«[U]ne collection de 3 600 objets, 6 000 spécimens zoologiques ou botaniques et 370 manuscrits éthiopiens dont le #MuséeDuQuaiBranly décide un siècle plus tard d’interroger la provenance. Autrement dit : ont-ils été offerts, achetés ou volés ? ..

Une contre-enquête avec les premiers concernés interrogés par six chercheurs africains..»

https://www.rfi.fr/fr/podcasts/la-marche-du-monde/20250419-mission-dakar-djibouti-une-contre-enqu%C3%AAte-avec-les-africains

#MissionDakarDjibouti #Afrique #colonisationFrançaise #histFr #patrimoine #pillageDuPatrimoineAfricain #étudesDécoloniales @histodons

La marche du monde - Mission Dakar-Djibouti, une contre-enquête avec les africains

De quoi la Mission Dakar-Djibouti est-elle le nom ? Partie de France le 19 mai 1931 pour traverser d’est en ouest le continent pendant presque deux ans, la mission menée par Marcel Griaule, jeune ethnologue de 33 ans, est un périple transafricain d’exploration scientifique doublé d’une vitrine médiatique dont l’objectif est d’« archiver dans l’urgence les cultures africaines en voie de disparition ». Résultat des courses : une collection de 3 600 objets, 6 000 spécimens zoologiques ou botaniques et 370 manuscrits éthiopiens dont le Musée du Quai Branly décide un siècle plus tard d’interroger la provenance. Autrement dit : ont-ils été offerts, achetés ou volés ?

RFI

Thermoluminescentie (en wat dat betekent)

Sao-sculptuur (Musée du Quai Branly, Parijs)

Oudheidkundigen hebben diverse dateringsmethoden. Terugwerkend: eerst is er de gangbare kalender, wat verder terug hebben we de Romeinse keizers en hellenistische koningen, nog wat dieper zijn er de Mesopotamische sterrenkundige dateringen. Daarnaast biedt de archeologie een stoer werkpaard: de koolstofdatering. Alleen: dat werkpaard heeft soms kuren. Elke datering behoeft kalibratie en daarnaast zijn er reservoireffecten en andere complicaties. En nog een probleem: organisch materiaal mineraliseert, en in sommige regio’s gaat dat erg snel.

Zoals de gebieden ten zuiden van de Sahara. De Romeinen ontmoetten kooplieden uit die regio, maar wisten daar – als we de route langs de Nijl even buiten beschouwing laten – maar weinig van. Het enige wat de klassieke auteurs ons aan informatie hebben nagelaten, zijn geruchten over goudbewakende gorgonen en amazones: een echo van de situatie in de Bambouk. Omdat archeologen dus  dateringsmoeilijkheden hebben, is er, vergeleken met bijvoorbeeld de Maghreb, een gat in onze kennis. Dit is een van de redenen dat subsaharaal Afrika een beetje wordt genegeerd. Zelfs Zenab Badawi, die in haar recente An African History of Africa licht wil werpen op dit werelddeel, besteedt er geen aandacht aan.

Thermoluminescentie

Gelukkig bestaan er meer oudheidkundige dateringstechnieken, zoals thermoluminescentie. Daarmee kunnen onderzoekers sedimenten en aardewerk dateren. Dit is geen nieuwe techniek of zo; archeologen kunnen het al meer dan een halve eeuw en dat ik het er nog niet eerder over heb gehad is gewoon omdat andere dingen actueler waren. Het principe is dat mineralen (en dus ook zandkorrels en kleideeltjes) van nature een zachte elektromagnetische straling hebben, de luminescentie. Na verhitting is die verwaarloosbaar, maar als het materiaal vervolgens wordt afgesloten van het licht, bijvoorbeeld omdat het onder de grond ligt, laadt het zich weer op vanuit natuurlijke radioactiviteit. Als een analist het materiaal in het lab belicht, komt de zo opgebouwde elektromagnetische straling weer vrij en daarna geldt: hoe meer, hoe ouder. Je kunt zo tienduizenden jaren teruggaan en de foutenmarge loopt op tot 10%.

