Het Rijk van Toulouse (2)
Gesp uit de tijd van het Rijk van Toulouse (Musée de la romanité, Nîmes)Het Rijk van Toulouse, waaraan ik mijn vorige blogje wijdde, was expansief. Aan de gebieden in Aquitanië die Theodorik I toegewezen had gekregen, voegden hij en zijn opvolgers het nodige toe. Ze hadden vooral belangstelling voor de Languedoc ofwel Narbonensis, waar ze toegang zouden krijgen tot de Middellandse Zee. Het was van begin af aan het beleid van de keizer (of wie er in Italië ook maar beleid maakte) om de verovering van de Languedoc te verhinderen, maar in 461 verwierf Theodorik II de voornaamste stad Narbonne desondanks toch. De Visigotische vorsten wisten bovendien de hand te leggen op andere delen van Zuidwest-Frankrijk.
Tegelijk speelden ze een belangrijke rol in de verdediging van het Romeinse Rijk tegen minder geromaniseerde volken, waarvan de Hunnen het opvallendst zijn: in 451 vochten Visigotische troepen op de Catalaunische Velden voor de Romeins generaal Aetius tegen Attila. Niet veel later steunde Theodorik II keizer Avitus (r.455-457) door op het Iberische Schiereiland te strijden tegen de Sueben, die zich moesten terugtrekken naar Galicië in het noordwesten. De les die de Visigoten leerden was dat Iberië klaar lag om te worden veroverd.
Naar Iberië
Dat zou dan ook gebeuren, al is onduidelijk hoe de eerste machtsuitbreiding heeft plaatsgevonden. Wellicht zagen Theodorik II en zijn opvolger Eurik erop toe dat de hoogste, officieel door de keizer in de Iberische provincies benoemde magistraten kwamen uit hun eigen netwerk. Anders gezegd, het waren Gallo-Romeinen. We mogen aannemen dat de noordoostelijke gebieden als eerste in hun handen kwamen. Pas later strekte het gezag zich uit naar Andalusië. In elk geval is de hospitalitas waarmee de Visigoten Aquitanië hadden verworven, niet gedocumenteerd.
Hoewel dus veel onduidelijk is, was dit het begin van wat het Rijk van Toledo zou zijn. Ik benadruk dat de nieuwe machthebbers ook in Iberië niet zozeer nieuwe heersers waren, als wel werden opgenomen in een bestaande laat-Romeinse structuur. Dat Theodorik en Eurik “koningen” worden genoemd, wilde niet zeggen dat ze soeverein waren; het was een persoonlijke titel, vermoedelijk niet heel anders dan de aloude titels van onze adel. Ze zeiden de keizer te dienen en dat was niet helemaal een fictie.
De Visigoten-met-Germaanse-voorouders spraken immers allang Latijn, minimaal als tweede taal, en ze waren al christelijk. Dat ze niet de keizerlijke orthodoxie aanhingen, is een veelbesproken maar feitelijk niet zo belangrijke kwestie. En ook over het recht heb ik het al gehad: het rechtstelsel dat de Visigotische heersers meenamen naar Iberië stond heel sterk in een Romeinse traditie. Toen ze hun eigen munten gingen slaan, stond daarop de keizer van Constantinopel.
Het einde
Dat neemt niet weg dat Eurik, als hij zich door de keizer geschoffeerd voelde, wel degelijk de wapens tegen hem kon opnemen. Eén zo’n moment was toen keizer Anthemius (r.467-472) trachtte zijn greep op Gallië te versterken door samen met de Britten (uit Bretagne of Engeland?) het Rijk van Toulose aan te vallen. Eurik wist met de Britten af te rekenen. In deze tijd, of iets later, stuurde hij legers over de Pyreneeën, waarvan de manschappen zich vestigden in Pamplona, Zaragoza en Tarragona. De regio staat sindsdien bekend als Gotenland ofwel Catalonië. Ook veroverde Eurik Clermont-Ferrand – ik stipte dat in het vorige blogje al aan – en Arles, het voornaamste centrum van het Romeinse bestuur.
Breviarum Alaricianum (©Bibliothèque nationale, Parijs)Euriks opvolger was Alarik II (r.484-507). Hij stuurde in 494 en 497 nieuwe groepen over de Pyreneeën, waarover we frustrerend weinig weten. Net als Eurik presenteerde hij zich als Romeins magistraat, onder andere door (in 506 of 507) een uittreksel te maken van de Codex Theodosianus, het op dat moment belangrijkste Romeinse wetboek. Dit Breviarum Alaricianum was overal van kracht tussen de Loire en de Straat van Gibraltar. Bovendien wilde Alarik zich bekeren tot het christendom zoals de keizer het voorstond en daartoe organiseerde hij in Agde in 506 een synode die de theologische disputen uit de weg moest ruimen.
Tot bekering kwam het niet. Een jaar later, vlak voordat hij zich zou laten herdopen, sneuvelde Alarik in een oorlog tegen de Franken, die onder leiding van Childerik en Clovis al grote delen van Gallië in hun macht hadden gekregen. Daarmee kwam een abrupt einde aan het Rijk van Toulouse. Clovis nam het gebied over en een deel van de Visigoto-Gallo-Romeinse bewoners trok over de Pyreneeën naar het zuiden. Het moet om tienduizenden mensen zijn gegaan, die zich beriepen op hospitalitas – dit keer wel – en op vrij grote schaal landerijen onteigenden. Van de noordelijke gebieden behielden de Visigoten alleen Narbonne en omgeving, mede dankzij hulp van de heerser in Italië, Theodorik de Grote (r.493-526). Die wilde liever geen Franken aan de Middellandse Zee.
Munt van Amalarik (Staatliche Münzsammlung, München)Wat na 507 resteerde voor de Visigotische vorsten: Iberië. Hun aanwezigheid daar was al een halve eeuw oud en had daardoor inmiddels een zekere vanzelfsprekendheid. Alariks zoon en opvolger Amalarik zal niet als vreemdeling zijn ervaren, al zullen de bewoners van het schiereiland de onteigeningen natuurlijk niet hebben toegejuicht. Niettemin: de dynastie kon worden voortgezet, met een nieuwe residentie in de centraal gelegen stad Toledo.
[volgende week meer]
#Aetius #AlarikII #Amalarik #Anthemius #arianisme #Arles #Attila #Avitus #BreviariumAlaricianum #CatalaunischeVelden #Catalonië #ClermontFerrand #Clovis #CodexTheodosianus #Eurik #Franken #Gallië #hospitalitas #Languedoc #Latijn #Narbonne #Pamplona #RijkVanToledo #RijkVanToulouse #RogerCollins #Sueben #SynodeVanAgde #Tarragona #TheodorikDeGrote #TheodorikI #TheodorikII #Visigoten #Zaragoza





