De ruiters van de Donau

Een votiefgift voor de “ruiters van de Donau” uit Sirmium (Archeologisch museum, Zagreb)

Een tijdje geleden vroeg ik uw hulp bij het identificeren van de voorstelling op een loden schijfje. Ik kreeg leuke reacties, die wezen naar een Romeinse cultus die vooral bekend is uit Moesia, dat wil zeggen het gebied van de Beneden-Donau. En toen u mij eenmaal op dat spoor had gezet, herinnerde ik me ineens dat ik meer van zulke loden afbeeldingen had gezien.

De ruiters van de Donau

Het gaat bij deze ruiters van de Donau steeds om loden plaatjes, waarop altijd een feestmaal is te zien met vis op het menu. De meeste afbeeldingen zijn, zoals de bovenstaande, vierkant, maar er zijn ook een paar ronde schijven gevonden zoals die waarover ik uw hulp vroeg.

Op de vierkante plaatjes is het geheel omlijst met architectuurfragmenten: links en rechts pilaren, bovenaan een boog. Zo heeft het geheel de vorm van een nis, wat in de Oudheid een gebruikelijke manier was om de goddelijke aanwezigheid af te beelden – denk aan onze eigen Nehalennia’s. De afbeelding bestaat meestal uit vier registers, met bovenaan de zonnegod in zijn vierspan.

De “ruiters van de Donau” uit Dacië (Archeologisch museum, Cluj-Napoca)

In het tweede register komen van weerszijden twee ruiters aanrijden, naar een godin toe, die middenin staat. Op de Dacië-expositie in Tongeren stelde men die godin gelijk aan Hygeia, maar ik heb ook gelezen dat ze Nemesis, de Syrische godin Atargatis, Hekate, de Keltische Epona of de Maan voorstelt. De gelijkstelling van de twee ruiters aan de Indo-Europese goddelijke Tweelingen ligt voor de hand – en omdat er vaak ook sterren zijn afgebeeld, durf ik dat ook wel als zekerheid aan te nemen. Het is echter tevens mogelijk een verband te leggen met een oeroude heldencultus uit Thracië, waar al eeuwen vóór de aankomst van de Romeinse troepen een soortgelijke ruiter werd vereerd. Het een sluit het ander niet uit.

Het derde register toont de vismaaltijd, en in het onderste register staan wat losse voorwerpen afbeeld, zoals een haan, een leeuw, een slang en een beker. Helaas ontbreken inscripties, wat de interpretatie lastig maakt, maar die vier voorwerpen zouden kunnen corresponderen met de vier elementen: een haan in de lucht, de leeuw met zijn vurige temperament, de slang kruipt op aarde en de beker bevat water. Maar vaak is er ook nog een tafel afgebeeld, en ik weet niet of dat staat voor de ether, het kosmische vijfde element.

Een votiefgift voor de “ruiters van de Donau” uit Divos (Archeologisch museum, Zagreb)

Wat zou het zijn?

Vermoedelijk is dat te vergezocht. Het probleem is: wij weten simpelweg niet wat voor de aanhangers van deze cultus meteen duidelijk moet zijn geweest. Ik weet ook niet of de elementen die ik zojuist opsomde, de belangrijkste zijn. De drie bij dit blogje afgebeelde plaatjes tonen meer figuren, terwijl op het schijfje dat de aanleiding was om me erin te verdiepen, de zonnegod ontbreekt.

We moeten het doen met de afbeeldingen. Dat is niet heel anders dan met de reliëfs uit de Mithras-cultus, die vermoedelijk een astrologische betekenis hebben, al zijn er vanouds ook geleerden die er een mythe in herkennen. En misschien is onze aanname dat de loden plaatjes één betekenis hebben, wel onjuist, en hebben diverse mensen aan hetzelfde type afbeelding verschillende uitleg gegeven.

Ook al begrijpen we weinig van de afbeelding zelf, we weten toch wel iets meer. Het zijn vrijwel zeker votiefgiften geweest, dus geschenken aan de goden nadat die iemand evident ergens bij hadden geholpen. In elk geval dateren ze vrijwel allemaal uit de periode tussen pakweg 150 en 350 na Chr. De einddatum suggereert dat de cultus ten einde kwam door de opkomst van het christendom. Verder zijn de plaatjes vrijwel allemaal gevonden in Roemenië, Bulgarije, Servië en oostelijk Kroatië. Anders gezegd: aan de Donau-limes. Misschien was dit een militaire cultus, misschien een cultus van de cavaleristen. Tegelijk: de meeste plaatjes zijn in civiele nederzettingen gevonden.

Kortom, we weten het weer eens niet. Het blijft immers oudheidkunde, de wetenschap van de dataschaarste. En in dit specifieke geval valt toe te voegen dat geen enkele antieke cultus te begrijpen valt aan de hand van uitsluitend afbeeldingen – je hebt altijd teksten nodig.

