Francisco Goya in Brussel (maar niet voor mij)

Oorlog

In Bozar, een van de culturele instellingen op de Brusselse Kunstberg, is nog tot 11 januari een expositie over de Spaanse schilder Francisco Goya en de moderniteit. De gedachte achter de tentoonstelling is interessant: Goya geldt in Spanje al zo’n twee eeuwen als onontkoombaar nationaal symbool, en daarom is het de moeite waard te bekijken hoe latere kunstenaars zich tot hem hebben verhouden. Omdat ik afgelopen donderdagmorgen wakker werd in een hotel bij het Centraal Station van Antwerpen, was ik slechts een treinreis van de expositie gescheiden, want Bozar ligt in Brussel op een boogscheut van het Centraal Station.

Leerzaam was het bezoek zeker, maar het waren vooral dingen over mezelf die ik leerde. Dat ik al na een half uur klaar was, lag zeker niet aan de tentoonstelling. Er was origineel werk van de beroemde schilder; de inleidende documentatie over Goya’s leven en postume groei tot nationaal symbool was voorbeeldig; en er werd dus getoond hoe latere kunstenaars op zijn oeuvre reageerden. Zeg maar dat de een de Geklede Maja kopieerde en de ander z’n eigen versie van de Naakte Maja maakte. De rauwe oorlogsverslaggeving van Los Desastres de la Guerra inspireerde enkele even naargeestige werken. Het bleef niet beperkt tot twee dimensies: Bozar toonde ook wat kleine sculptuur.

Heel mooi dus, maar ik ben dus vrij snel weg gegaan. De simpele waarheid is: het was te druk. Er waren te veel mensen om alles rustig te bekijken. Al in de eerste zaal sprak een gids een groep toe. Zelfs als zo iemand whispers gebruikt, zoals musea steeds vaker aanbieden, zijn omstanders gedwongen mee te luisteren. Natuurlijk is het alleen maar goed dat er gidsen zijn – laat dat voorop staan – maar het zou fijn zijn als iemand die anderen dwingt tot meeluisteren, iets vertelt dat interessant is. Als een gids uitleggen moet van welke oorlog Goya ooggetuige was, dan heeft zo’n groep niet de moeite willen nemen zich voor te bereiden op het museumbezoek. Ik wil niet al te stellig, al te arrogant of al te pedant klinken, maar eigenlijk hebben zulke mensen niet zo veel te zoeken in een museum. Een bezoeker mag een inspanning leveren. Je komt naar een museum om jezelf te verrijken, toch?

Meer geluidsoverlast: de expositie bestond niet alleen uit afbeeldingen en sculptuur, maar er waren ook geluidsfragmenten, zoals van een mannenkoor. Bozar is niet het enige museum dat geluid is gaan gebruiken; het is museaal in de mode. En dat is ronduit gek. Musea zetten immers in op inclusiviteit. En terecht. Het is immers de culturele missie iets over het voetlicht te brengen bij zoveel mogelijk mensen. Het is bovendien meegenomen als de bezoekersaantallen en de inkomsten hoger zijn. Er is dus een goede invalidentoegang en geen museum verjaagt astmapatiënten met pakweg een rookinstallatie. Maar zoals ook Bozar toont, worden musea voor mensen met hyperacusis ontoegankelijker. Dat kan de bedoeling niet zijn.

Ik had echt vooruitgezien naar de tentoonstelling over Francisco Goya. Met opzet had ik vanuit Antwerpen het rustige boemeltreintje genomen; met opzet was ik alvast bij Brussel Noord uitgestapt om wandelend en ontspannen aan te komen op de Kunstberg. Maar het bezoek liep dus uit op een teleurstelling. Ik leerde donderdag vooral dat ik te oud word voor hedendaags museumbezoek. De nieuwe tijd, net wat u zegt.

Niet dat ik totaal voor niets naar Brussel ben gereisd. De museumboekhandel van Bozar is een waar paradijs en even verderop is La maison de la Bande Dessinée, dus ik had wat artistieks te lezen in de trein naar huis. Het was een boemel, het was prettig rustig, en dat is de voorwaarde om van kunst te genieten.

