De Zeven Wonderen van België

Doopvont van Reinier van Hoei (Sint-Lambertuskerk, Luik)

Ik houd van fietstochtjes en eigenlijk interesseert het me niet zoveel waar ik begin en eindig. Ik ben weleens langs alle hunebedden gefietst; aan die ouwe stenen valt weinig te ontdekken, maar het is prettig fietsen in Drenthe en Groningen. Ook ben ik weleens om Vlaanderen gereden, doelloos maar tevreden. Mijn fietstocht rond Nederland is bijna voltooid. Het klassieke kwartet AalstPeutieZwevezeleGenoelselderen heb ik al binnen. En zoals het gaat: onderweg ontdek je links een mooi kasteel en rechts een smakelijk streekgerecht.

Een ander reisdoel-dat-geen-doel-is-maar-tussenstop-in-een-tochtje: de Zeven Wonderen van België. Ik begrijp dat het lijstje een halve eeuw geleden is gemaakt als een publiciteitscampagne om toeristen te lokken. Die zullen zich zeker niet bekocht hebben gevoeld: het is een mooi lijstje, waarin Vlaanderen en Wallonië elk met drie kunstwerken zijn vertegenwoordigd en Brussel met één. Ook chronologisch is het mooi verdeeld.

Zeven kunstvoorwerpen

Het oudste wonder van België is het rond 1110 door Reinier van Hoei gemaakte doopvont, dat heeft gestaan in de Sint-Lambertuskerk van Luik. Het is de afbeelding hierboven. Toen de bewoners van de Vurige Stede deze kerk als symbool van feodale onderdrukking sloopten, werd het doopvont overgebracht naar de Sint-Bartolomeüskerk. Die staat op een steenwerp, letterlijk, van het Musée Grand Curtius, dus tel uit je winst.

Reliekschrijn van Nicolas de Verdun (Doornik)

Een eeuw jonger is de reliekschrijn van Onze-Lieve-Vrouw in Doornik, gemaakt door Nicolas de Verdun. Hij is ook de kunstenaar die de schrijn van de Drie Koningen in Keulen maakte. In Doornik rustten ooit enkele relikwieën van – u raadt het al – Maria (uiteraard van dubieuze authenticiteit) die verloren zijn gegaan in de jaren waarin België deel uitmaakte van het revolutionaire Frankrijk. De schrijn van Onze-Lieve-Vrouw maakt nu deel uit van de kerkschat van de kathedraal, en alleen al hiervoor moet u naar Doornik.

Een kelk uit de schat van Oignies (Musée des Arts anciens, Namen)

De schat van Oignies dateert uit pakweg 1235: vervaardigd door Hugo, edelsmid in de priorij van Sint-Nikolaas. Het gaat om prachtige voorwerpen, waarvoor u een bezoek moet brengen aan het Musée des Arts anciens in Namen. Ons bezoek werd versjteerd door een luidkeels sprekend manspersoon dat ons liet meegenieten van zijn inzichten. Net als bovengenoemde twee voorwerpen dreigde schade tijdens de antifeodale jaren aan het einde van de achttiende eeuw, maar de laatste prior heeft de voorwerpen in veiligheid gebracht door ze te laten inmetselen in de muur van een boerderij.

Lam Gods (Sint-Baafskathedraal, Gent)

Het vierde wonder van België vind ik zelf het mooiste: het Lam Gods in Gent, vervaardigd door de gebroeders Jan en Hubert van Eyck en voltooid in 1432. Alles hieraan is wonderbaarlijk, en dat geldt ook voor de wijze waarop de Sint-Baafskathedraal het kunstvoorwerp toont. Ik houd niet zo van museale presentaties waarbij je een koptelefoon op moet of zelfs een bril, maar hier is het een meerwaarde die ervoor zorgt dat je optimaal geniet. En uiteraard moeten de Rechtvaardige Rechters terug worden gegeven.

Detail van de Ursulaschrijn (Sint-Janshospitaal, Brugge)

Mijn vader nam ons ooit mee naar Brugge, naar het Sint-Janshospitaal, om de schilderijen van Hans Memling te bekijken. Hij was zo teleurgesteld dat er die dag filmopnames waren en hij niets kon zien, dat hij alle mensen in de rij vertelde dat ze vermoedelijk voor niets waren gekomen. Dat vond een museummedewerker weer niet leuk, die mijn vader boos aansprak, en vervolgens werd geconfronteerd met een nog bozere groep toeristen en snel terugliep. Ik denk dat het museum zich niet werkelijk zal hebben bekreund om het verlies van een paar honderd frank: de toeristen komen toch wel, en terecht natuurlijk, want de Ursulaschrijn is geweldig. Gemaakt in 1489 overigens.

Museum voor Schone Kunsten, Brussel

We gaan naar Brussel voor het zesde wonder van België: de schilderijen van Pieter Breugel en dan met name het Landschap met de val van Ikaros, vervaardigd in 1558 en te zien in het Museum van Schone Kunsten. Over de hypocrisie van het museum heb ik al eens geblogd en ook het beroemde gedicht van Auden heb ik al eens geciteerd, en ik heb ook al eens verteld dat het doek in kwestie een kopie is van het origineel, dus we gaan – na een Brusselse wafel te hebben gegeten, want dat is toch de voornaamste attractie in de Belgische hoofdstad – snel verder naar het zevende wonder.

