Romeins Judea (41-70 na Chr.)

Judaea Capta, “Judea is onderworpen” (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

[Tweede blogje over Romeins Judea; het eerste was hier.]

Het keerpunt

De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus beweert dat er vanaf de dood van Herodes de Grote een rode draad was van aanhoudend geweld, dat uiteindelijk culmineerde in de Joodse Opstand van 66-70 na Chr. alsmede het einde van de eredienst in de tempel in Jeruzalem. Josephus kan voor het eerste en langste deel van die periode echter geen voorbeelden noemen en zijn tijdgenoot en collega Tacitus is overtuigd van het tegendeel: sub Tiberio quies, ten tijde van keizer Tiberius heerste er rust.noot Tacitus, Historiën 5.9. In 36/37 was er voor het eerst een incident, toen een samaritaanse messias naar de wapens liet grijpen. Pontius Pilatus onderdrukte de revolte voor ze gevaarlijk werd.

Enkele jaren later, in de winter van 40/41 na Chr., wilde keizer Caligula zijn standbeeld hebben in de tempel in Jeruzalem. Dat leidde tot protesten en de eerste interventie van de legioenen. De dood van de keizer verhinderde een bloedbad, maar voortaan was het gedaan met de rust.

De nieuwe keizer, Claudius, zocht een alternatief voor het prefecten-bestuur en benoemde een kleinzoon van Herodes de Grote tot koning: Herodes Agrippa I. Deze regeerde van 41 tot 44 en kreeg niet alleen de gebieden in handen die ooit door Archelaos bestuurd waren geweest, maar ook die van Antipas en Filippos. Bovendien kreeg zijn broer, Herodes van Chalkis, het bestuur toegewezen van de Arabische Itureeërs in de Bekaavallei. Het Joodse koninkrijk was opnieuw intact en Agrippa lijkt zichzelf te hebben beschouwd als een soort messias, die Israël had hersteld. De auteur van de Handelingen van de apostelen, die een andere messias vereerde, vermeldt zijn onverwachte dood niet zonder leedvermaak.noot Handelingen 12.23.

De procuratoren

Na de dood van Herodes Agrippa kreeg Judea opnieuw een Romeinse bestuurder, alleen was het niet langer een militaire prefect maar een civiele procurator. De wereld van de apostel Paulus is daarmee een heel andere dan die van Jezus van Nazaret.

Deze procurator was verantwoordelijk voor Judea, Samaria, Galilea, Idumea en het gebied ten oosten van de Dode Zee. De religieuze taken die de prefect nog had uitgeoefend, zoals het aanwijzen van de hogepriester, kwamen in handen van Herodes van Chalkis en (na diens dood in 48 na Chr.) in handen van een zoon van Herodes Agrippa, Agrippa II.

Het bewind van de procuratoren was echter minder gelukkig dan dat van de prefecten. De belastingdruk was hoog en dat begon zich te doen voelen. Er heerste onvrede. Voor deze periode noemt Flavius Josephus wél gewapende opstanden. Het is onduidelijk waarom de procurators niet goed in staat waren deze problemen het hoofd te bieden, want keizers als Claudius en Nero waren zeker bereid belastingtarieven te verlagen als dat nodig was. Misschien speelt een rol dat de procuratoren meer bestuurlijke taken hadden dan de prefecten, maar minder bevoegdheden. Terwijl de samenleving onrustig was, hadden zij minder armslag.

In elk geval: de vlam sloeg in de pan, de Joden kwamen in opstand, de sadducese hogepriester Ananos II – ooit afgezet omdat hij Jezus’ broer Jakobus de Rechtvaardige zonder proces had laten executeren – zag zijn kans schoon en stichtte een provisorische regering, waarop keizer Nero de legioenen stuurde.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#AnanosII #Augustus #Bekaavallei #CaesareaMaritima #Caligula #Claudius #FlaviusJosephus #Galilea #HandelingenVanDeApostelen #HerodesAgrippaI #HerodesAgrippaII #HerodesVanChalkis #hogepriesterschap #Idumea #Itureeërs #JakobusDeRechtvaardige #Jeruzalem #JoodseOpstand #JudaeaCapta #Judea #messias #Nero #PontiusPilatus #procurator #RomeinsBestuur #Samaria #Tiberius

Berenike

Inscriptie van Berenike en Agrippa II uit Beiroet (klik=groot)

De Joodse prinses Berenike maakt in het Nieuwe Testament één keer haar opwachting en dat leidt tot zegge en schrijve drie vermeldingen. Dat is niet veel, maar we vangen desondanks een glimp op van een van de meest fenomenale vrouwen uit Romeinse geschiedenis. Ze was de dochter van de Joodse koning Herodes Agrippa I (r.37-44) en de zus van koning Herodes Agrippa II (r.43-100). Hier zijn de drie vermeldingen.

Paulus

Koning Agrippa en Berenike kwamen naar Caesarea om bij Festus hun opwachting te maken. Tijdens hun verblijf, dat verscheidene dagen duurde, sprak Festus met de koning over de rechtszaak tegen Paulus.noot Handelingen 25.13-14; NBV21.

Die rechtszaak was al oud. Paulus was voorgeleid bij de vorige gouverneur, Felix, die de zaak had aangehouden en overgedragen aan zijn opvolger. Ik blogde er al eens over. Festus wilde de kwestie nu oplossen met de hoogste Joodse gezagdragers.