#bozar #brussel #franciscoGoya #hyperacusis #inclusiviteit #schilderkunst

my new awesome earplugs (for daytime use) which also came yesterday. #earplugs #hyperacusis #actuallyautistic
my #earplugs fina came, they are super comfy ! #actuallyautistic #hyperacusis
i woke up cuz there was an ambulance at the next house and they were fckn loud ( can you die quiet please xD) now the ambulance is gone and i'm awake with a headache, so i impulse bought some cheap earplugs, i hope they help #insomnia #hyperacusis #cactus #comfortitem #figures #toys

De NS en de leutigheid

Bovenstaande foto maakte ik afgelopen woensdag en u raadt het al: ik zat in een trein. En deze ongein wekte voldoende ergernis bij me op om weer eens te bloggen over de staat van het spoor. Ik heb eerst geteld tot 400.000 en daar ben ik nu. Het stoort me niet dat het quizje niet klopt, maar dat het er überhaupt is.

Reizigers moeten van A naar B, liefst op tijd, liefst met een zitplaats, liefst tegen een redelijke prijs en liefst zonder gezondheidsproblemen. Aan die voorwaarden zouden de Nederlandse Spoorwegen idealiter voldoen, maar dat wil almaar niet lukken. Daar zijn allerlei overtuigende verklaringen voor, waar ik het nu even niet over hoef te hebben; ik veronderstel dat de problemen algemeen bekend zijn.

Mijn punt is: als je een dienst niet leveren kunt, moet je alles op alles zetten om dat wel te doen, en als dat om welke reden dan ook niet gaat, moet je in elk geval tonen dat je serieus aan het werk bent om het op te lossen. Denk aan de directeur van een kantoor waar de zaken niet lekker lopen: die schaft zichzelf geen chique nieuwe auto aan, maar zorgt ervoor dat hij als eerste aanwezig is en als laatste het gebouw verlaat. Je gaat de lolbroek niet uithangen als iedereen weet dat er problemen zijn. Het quizje in de trein is het OV-equivalent van de minister die tijdens de COVID-pandemie, nadat er duizenden doden waren gevallen, voor de camera’s “zeg mondkapje waar ga je henen?” begon te zingen. Het is niet grappig, het is gewoon dom. En dat zegt iets over het management. Niet over het personeel, dat z’n stinkende best doet, maar over de bobo’s bovenaan.

Want weet je, datzelfde mededelingenbord dient om mensen te attenderen op serieuze zaken. Zoals werkzaamheden op het spoor. Dat is best nuttig – maar ook dat gaat verkeerd. In de trein waarin ik bovenstaande leutigheid fotografeerde, las ik over werkzaamheden in de hele maand november en begin december, maar niet dat er geen treinen reden tussen Geldermalsen en Den Bosch. Wat vorige week best belangrijk was.

En nu ik toch treinfrustraties aan het opsommen ben: dinsdag was het weer feest in de stiltecoupé. Jongeren die muziek aanzetten, zich nergens op lieten afspreken, zodat hun medereizigers maar in de lawaaicoupé gingen zitten, waar het stiller was. Ik weet het, de NS vinden dat reizigers elkaar moeten aanspreken, maar we mogen inmiddels constateren dat dit beschavingsoffensief in Nederland – anders dan in bijvoorbeeld Duitsland – is mislukt. En het roept wel een vraag op, want waarom is er in het belang van astmapatiënten wél gehandhaafd in niet-rook-coupés en waarom wordt er niet in het belang van mensen met hyperacusis gehandhaafd in stiltecoupés? Dit riekt naar discriminatie.

Ik brom nog even verder, want ik heb het nog niet gehad over de onoverzichtelijke prijzen, de beëindigde kortingen (ofwel: je perst je trouwste klanten af) en de almaar hogere prijzen, die mensen naar de auto jagen. Het management van de Nederlandse Spoorwegen heeft zich in dezelfde neerwaartse spiraal geplaatst als het management van de posterijen: ze maken zichzelf te duur, jagen hun klanten weg en denken dat ze de problemen oplossen door het product nog duurder te maken.

Misschien kan de directeur van de NS, die nu een rol speelt bij de vorming van een nieuw kabinet, de kwestie agenderen. Maar als dat niet lukt, zorg dan in elk geval dat er een einde komt aan de lolbroekerige quizjes.

PS

Terwijl ik dit schrijf, in de trein van Amsterdam naar Nijmegen, komt een schoonmaker de prullenmanden even leegmaken. Dank je wel.