In het Musée du Quai Branly in Parijs leerde ik vorige week iets over een mij nog onbekend resultaat. Rond het Tsjaad-meer, dus aan de zuidwestelijke rand van de Sahara, bestond ooit de zogeheten Sao-cultuur. Archeologen plaatsten die lange tijd in de ruim twee millennia tussen de negende eeuw v.Chr. en de veertiende eeuw na Chr. De stadstaten aan het einde van deze periode zijn ook bekend uit Arabische bronnen en vormen geen probleem, maar het beginpunt was feitelijk een slag in de lucht. In 2014 kwamen verschillende terracottabeeldjes als het bovenstaande naar het laboratorium en konden analisten vaststellen dat het begin van de Sao-cultuur zeven eeuwen later moet worden geplaatst, rond het midden van de tweede eeuw v.Chr.

Sao-aardewerk (Musée du Quai Branly, Parijs)

Betekenis

Maakt thermoluminescentie in dit geval veel uit? Voor de Romeinse handel niet: we wisten al dat men producten uitwisselde met Sao-kooplieden. Maar er ontstaat een interessant synchronisme tussen de opkomst van de Sao-cultuur en de neergang van de Karthaagse handel. We mogen speculeren – speculeren! – dat daardoor een eerdere elite verarmde en desintegreerde, waarna Sao-elites vrij baan kregen. De foutenmarge maakt echter ook de omgekeerde gang van zaken denkbaar: al eerder in de tweede eeuw v.Chr. bloeide de handel op tussen de nieuwe Sao-mensen en Karthago, dat daardoor in welvaart toenam, wat dan voor Rome weer aanleiding was tot militaire interventie.

Al met al is de herdatering van de Sao-cultuur geen werkelijk belangrijk nieuw resultaat; nieuwe hypotheses zijn zelfs helemaal geen resultaat. Maar er openen zich wel nieuwe denkpistes. En dat is gewoon leuk.

[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van stukjes over het wetenschappelijk aspect, vindt u daar.]

PS

O ja: had u deze petitie al getekend?

#Bambouk #chronologie #DerdePunischeOorlog #koolstofdatering #MuséeDuQuaiBranly #petitie #Sahara #SaoCultuur #sediment #thermoluminescentie #Tsjaad #ZenabBadawi

Het hellenisme - Mainzer Beobachter

Het hellenisme was een nieuwe tijd. De Griekse cultuur verspreidde zich. Maar we moeten het ook weer niet overdrijven.

Mainzer Beobachter

Precolumbiaanse culturen

Olmeeks portret (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Deze blog begon ruim dertien jaar geleden als een algemeen medium, zeg maar als een soort dagelijkse krant, en veranderde al snel in een blog over de Oudheid. Ik heb Rome, Griekenland, Egypte, Mesopotamië en Perzië altijd gepresenteerd in samenhang met Centraal-Eurazië en met Afrika; de Indusbeschaving en China kregen wat minder aandacht omdat ik er wat minder van weet. En Precolumbiaans Amerika kreeg pas de laatste jaren wat aandacht.

Eén reden daarvoor is dat ik meende dat de Precolumbiaanse culturen niet goed pasten bij de definitie van de oude wereld: de periode waarover we naast het archeologische bewijs al geschreven bronnen hebben, maar niet zó veel bronnen dat we aan echte geschiedvorsing kunnen denken. Eigenlijk, dacht ik, bestaat deze situatie in de Amerika’s alleen in de ruime eeuw vóór Cortés en Pizarro. Maar er zijn veel meer teksten, oudere ook, dan ik dacht. Een tweede reden: voor de op deze blog behandelde materie over de Oude Wereld kan ik zonder de Azteken en Inka’s uit de Nieuwe Wereld. En ook daarover ben ik anders gaan denken.