De volgende dag verschenen Agrippa en Berenike in vol ornaat. Samen met de legeraanvoerders en de voornaamste inwoners van de stad betraden ze de ontvangstzaal, waarna Paulus op bevel van Festus werd voorgeleid.noot Handelingen 25.23; NBV21.

We lezen hoe Festus uitlegt dat hij niet weet wat hij met de zaak aan moet en we lezen Paulus’ verdedigingsrede. Daarna stond koning Agrippa op,

evenals de procurator en Berenike en de anderen die de zitting hadden bijgewoond. Ze trokken zich terug en overlegden met elkaar.noot Handelingen 26.30-31a; NBV21.

Paulus wordt hierna feitelijk vrijgesproken, maar dat is waarom ik hierover blog. Het oordeel wordt dus gevormd door een Romeinse gouverneur, een Joodse koning, wat andere aanwezigen en Berenike. Het stond een gouverneur vrij van iedereen advies te vragen, maar dat er een vrouw bij aanwezig is, illustreert dat Berenike iemand was om rekening mee te houden. En dat was niet voor niets.

Driemaal getrouwd

Als je vader koning was en als je broer koning zou worden, wachtte je een prinsessenhuwelijk. En inderdaad: Berenike, dertien jaar oud, trouwde in 41 na Chr. met het hoofd van de Joodse gemeenschap in Alexandrië, Marcus Julius Alexander (een neef van de filosoof Filon van Alexandrië).noot Josephus, Joodse Oudheden 19.276-277.

Na de dood van haar echtgenoot trouwde Berenike voor de tweede keer, nu met een oom, koning Herodes van Chalkis, die heerste over de Bekaavallei. Ze lijkt een rol te hebben gespeeld bij de promotie van Tiberius Julius Alexander, de broer van haar eerste echtgenoot, tot gouverneur van Judea. Van Herodes had ze twee zonen, over wie we verder weinig weten.noot Josephus, Joodse Oudheden 19.277, 20.104.

Na Herodes’ dood in 48 droeg keizer Claudius diens koninkrijk over aan Agrippa. Berenike, koningin van Chalkis en op twintigjarige leeftijd tweemaal weduwe, verhuisde nu naar het hof van haar broer. Haar rang als koningin zal een deel van de verklaring zijn voor haar invloed.

Wat ook een rol gespeeld zal hebben, was de zichtbare genegenheid tussen haar en haar broer. Bovenstaande inscriptie uit Beiroet, EDCS-15300229, noemt de twee in één adem. (Om precies te zijn: ze noemt koningin Berenike vóór koning Agrippa.) De Babylonische Talmoed bewaart een onschuldige herinnering aan een discussie die de twee voerden over de kwaliteiten van geiten- en schaapsvlees.noot Babylonische Talmoed, Pesahim 57a. Er gingen echter ook geruchten over een incestueuze relatie; de Romeinse dichter Juvenalis verwijst ernaar.noot Juvenalis, Satiren 6.155-158.

Een derde huwelijk volgde – volgens de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus om de geruchten te bezweren.noot Josephus, Joodse Oudheden 20.145-146. Haar echtgenoot was koning Polemon van Cilicië, maar dit huwelijk eindigde al snel in een echtscheiding. Omdat ze terugkeerde naar het hof van Agrippa II kregen de geruchten weer een nieuw leven. Wat de lezers van de Handelingen van die geruchten hebben gedacht, zullen we wel nooit weten, maar ze zullen hebben geweten dat de twee onafscheidelijk waren. Vandaar dat de auteur van de Handelingen bekend kan veronderstellen wie Berenike was.

Titus

In 66, zes jaar na de besprekingen over Paulus, brak de Joodse Opstand uit. Agrippa was de loyale bondgenoot van de Romeinse generaal Vespasianus. In deze tijd ontmoette Berenike Vespasianus’ zoon Titus, met wie ze een relatie begon. Hoewel de Romeinen niet onbekend waren met de situatie in het Nabije Oosten, was een lokale adviseur natuurlijk welkom: Berenikes rol zal niet zo groot zijn geweest als die van een Barsine of een Doña Marina, maar ze moet haar geliefde zo nu en dan suggesties hebben gedaan.

Na de vernietiging van de Tempel in 70 ging ze met Titus mee naar Rome. De Romein schijnt een huwelijk overwogen te hebben, maar toen hij in 79 zelf keizer werd, stuurde hij haar naar huis. Invitus invitam, schrijft Suetonius, “tegen zijn zin, tegen haar zin”.noot Suetonius, Titus 7.2.

Ze zal zijn teruggekeerd naar het hof van haar broer, maar haar verdere lot is onbekend, al zal ze invloed op Agrippa hebben gehouden. We zien echter ook een andere werkelijkheid: een vrouw kon alleen formidabel worden dankzij haar vader, haar broer en haar echtgenoot. Uiteindelijk was de Romeinse wereld een mannenwereld.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

#BabylonischeTalmoed #Berenike #CaesareaMaritima #Claudius #FilonVanAlexandrië #FlaviusJosephus #HandelingenVanDeApostelen #HerodesAgrippaI #HerodesAgrippaII #HerodesVanChalkis #MarcusAntoniusFelix #MarcusJuliusAlexander #NieuweTestament #Paulus #PolemonVanCilicië #PorciusFestus #Suetonius #TiberiusJuliusAlexander #Titus #Vespasianus