De Siciliaanse Vespers (1): Frederik II
Keizer Frederik II (Staatliche Münzsammlung, München)Het was een van de grootste conflicten uit de West-Europese geschiedenis, maar het begon eenvoudig, met een bruiloft. In 1186 trouwde de zoon van keizer Frederik I Barbarossa, kroonprins Hendrik VI, met Constance, de dochter van koning Rogier II van Sicilië. Het was een niet zomaar een huwelijk. Als op een dag Rogier zou overlijden, zou zijn koninkrijk, dat behalve Sicilië ook Zuid-Italië besloegen, in handen komen van de man die op dat moment tevens de heerser was van het Heilige Roomse Rijk.
Acht jaar later, in 1194, was het zover: Duitsland en grote delen van Italië waren nu verenigd in persoonlijke unie. De Kerkelijke Staat lag nu ingeklemd tussen Europa’s sterkste militaire macht in het noorden en een rijk, goed georganiseerd koninkrijk in het zuiden. Van nu af aan verzetten de pausen zich met man en macht tegen de Hohenstaufen, zoals de keizerlijke dynastie van Frederik en Hendrik heette.
Dit ging om meer dan alleen Italiaanse machtspolitiek. De paus beweerde (en niet zonder goede redenen) dat de koning van Sicilië een van zijn leenmannen was. De koning zelf was een andere mening toegedaan: hij beweerde de macht uit te oefenen namens Christus zelf. Deze ideologie herkennen we bijvoorbeeld op de mozaïeken uit Palermo.
Christus kroont een koning van Sicilië (Martorana, Palermo)Deze legitimering van de koninklijke macht had wortels in het klassieke Romeinse Recht, in de toenmalige Byzantijnse praktijk en zelfs in het islamitische denken over de kalief, wiens titel immers werd uitgelegd als “plaatsvervanger van God”. Het politieke conflict tussen de paus en de Hohenstaufen was dus tevens een botsing tussen rivaliserende theorieën over de aard van het wereldlijke gezag.
Bouvines
Het conflict laaide dus op toen Hendrik VI in 1194 het Duitse Rijk en het koninkrijk Sicilië in personele unie verenigde, maar het was al snel voorbij. In 1197 bezweek Hendrik aan malaria en zijn zoon, Frederik II, was nog een kind. Voor zijn Italiaanse erfenis trad zijn moeder Constance op als regentes en was zijn erfenis verzekerd.
In Duitsland was de situatie echter anders. Daar moesten de keurvorsten een nieuwe vorst kiezen en hier had paus Innocentius III de mogelijkheid te interveniëren. Hij steunde hertog Otto van Beieren tegen de aanspraken van de Hohenstaufen en deze zou inderdaad als Otto IV de troon bestijgen.
Prins Frederik was echter nog altijd verzekerd van de steun van enkele Duitse rijksgroten en de strijd om de Duitse troon groeide uit tot een pan-Europees conflict, waarin de Engelse koning Jan zonder Land zich verbond met Otto, terwijl de Franse koning Filips II Augustus een bondgenoot was van Frederik. In 1214 werd de zaak in de slag bij Bouvines beslecht in het voordeel van Frederik, die in het volgende jaar in Aken werd gekroond tot rooms koning. Opnieuw bevond de Pauselijke Staat zich tussen de Duitse hamer en het Siciliaans aambeeld.
Stupor mundi
Het zag er al snel nog erger uit voor de paus. Frederik wist zijn gezag uit te breiden, want als leider van de Zesde Kruistocht (1228-1229) wist hij Jeruzalem te bevrijden. (Wat was ik er graag bij geweest toen hij, met alle regalia van het Heilige Roomse Rijk zich in de Grafbasiliek kon presenteren als keizer van Duitsland, koning van Sicilië en koning van Jeruzalem.) Het was moeilijk voor de paus om zich te verzetten tegen de succesvolle kruisvaarder van zijn tijd.
Frederik was in veel opzichten een gewone middeleeuwse vorst, maar dat wil niet zeggen dat hij niet ook een vernieuwer was. Hij hervormde het bestuur van zijn koninkrijk en zijn hof in Palermo werd een van de belangrijkste culturele centra van de Mediterrane wereld. Prachtige gouden munten, augustales genaamd, presenteerden hem aan zijn onderdanen als de gelijke van de Romeinse keizers van weleer. Zijn bewonderaars noemden hem stupor mundi, het wereldwonder, hoewel de paus keizer Frederik liever preambulus Antichristi noemde, voorloper van de antichrist.
Onbegrijpelijk is de pauselijke frustratie niet. Met de Constituties van Melfi (1231) voerde Frederik een selectie van het Romeinse Recht in, en daarin was de keizer de enige bron van gezag. Dus niet de paus. Die voelde zich bedreigd. Niet als enige. Het Romeins Recht stond ook op gespannen voet met de stedelijke privileges, zodat sommige Noord-Italiaanse steden in opstand kwamen. De paus verleende er zijn zegen aan en vanaf dat moment waren de Hohenstaufen en de Kerkelijke Staat verwikkeld in een alles-of-niets-strijd.
Een strijd waarop Frederik was voorbereid. Hij had al Andalusische ridders in dienst te nemen die, als moslims, niet geëxcommuniceerd konden worden als het conflict met de paus zou escaleren.
#ConstanceIVanSicilië #ConstitutiesVanMelfi #FilipsII #FrederikIBarbarossa #FrederikII #HendrikVI #Hohenstaufen #InnocentiusIII #Italië #JanZonderLand #malaria #OttoIV #SiciliaanseVespers #Sicilië #SlagBijBouvines #ZesdeKruistocht