Precolumbiaanse culturen

De Precolumbiaanse culturen zijn interessant en ik zou er misschien meer over hebben geschreven als ik er al eerder meer over had geweten en als ik had geweten hoe ik aan informatie kon komen. Internet helpt niet werkelijk: in die ongedifferentieerde nevenschikking van informatie kan ik kaf en koren niet scheiden. De openbare bibliotheek bood een handvol boeken over pakweg de Maya’s of de Azteken, maar een echt overzichtswerk vond ik niet. Het academisch aanbod bleek hypergespecialiseerd. Terwijl ik dus gewoon een handboek à la De Blois en Van der Spek wilde lezen, zoals eerstejaars-geschiedenisstudenten in hun eerste weken doen.

Cupisnique-vaas (Museum aan de Stroom, Antwerpen)

En dus baseerde ik me op het museale aanbod. De Aztekententoonstelling in het Wereldmuseum in Leiden, de slecht toegelichte collectie in het Humboldtforum in Berlijn, de voorwerpen in de Brusselse Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, de weergaloos mooie collectie van het Museum aan de Stroom in Antwerpen, het boeiende Museum der Fünf Kontinente in München en – vorige week – het Musée du Quai Branly in Parijs. Ik koop catalogi. Ik heb nu ruim duizend foto’s, geordend in eenennegentig mappen, van Yupik in Alaska tot Mapuche in Argentinië, maar eigenlijk weet ik niet goed wat de namen betekenen. Is “Puebla” de naam van een archeologische cultuur, van een landstreek in Mexico of van een archeologische fase? Mijn kennis is structuurloos.

Ik heb, eerlijk gezegd, de indruk dat dat niet alleen komt door mijn beperkte intellect. Het helpt de geïnteresseerde beginner niet dat Tiwanaku en Wari ook worden weergegeven als Tiahuanacu en Huari. Of dat een en dezelfde oude cultuur twee namen kan hebben.

Aztekische maïsgodin (Wereldmuseum, Leiden)

Een fijn boek

Maar misschien ben ik onlangs gered. In het Musée du Quai Branly kocht ik een klein boekje, Les civilisations précolombiennes van de Franse archeologen Éric Taladoire en Patrice Lecoq; het is de vorig jaar verschenen, geactualiseerde versie van een boekje uit 2016. En hé, dit was bijna precies het boek dat ik zocht.

In het eerste hoofdstuk presenteren ze de archeologie en etnografie van de Amerika’s als een “tweede ontdekking” en schetsen ze de grote regio’s. Ik kan nu mijn eenennegentig fotomappen tenminste gaan ordenen. Het tweede hoofdstuk behandelt Midden-Amerika: de preklassieke Olmeken, de klassieke Maya’s, andere beschavingen uit de regio (zoals Teotihuacán) en tot slot de postklassieke imperia – anders gezegd, de Azteken. Steeds opnieuw gaat de beschrijving van de geografie vooraf aan die van de materiële cultuur, zo nu en dan onderbroken door beschrijvingen van zaken als religie, sjamanisme, mensenoffers, landbouwtechnieken of de politieke structuur.

Maya-schaal (Humboldtforum, Berlijn)

Noordelijk Amerika komt er met een kort derde hoofdstuk bekaaid vanaf, waarna het vierde hoofdstuk de culturen van de Andes behandelt. Zeg maar Peru. Ze verdelen de geschiedenis in een aanloopfase, een formatieve periode (Cupisnique, Chavin), een periode van diversificatie (Nazca, Moche, Recuay, Vicus…), een periode van verstedelijking (Wari en Tiwanaku), een nieuwe periode van diversificatie (Chimu, Sicán, Chancay…) en tot slot ook hier imperiumvorming: de Inka’s.