Doorkijkje naar Rubens’ Kruisafname (OLV-kathedraal, Antwerpen)

Daarvoor moet u naar Antwerpen, waar u in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal verschillende kolossale doeken van Rubens ziet hangen, waaronder een triptiek met de Kruisafname, geschilderd in 1611. Laat ik er dit van zeggen: het is niet mijn smaak. (Dat heeft natuurlijk niets te maken met het voor mij nogal confronterende feit dat ik er twee weken geleden korting kreeg op een toegangskaartje omdat ik alweer zestig ben.)

Bonus

Tot slot: bovenstaande zeven wonderen dateren van 1110 tot 1611. Ik geef u nog zeven wonderen, allemaal van recenter datum:

  • het Maison Hannon in Brussel (1904)
  • de Boerentoren in Antwerpen (1931)
  • het Atomium in Brussel (1958)
  • het CBR-gebouw in Brussel (1970)
  • de scheepslift van Strépy-Thieu (1976)
  • het spoorwegstation van Luik-Guillemins (2009)
  • de stadsbibliotheek van Gent (2017)
  • Over deze selectie valt niet te corresponderen, althans niet met mij.

    #Antwerpen #Atomium #België #Boerentoren #Brugge #Brussel #CBRGebouw #Doornik #GebroedersVanEyck #Gent #HansMemling #HugoVanOignies #LamGods #LandschapMetDeValVanIcarus #Luik #LuikGuillemins #MaisonHannon #Namen #NicolasDeVerdun #Oignies #PeterPaulRubens #PieterBruegel #ReinierVanHoei #schatVanOignies #scheepsliftVanStrépyThieu #Vlaanderen #Wallonië #ZevenWonderenVanBelgië

    Vijftig jaar AVRA

    Wrijfschaal, opgegraven door de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie.

    Het Römisch-Germanisches Museum te Keulen, het Archeologischer Park bij Xanten, het standbeeld van Ambiorix in Tongeren, de restanten van de Romeinse stadsmuur achter het casino van Nijmegen, de tempelfaçade in het centrum van Aken, het ruïneveld in Bavay, het ruiterstandbeeld van Corbulo in Voorburg: dat deze steden een Romeins verleden hebben, kan geen bezoeker ontgaan.

    Het is niet helemáál onbegrijpelijk dat je Antwerpens Romeinse verleden niet eveneens herkent. Het zestiende-eeuwse verleden trekt nu eenmaal meer de aandacht dan de schaarse archeologische resten. Boven de poort tot het Steen is in de Middeleeuwen een Romeins reliëf ingemetseld, en niet veel verderop zijn, bij de bouw van een parkeergarage, voorwerpen opgegraven die suggereren dat hier een chique gebouw heeft gestaan. De mooie schaal hierboven bijvoorbeeld.

    Kontich, gemaakt van Lego

    Veel meer is er niet en daarom is het wat verrassend dat er een Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie bestaat, die deze maanden haar vijftigste verjaardag viert. De vereniging probeert de Romeinse aanwezigheid in de omgeving van Antwerpen te documenteren en heeft in de loop der jaren verschillende opgravingen gedaan, zoals de plattelandstempel van Kontich en het openluchtheiligdom te Wijnegem. Daarnaast organiseert de vereniging lezingen – full disclosure: ik heb er wel eens gesproken – en excursies. Een sympathieke club.

    Momenteel biedt ze in de Boerentoren in Antwerpen – die wolkenkrabber die boven heel Antwerpen uitsteekt, niet te missen als je vanaf het station de stad binnenwandelt – een overzicht van haar activiteiten. “Laag voor laag” is een fijne, ruim opgezette tentoonstelling, met aan het begin enkele zaken die niet uit de grond komen maar des te meer vertellen over het bijzondere van de Romeinse tijd: bijvoorbeeld een leuke maquette van het Forum Romanum, die duidelijk maakt wat het culturele, politieke, economische en religieuze centrum was van het wereldrijk waartoe ook Vlaanderen behoorde, maar ook twee etalagepoppen met Romeinse kledij, geleverd door de re-enactors van XI Claudia.

    Koebel (Kontich)

    De eigenlijke expositie toont mooie voorwerpen en het prettige is dat het nu eens geen monumentale zaken zijn, zoals in de musea van Keulen of Trier, maar de bescheiden gebruiksvoorwerpen van het provinciale platteland. Er zijn leuke verbanden: een van de muntjes toont bijvoorbeeld een gebouw dat je herkent van de maquette van het Forum Romanum. Ik was wel gecharmeerd van de koebel uit Kontich die hiernaast staat afgebeeld. Van dezelfde opgraving kwam een grauwe, handgevormde pot waarover ik morgen zal schrijven. Opvallendste voorwerp is de bekisting van een Romeinse waterput uit Wijnegem.