#BenedenDonauLimes #Bulgarije #Dacië #Kroatië #Moesia #nis #Roemenië #ruitersVanDeDonau #Servië #Thracië #Tweelingen #vierElementen #votiefgift

Een Thracische huurling in Numidië

Grafstèle van een Thracische huurling (Archeologisch museum, Constantine)

Onderzoek in wat destijds bekendstond als de Franse departementen Oran, Algiers en Constantine, midden twintigste eeuw. In 1929 publiceerde Stéphane Gsell het eerste deel van Inscriptions latines de l’Algérie, dat alleen nog maar het oostelijkste deel van het oostelijkste departement bevatte. Hoe lastig de productie van dit boek was verlopen, blijkt wel uit het feit dat het officiële jaar van publicatie 1922 was: het boek heeft zeven jaar op de plank gelegen. Deel twee, dat de westelijke helft van het departement besloeg, verscheen in 1957. Het overlijden van Gsell, de Tweede Wereldoorlog en de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog hadden nogal wat problemen veroorzaakt, om het eufemistisch uit te drukken.

Dat bemoeilijkte ook vervolgonderzoek. Sommige inscripties vragen nog altijd om nadere inspectie, zoals de bovenstaande stèle, die we alleen kennen uit het deel uit 1957, alsmede een notitie van Jeanne Robert-Vanseveren en Louis Robert, de twee grootste epigrafen (inscriptiekenners) van de moderne tijd. De stèle is afkomstig uit het El-Hofra-heiligdom te Constantine, waarover ik al eens eerder blogde. Ze dateert uit de tweede eeuw v.Chr. De Roberts voegden aan de tekst van de inscriptie toe dat op de vindplaats ook diverse wijdingen waren gevonden aan de god Baäl-Hammon en aan de godin Tanit in haar rol van “aangezicht van Baäl”.

Dat stond vijf jaar geleden eveneens op het bordje met toelichting in het museum van Constantine: het gaat om een vijfregelige, in Griekse letters geschreven Punischtalige wijding aan Baäl-Hammon en Dame Tanit, aangezicht van Baäl. Ik vermoed dat degene die het bordje opstelde, de tekst niet begreep en de toelichtende woorden van de Roberts verkeerd heeft uitgelegd, want het gaat feitelijk om een grafschrift dat is gevonden bij dat heiligdom. En het gaat om een doodnormale Griekse tekst, al bevat die wel enkele Punische namen.

Μυθυνιβαλ Ἁμμιλ-
καρος σEεραλις ἔστησε
τὸ μνημεῖον τοῦτο
Ἀπολλοθέμιδι Θρᾳκὶ
Ἀσκληπιοδώρου

Mattanbaäl, zoon van Hammil-
kar sEeralis richtte
deze grafstèle op voor
Apollothemis de Thraciër,
zoon van Asklepiodoros.

Een Thracische huurling dus, in dienst van de Numidische koning Massinissa of een van zijn zonen, of misschien Jugurtha. En de inscriptie is dus opgericht door een vriend met een Punische naam: Mattanbaäl, “geschenk van Baäl”. Die naam is nog eeuwen populair gebleven in de regio, zij het in vertaling. Augustinus noemde zijn zoon Adeodatus.

Het probleem waarvan je hoopt dat er eens iemand naar gaat kijken, is het tweede woord in de tweede regel: σEεραλις. Ik heb de Latijnse hoofdletter E maar ingevoegd omdat het tweede teken daar nog het meeste op lijkt.

Tweede regel: -καρος σEεραλις ἔστησε (klik=groot)

We hebben geen idee wat σEεραλις betekenen kan. Is het de achternaam van Hamilkar? Dat kan. Het kan ook een functie zijn. Het woord kan Punisch zijn, maar – gegeven de vindplaats niet onwaarschijnlijk – eveneens het slecht begrepen Numidisch. Zolang we de tweede letter niet kennen, tasten we in het duister en weten we alleen dat het geen Grieks is.

Daar zou eens iemand naar moeten kijken. Eventueel met scan-apparatuur en de AI-techniek waarmee een paar jaar geleden ook de Mesha-stèle is onderzocht. Dat leverde destijds een onverwachte tweede vermelding op van koning David. Zo’n verrassing ligt nu natuurlijk niet in het verschiet, maar er zijn specialisten die heel blij worden als er een extra woord wordt ontcijferd in de vrijwel onbekende Numidische taal.

In elk geval: we hebben te maken met een Thraciër in Numidische dienst, bevriend met een Karthager die schreef in het Grieks. Alles loopt weer eens vrolijk door elkaar en dat is eigenlijk wel zo leuk.

[Dit was het 494e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]

#Adeodatus #Algerije #BaälHammon #Constantine #ElHofra #epigrafie #huurlingen #inscriptie #JeanneRobertVanseveren #LouisRobert #Numidië #StéphaneGsell #Tanit #Thracië

Stéphane Gsell — Wikipédia