Een vijfde hoofdstuk behandelt de culturen van Ecuador, Colombia, Bolivia, Chili en het Amazonegebied. Opnieuw kort. Ik had hier wat meer willen lezen over de domesticatie van de maïsplant, waarvan ik toevallig al eens heb opgeduikeld dat het een moeizaam proces is geweest.

Het beste is het slot. Dan trappen de auteurs hun eigen bouwwerk omver. Ze benoemen de politieke bijbedoelingen van sommige onderzoekers. Ook leggen ze uit dat het definiëren van culturen en cultuurfasen (“preklassiek” of “formatief”) problematisch is. Uiteraard zijn dit normale thema’s uit de geschiedtheorie en de sociale wetenschappen, maar het is goed dat deze zelfkritiek ook in een inleidend werk aan de orde komt.

Tiwanawaku-portret (Musée du Quai Branly, Parijs)

Presentatie

Een perfect boek is dit niet. Ik schreef al dat dit bijna precies het boek was dat ik zocht. Afbeeldingen en meer landkaarten zouden de tekst beter begrijpelijk hebben gemaakt. Je kunt het online allemaal opzoeken, maar je hebt het liever meteen bij de hand. Hier wreekt zich het format van de Que sais-je?-reeks.

Tegelijkertijd: Les civilisations précolombiennes biedt een (volgens mij) gedegen overzicht en ook niet méér. De hinderlijke neiging van een Charles Mann om voortdurend zichzelf in het verhaal te plaatsen – zijn boek 1491 begint met een beschrijving van wat hij zag uit een vliegtuig – blijft de lezer bespaard.

Weet ik nu alles? Nee. Maar ik heb nu wel de materie bij de hand die ik nodig heb om een kaartenbak aan te leggen, om mijn fotoarchiefje te ordenen en – wie weet, als er zegen op rust – eens een blogje te wijden aan die wonderlijk vreemde wereld.

#Amazonegebied #Azteken #ÉricTaladoire #boek #Bolivia #Chancay #CharlesCMann #Chavin #Chili #Chimú #Colombia #Cupisnique #Ecuador #InkaS #maïs #Mapuche #MayaS #mensenoffer #Mexico #Moche #MuséeDuQuaiBranly #Nazca #Olmeken #PatriceLecoq #Peru #Puebla #Recuay #Sicán #sjamanisme #Teotihuacán #Tiwanaku #Wari #Yupik

Centraal-Eurazië Archieven - Mainzer Beobachter

Overzicht van de geschiedenis en culturen van de nomaden van Centraal-Eurazië in Prehistorie, Oudheid en Middeleeuwen.

Mainzer Beobachter

Halloween spirit again ? 🧙‍♀️🧟‍♀️🧛‍♂️👿🎃💀👻

L'exposition "Zombis - La mort n'est pas une fin ?" commissionnée par @philippe Charlier au Musée du quai Branly - Jacques Chirac n'attend que vous !

#exposition #quaibranly #musee #museeduquaibranly #Halloween #halloween2024 #zombie #croyances #anthropologie #Haiti #culture #culturepourtous

https://www.theartchemists.com/exposition-zombis-quai-branly/

Exposition

Cette saison, le musée du quai Branly nous invite à une exploration macabre et fascinante des frontières entre la vie et la mort. Avec l’exposition

The ARTchemists

Vijf dagen Parijs

Illustratie uit een Arabisch commentaar op Galenus’ beschrijving van theriac (Institut du monde arabe, Parijs)

Je wil het liefst het nuttige met het aangename verenigen, en als je iets nuttigs te doen hebt in Parijs, is het vanzelf aangenaam. Aangenaam waren vooral de musea die ik kon bezoeken. Hierbij een paar aantekeningen.