#hyperacusis #NederlandseSpoorwegen #openbaarVervoer #stiltecoupe #trein

Halle, Landesmuseum für Vorgeschichte

De Ruiter van Hornhausen

Vorige maand was ik in Saksen, waar ik Dresden en Leipzig bezocht. Vanuit die laatste stad brengt de trein je in twintig minuten naar Halle, dat een beroemd Landesmuseum für Vorgeschichte heeft. Het is inderdaad verbluffend.

Om te beginnen zijn er de topstukken. Het beroemdst is de Hemelschijf van Nebra, maar ook de Ruiter van Hornhausen mag er zijn. Vrijwel alle voorwerpen staan mooi opgesteld, goed in het licht, zodat je ze van alle kanten kunt bekijken. De uitzondering is, gek genoeg, de Hemelschijf, die in het aardedonker staat en eigenlijk ook geen beste uitleg krijgt. De expositie in Assen deed het bijzondere voorwerp meer recht.

Voorwerpen en uitleg

Behalve de voorwerpen zijn er mooie maquettes, goed ontworpen landkaarten en verhelderende reconstructietekeningen. Een paar opgravingen zijn als geheel te bewonderen, zoals de neolithische bijzetting van de “runderbaron” van Westerhausen, die een hele muur beslaat. Soms neemt het geschreven woord het over, zoals wanneer er uitleg is van het jaarritme van de vroege landbouwers (vergelijkbaar met wat het Gallo-Romeins Museum in Tongeren toont).

De “runderbaron” van Westerhausen

Als we lezen over het dagritme van de neanderthalers, vernemen we dat de vrouwen allerlei zinvolle dingen doen terwijl de mannen met lege handen van de jacht thuis komen. De verdeling tussen praktische vrouwelijke verzamelaars en moedige maar welbeschouwd niet zo nuttige mannelijke jagers is vanzelfsprekend het standaardbeeld van n’importe welke samenleving van jagers en verzamelaars: men of valor, women of value. Ik had in Halle wel willen weten of prehistorici hun algemene typering van die tijd baseren op archeologische informatie of dat ze antropologische informatie extrapoleren.

Ik was blij met uitleg van de prehistorische bekerculturen, zodat je leert hoe je die uit elkaar kunt houden. Leuk vond ik ook dat de museummuren soms waren gedecoreerd met motieven uit het getoonde tijdperk: de bovenrand van de muren van een zaal met voorwerpen uit de Late Oudheid had dus de krullen en cirkels die destijds ook in het houtsnijwerk voorkwamen.

De bordjes met uitleg vertelden over de vondst, de vindplaats, de vondstomstandigheden en/of verzamelgeschiedenis én het belang van de vondst. Die bordjes waren in het Duits. Je kunt zeggen dat dat weinig inclusief is, maar van de andere kant: Engelstalige uitleg neemt ruimte in beslag die je net zo goed – en vermoedelijk met meer rendement – kunt gebruiken voor tweede-lijnsvoorlichting. Sprekend over inclusiviteit: opdringerig geluid ontbrak, dus mensen met hyperacusis hoeven Halle niet te mijden.

Gouden Bronstijd-kom uit Gröningen

Vooroordelen

Kortom, een mooi museum. Maar toch. Ik las laatst een boek over gender-vooroordelen in de archeologie. Een daarvan was dat mannen altijd actief worden afgebeeld en vrouwen passief, en een ander vooroordeel was dat de vrouwen uit het verleden altijd voldoen aan hedendaagse schoonheidsidealen. Ik blogde destijds dat ik die vooroordelen niet herkende uit de Nederlandse musea, maar de afbeeldingen in Halle illustreren ze wél. Het zou vermoedelijk niemand opvallen als de afbeelding van de eerste Homo sapiens als centerfold stond in Playboy.

Iets anders: het gebruik van geschreven bronnen om archeologische vondsten te duiden is natuurlijk prijzenswaardig, maar het museum leest slechts wat er staat, terwijl begrijpend lezen draait om wat er niet staat. Het museum gebruikt bijvoorbeeld een passage van Plinius de Oudere om crematie te illustreren, zonder te herkennen dat de Romeinse auteur slechts in schijn encyclopedische informatie biedt en feitelijk de Griekse wetenschap romaniseert. Culturele appropriatie, zouden wij zeggen. Het citaat bewijst daardoor niet wat het museum denkt te bewijzen.

