding van de prinses en een lange uitweiding over het verdriet van haar ouders. En uiteraard met een in geuren en kleuren verteld gevecht.

Die vertellingen werden opgeschreven op plaatsen waar Sint-Joris en de draak niet allang en alom bekend waren. Zoals in Genua. Of in Georgië aan de Zwarte Zee, waar, zo’n twee eeuwen voordat een reiziger het verhaal meenam naar Genua, al een reiziger was aangekomen met hetzelfde verhaal. Zo hebben we dus twee getuigenissen voor een in het oosten circulerende legende: een Georgische uit de elfde eeuw en een Genovese uit de dertiende eeuw. We hebben ook een elfde-eeuwse muurschildering, trouwens, uit Centraal-Turkije.

De echte Sint-Joris

We weten van het bestaan van oudere versies. Veel oudere zelfs. Ze circuleerden al in de vijfde eeuw. In deze legende is Georgius een Romeinse soldaat die in Lydda, het huidige Lod bij Tel Aviv in Israël, leefde in de tijd van de christenvervolgingen. Toen hem werd gevraagd zijn christelijke geloof af te zweren, weigerde hij en daarom werd hij op 23 april 303 terechtgesteld. Het staat vast dat er een kerk voor hem is gebouwd in Lydda. Het verhaal over de soldaat zal wel waar zijn, al is het maar omdat het vrij sober is, past bij een reële situatie en geen ongeloofwaardige elementen heeft. Zoals een draak.

En nu wordt het interessant. We kennen namelijk wel een andere vroege, eveneens te paard gezeten drakendoder-heilige. Dat is Sint-Theodorus. In het Midden-Oosten zijn nog allerlei middeleeuwse kerken waar de bezoeker op de ene muur Sint-Georgius ziet en op de tegenoverliggende muur Sint-Theodorus. Het lijkt erop dat onze Georgius, die dus een martelaar was uit Lydda, zijn draak heeft overgenomen van Theodorus. In de zee van oosterse legenden spoelde weleens een motief van de ene heilige naar de andere, zeker als de heiligen op elkaar leken. Als de ene heilige ridder een draak had gedood, waarom dan de andere niet ook?

Zesde-eeuwse pelgrimsfles met Sint-Theodoros (Louvre, Parijs)

Ook Sint-Theodorus heeft natuurlijk nooit een draak verslagen. Net als Sint-Georgius was hij een soldaat die tijdens de christenvervolgingen is gedood. Er is weleens geopperd dat het verhaal van de drakenstrijd feitelijk gaat over de onderdrukking van de heidense godsdienst en dus van begin af aan symbolisch bedoeld is geweest. Een aanwijzing daarvoor is dat in de versie die we van Jacob van Voragine kennen, sprake is van de bekering van alle bewoners van een stad.

Een heidense Sint-Joris

Maar misschien is de theorie dat de draak altijd symbolisch bedoeld is geweest, wel te ver gezocht. We weten dat de christenen in de Late Oudheid weleens de vraag hebben gesteld waarom het heidendom alle goede verhalen had, en dat de christenen toen concludeerden dat ze die verhalen maar moesten kerstenen. Als heidense verhalenvertellers op de markt altijd succes hadden bij het publiek, waarom konden de christenen dan niet diezelfde verhalen voorzien van een christelijke held en benutten voor eigen gebruik?

SInt-Theodoros (Archeologisch Museum, Sousse)

Dit is geen plagiaat, het is hoe een mondelinge verhalencultuur werkt. Op dezelfde wijze werd de biografie van de christelijke heilige Hieronymus uitgebreid met een legende over een leeuw. Die kennen we uit een oudere anekdote over een zekere Androkles. Elders lezen we hoe Sint-Nikolaas, bisschop van Myra, kindervriend en goedhuwelijksman, beurzen met goudstukken wierp door het raam van meisjes die anders geen bruidsschat hadden gehad en geen andere toekomst hadden dan het bordeel. Dat werd eerder verteld over de heidense filosoof Apollonios van Tyana. En Theodorus had de draak die hij later zou afstaan aan Georgius, overgenomen van de Griekse held Perseus.

Het verhaal van Perseus is een van de bekendste sagen uit de klassieke wereld. Als hij, gezeten op het paard Pegasos, aankomt bij een havenstad in Libië, ziet hij de prinses Andromeda vastgebonden aan een berg, als een prooi voor een watermonster. Gelukkig maakt Perseus korte metten met het ondier. De Griekse sage loopt niet af met de overgang van de stedelijke bevolking tot een nieuwe religie, maar met een ander feest: een bruiloft. Perseus en Andromeda leven nog lang en gelukkig.

Perseus bevrijdt Andromeda van de zeedraak (fresco uit Boscotrecase; Metropolitan Museum of Art, New York)

Ze zijn overigens allebei, met het paard Pegasus én Andromeda’s ouders Kefeus en Kassiopeia, in de hemel opgenomen als sterrenbeelden. Zelfs het zeemonster is van de partij: het is het sterrenbeeld Walvis.

***

Dit was het nawoord dat ik schreef bij het mooie boek Drakeblood, dat fotografe Robin Butter maakte over het zevenjaarlijkse draaksteken in het Limburgse Bessel. Het boek kan hier worden besteld.

Ik heb nog meer noten op mijn zang. Dit stukje wordt over een uur vervolgd.

#Androkles #Andromeda #AndromedaSterrenbeeld_ #ApolloniosVanTyana #Bessel #Byblos #CassiopeiaSterrenbeeld_ #CepheusSterrenbeeld_ #draak #drakendoder #Embriaco #Genua #Georgië #GuldenLegende #JacobVanVoragine #legende #Lydda #mondelingeLiteratuur #mythologie #Pegasos #PegasusSterrenbeeld_ #Perseus #PerseusSterrenbeeld_ #RobertDMillerII #SintJoris #SintTheodoros #WalvisSterrenbeeld_

Jacobus de Voragine - Wikipedia