Institut du monde arabe

Het Institut du monde arabe is gevestigd in een prachtig gebouw tegenover het Île Saint-Louis. De vaste collectie is niet wezenlijk vernieuwd, maar die is zo interessant dat dat ook niet nodig is. Er is momenteel een expositie over Bagdad in de negende eeuw. Die is opgehangen aan de laatste versie van Assassin’s Creed, zodat je niet alleen voorwerpen ziet die het leven in de hoofdstad van het Abbasidische Rijk documenteren, maar ook uitleg krijgt over het maken van zo’n game. Die uitleg is niet heel anders dan wat je in Groningen in StoryWorld verneemt over Horizon Zero Dawn, dus de voorwerpen trekken de meeste aandacht. Wat mij betreft was een beeldschoon manuscript van een vertaling van / commentaar op Galenus het hoogtepunt. En uiteraard de vaste collectie.

De mosasaurus uit de Pietersberg (Muséum national d’histoire naturelle, Parijs)

Muséum national d’histoire naturelle

Even stroomopwaarts liggen de natuurhistorische musea, en natuurhistorische musea zijn altijd de beste plekken in de wereld om een uurtje stuk te slaan. Ik kende de mineralogische en de dierkundige afdelingen al, en belandde dit keer bij de paleontologie. Skeletten, skeletten en nog meer skeletten. Hoogtepunt: de mosausaurus die ooit in de Pietersberg is gevonden en – naar verluidt – voor een paar honderd flessen wijn is verpatst aan de Fransen. Het was het begin van de dinosauruswetenschap en het speet me dat ik een mij bekende deskundige (4¾) niet bij me had. De musea liggen overigens langs een schitterend park, waar je heerlijk kunt lunchen (al smaakte mijn hot dog niet bepaald geweldig).

Kleitablet over de stichting van een gebouw (Metropolitan Museum, New York | Louvre, Parijs)

Louvre

Stroomafwaarts van het Institut du monde arabe, maar op de andere oever, is het Louvre. Het grootste en mooiste en beste museum ter wereld behoeft geen introductie. Los daarvan: al kende ik alle superlatieven van de Nederlandse taal, dan nog zou ik tekort schieten. Eén minpunt: de veiligheidsmaatregelen zijn sinds de Olympische Spelen verscherpt en zelfs als je een ticket hebt met een tijdslot, zijn de wachtrijen enorm lang, zodat er nu een wachtrij is voor mensen die hun tijdslot hebben gemist.

Het doel van mijn bezoek was de expositie van Mesopotamische stukken uit New York, die tijdelijk zijn te zien in het Louvre. Die waren erg mooi en goed uitgelegd, maar het waren er te weinig. Ik denk dat je heel, heel erg geïnteresseerd moet zijn in het oude Nabije Oosten om er speciaal voor naar Parijs te reizen. De rest van het museum is natuurlijk wél een reden om speciaal naar Parijs te reizen.

Glaswerk uit Begram (Musée Guimet. Parijs)

Musée Guimet

De Franse grootindustrieel Émile Guimet (1836-1918) maakte enkele reizen door het Verre Oosten en deed zijn best om zijn tijdgenoten vertrouwd te maken met de oosterse culturen. Tot zijn initiatieven behoorden de reconstructie van boeddhistische rituelen en voorstellingen van wat destijds danses brahmaniques heette – de danseres kwam uit Leeuwarden en heette Griet Zelle ofwel Mata Hari. Guimets blijvende erfenis is het naar hem vernoemde museum van Aziatische kunst. Er zijn onder meer drie zalen met Chinese kunst uit de tijd van de Zijderoute, twee zalen met kunst van de Zijderoute zelf, en twee zalen met Gandara-kunst. Ik was verbluft door het glaswerk uit Begram (bij Kabul).

Een functionaris uit de Wari-cultuur (Musée du Quai Branly. Parijs)

Musée du Quai Branly

Tegenover het Musée Guimet, op de zuidelijke oever van de Seine, in de schaduw van de Eiffeltoren, ligt het door Jacques Chirac gestichte etnografische museum aan de Quai Branly. Het probleem met zulke musea is dat je het als organisator nooit goed kunt doen – u herinnert zich misschien de discussie over het Afrikamuseum in Tervuren, dat probeerde geen “koloniale blik” te hebben op Afrika en het verwijt kreeg dat het nog altijd een Europese blik op Afrika was. Quai Branly is ook niet zonder critici.