De Late Oudheid

De presentatie van de Late Oudheid is verrassend. Terwijl je zaal na zaal interessante informatie hebt gehad over de levenswijze van de mensen in de Prehistorie en de Romeinse tijd, draait het hier vrij onverwacht om oorlog en geweld. Feitelijk is dit het frame van de gewelddadige Grote Volksverhuizingen. Een bewegend landkaartje toont (net als in het museum in Brussel en tijdens de Germanen-expositie in Bonn) de steeds veranderende plaatsen waar deze of gene bevolkingsgroep woonde.

Avaarse stijgbeugel

Dat is op zich niet verkeerd. Namen als “Vandalen” e.d. vinden we in de geschreven bronnen inderdaad steeds op andere plekken. Door dit ineens te benadrukken, wekt het museum echter de indruk dat laatantieke migratie belangrijker zou zijn geweest dan voordien. Dat is een oud idee, dat samenhangt met het frame dat het West-Romeinse Rijk door volksverhuizingen ten onder is gegaan. De feitelijke vraag is of we het tijdperk wel zo moeten typeren. Door bij de presentatie van de laatantieke transitie de nadruk te leggen op geweld en migratie, loopt het museum curieus uit de pas met het lopende onderzoek.

De Germanen

Dit wil niet zeggen dat die Late Oudheid niet superinteressant is. Zeker Nederlanders kunnen in Halle hun hart ophalen. De transitie van Romeinse tijd naar Middeleeuwen is immers de periode van wat ik gemakshalve de Germanen zal noemen: de mensen die ooit centraal stonden in ons geschiedbeeld maar de afgelopen kwart eeuw opvallend uit ons verleden zijn verwijderd. Mij blijft deze verdwijning verbazen. In een land dat voor de helft niet Romeins was, zou eigenlijk voor elk boek over de Romeinen ook een boek over de Germanen moeten verschijnen.

Graf van een Hermundurische hoofdman uit Quetzdölsdorf

Wat me in Halle opviel, was het zelfvertrouwen waarmee het museum vondsten etnisch interpreteerde. Van het ene graf wist men zeker dat het representatief was voor de Hermunduren, elders wist men zonder zweem van twijfel Juthungen en Langobarden te identificeren. Ik wil best geloven dat het klopt, maar ik kan me niet herinneren dat ik ergens een opmerking heb gezien dat er allerlei Germaanse groepen zijn geweest waarvan we, gegeven de fragmentaire en arbitraire wijze waarop de geschreven informatie tot ons is gekomen, de naam niet kennen. Dat maakt zulke identificaties suspect.

Evengoed waren de Germaanse vondsten natuurlijk waanzinnig interessant. Ze deden mij verlangen naar meer Germaanse vondsten, replica’s desnoods, in Nederlandse musea. De verhalen over de tijd van van Nebisgast tot Elegast zijn immers ook ons verleden. Ik denk dat ik dus een half uur heb staan kijken naar de Ruiter van Hornhausen. In dezelfde zaal waren ook voorwerpen die het museum identificeerde als Avaars en die me ineens deden realiseren dat Halle al zo’n beetje op de rand ligt van het gebied van het volk dat een kwart millennium dé supermacht in Centraal-Europa is geweest.

Kortom, het was een mooi bezoek aan een mooi museum. Ik heb veel gezien en geleerd, en hoewel ik wegliep met wat bedenkingen, heb ik elke minuut in Halle genoten.

#GroteVolksverhuizingen #HemelschijfVanNebra #Hornhausen #hyperacusis #LandesmuseumFürVorgeschichte #Neanderthaler #RuiterVanHornhausen #tweedeLijn

@darrellpf @actuallyautistic A year ago I developed #hyperacusis something I had no idea existed (improved a lot in recent months, but still I place dishes and cups down gently on hard surfaces). One therapy said to help is special music playlists. I recognized they were mostly New Age and Ambient ,which I listen to all the time.

On the flip side, having a TV on, even with the sound turned down too low for me to follow it has always been comforting, but that comes from old work environmments.

Hey folks. Sorry to say, I gotta delay the stream until to tomorrow (Saturday the 7th MST). My senses are overloaded from a loud [but good] day. I need some quiet.  #stream #livestream #twitch #streamer #twitchstream #twitchstreamer #hyperacusis #autism #mentalhealth
Sometimes, I wish the world was a little less loud, a little less abrasive & a little less volatile. #mentalhealth #theworld #peaceandquiet #kindness #hyperacusis