Als oudheidkundige herken ik wel iets in die kritiek; de Oudheid wordt ook maar zelden getoond als Oudheid. Steeds weer wordt het tijdperk ondergeschikt gemaakt aan moderne belangstellingen, in plaats van dat ze wordt gebruikt om onze belangstellingen tegen te spreken. Als het echter goed wordt gedaan, confronteren zowel etnografische als oudheidkundige musea je met je vooroordelen en tonen ze je dat je eigen opvattingen ook maar plaats- en tijdgebonden zijn. In het Quai Branly-museum zocht en vond ik de confrontatie met de esthetiek van de Precolumbiaanse culturen. Culturen waar ik werkelijk niets van begrijp, maar die net zo menselijk waren als de onze.

Gallische helm uit Alesia (Musée d’archéologie nationale, Saint-Germain-en-Laye)

Musée d’archéologie nationale

Da’s lachen natuurlijk, dat Frankrijk een museum heeft voor nationale archeologie, maar laten we niet te hard lachen. Het is bijna twee eeuwen oud, is van zijn dwalingen teruggekomen en heeft inmiddels prachtige afdelingen om andere culturen te tonen, terwijl ons eigen Nederland nog niet zo lang geleden plannen had voor een nationaal historisch museum, opgericht met het expliciete doel de nationale identiteit te versterken. De Nederlandse geschiedwetenschap was toen al zo hersendood dat ze verzuimde de minister te antwoorden dat wetenschap geen politieke doelen dient en dat hij het geld mocht steken op een plek waar de zon nooit schijnt.

Het Musée d’archéologie nationale is al jaren in verbouwing en bij een eerder bezoek had ik niet de vondsten kunnen zien van de in opdracht van Napoleon III verrichte opgravingen van Alesia. Dit keer waren de zalen van de Late IJzertijd wegens een elektriciteitsstoring opnieuw gesloten, dus het leek erop dat ik de reis naar de Parijse buitenwijk Saint-Germain-en-Laye voor niets had gemaakt. De Bronstijdafdeling was wel open en ik was verbluft toen ik de Gouden Hoed van Avanton voor het eerst zag.

Gelukkig deed de elektriciteit het al snel weer en zo kon ik eindelijk de vondsten uit die belangrijke opgraving (een van de aanleidingen tot de experimentele archeologie) toch eens zien. Ik kan niet zeggen dat ze me verbaasden, want daarvoor zijn ze te beroemd – maar het is natuurlijk wél Alesia. Dus ik keerde fluitend terug naar mijn hotel.

#Afghanistan #Alesia #AssassinSCreed #ÉmileGuimet #GandaraKunst #GoudenHoedVanAvanton #InstitutDuMondeArabe #JacquesChirac #Louvre #MataHari #mosasaurus #MuséeDArchéologieNationale #MuséeDuQuaiBranly #MuséeGuimet #MuséumNationalDHistoireNaturelle #NapoleonIII #Parijs #Zijderoute

Bienvenue à l’Institut du monde arabe | Institut du monde arabe

Un week-end au Musée du Quai Branly sur le dépassement du corps - ResMusica

Le musée du quai Branly – Jacques Chirac à Paris met à l'honneur les 2 et 3 mars artistes, jeunes […]

ResMusica
J’ai visité pour la première fois le musée du quai Branly hier, et un truc m’a fait tiquer : les œuvres sont rangées par ère géographique, ok, mais toutes les époques sont mélangées et il faut vraiment rester attentif aux mentions minuscules des cartels pour distinguer ce qui date du XVe ou début XXe siècle. Est-ce que ça ne contribue pas à renforcer une vision occidentale de peuples primitifs anhistoriques ?
#quaiBranly #musée #museeduquaibranly #muséographie