    Aardig vond ik het gebruik van Lego om dingen uit te leggen. Het is vaker gedaan – voor zover mij bekend is het idee oorspronkelijk van Die Sendung mit der Maus – maar het pakte hier opvallend goed uit. De reconstructies van het Romeinse fort bij Maldegem en het dorpje Kontich tonen hoe een creatieve vereniging aan eenvoudige middelen genoeg heeft om iets inzichtelijk te maken.

    De Sarapis-inscriptie uit Kontich

    Een vereniging die een halve eeuw bestaat, heeft haar eigen geheimpjes. De expositie toont een grauwe scherf uit Kontich waarop in het Grieks de naam “Sarapis” is gekrast. De toenmalige voorzitter van de AVRA had het idee dat er in Vlaanderen wel eens Griekssprekenden gewoond zouden kunnen hebben, en moet erg blij zijn geweest met de vondst, die zijn theorie bevestigde en internationaal wat aandacht trok. Inmiddels staat echter vast dat hij het slachtoffer is geworden van een uit de hand gelopen grap. Het is leuk dat op een expositie dit soort missers ook eerlijk worden toegegeven.

    Put uit Wijnegem

    Een van de leden van het eerste uur is Guido Cuyt, die jarenlang voorzitter is geweest van de vereniging. In dit jubileumjaar verscheen ook zijn boek over de archeologie van het Antwerpse, dat ik bij een eerder bezoek aan Antwerpen al heb gekocht en toen in de trein naar huis heb gelezen: Schaven aan het verleden. Het legt eerst uit wat archeologie is, behandelt vervolgens de opgravingen en onderbreekt zichzelf met geestige anekdotes uit de geschiedenis van een vereniging die nu dus een halve eeuw bestaat. Een fijn boek, dat ik u net zo zeer aanraad als een bezoek aan de expositie in de Boerentoren.

    **

    De tentoonstelling “Laag voor laag” is nog tot 22 november te bezichtigen.

    #AVRA_ #Antwerpen #AntwerpseVerenigingVoorRomeinseArcheologie #België #Boerentoren #GuidoCuyt #Kontich

    Interview met Ken Broeders

    Omslag

    Het vijfde deel van Ken Broeders’ reeks over de Romeinse keizer Julianus Apostata (meer) is verschenen. Bij een nieuwe uitgeverij en op groter formaat, maar met dezelfde, fascinerende held: de laatste heidense keizer van Rome. Voor een interview (dat in december is gepubliceerd in Stripschrift) zocht ik de tekenaar op in Antwerpen.

    De obligate vraag maar eerst: waarom de Late Oudheid? Waarom Julianus?

    Mijn fantasyreeks Voorbij de Steen had een min of meer Laat-Romeinse setting. Dat deed ik voornamelijk om het visuele aspect, maar ook omdat ik geboeid ben door die periode. Naarmate ik me meer documenteerde, raakte ik ook meer gefascineerd.

    Zo stuitte ik op die vreemde en ietwat vergeten jonge keizer Julianus, die méér is dan een afvallige christen. Zeker, hij was de laatste heidense keizer, hij offerde op grote schaal dieren en ging de strijd tegen het christendom aan met een haast obsessieve vastberadenheid. Hij was echter ook belezen, stond open voor nieuwe ideeën, ontwierp een nieuw belastingsysteem en was een veldheer die bloedige veldslagen won en het ruwe soldatenleven omhelsde.

    Je hebt je grondig gedocumenteerd. Wat komt daar allemaal bij kijken?

    Ik probeer zoveel als mogelijk te lezen van wat over Julianus is gepubliceerd: de wetenschappelijke literatuur maar ook romans als Gods and Legions van Michael Curtis Ford en Gore Vidals Julian. De verschillende visies op Julianus maken het ingewikkeld, maar ook boeiend: hij is gepresenteerd als posterboy voor religieuze tolerantie, terwijl hij als generaal een oorlogsmisdadiger was. Beide visies zijn natuurlijk te modern. Ik kies er zelf voor hem te presenteren als iemand die, naarmate hij meer verantwoordelijkheden krijgt, harder wordt.

    Op de tekentafel

    Ik kijk verder naar archeologische vondsten uit die tijd, luister naar gereconstrueerde antieke muziek en zoek uit wat de Romeinen aten en dronken. Zo’n onderdompeling helpt me als tekenaar en verhalenverteller enorm, zelfs als ik het niet meteen kan verwerken in het verhaal. Alleen van reizen komt het niet: het schrijven, tekenen, schilderen, scannen, opkuisen, letteren en drukklaar maken vergt teveel tijd.

    Overigens beperk ik me niet tot de Romeinse periode. Het leven van een gewone soldaat uit de Napoleontische tijd verschilde immers niet zoveel van de mannen die Julianus volgden.

    In deel 4 is ergens een schild zichtbaar met het opschrift “Fectio”, de naam van een moderne groep re-enactors die demonstraties geeft van het soldatenleven in de Late Oudheid. Mag ik daaruit afleiden dat ze je adviseren?

    Reken maar dat ik advies krijg van Fectio. Of ik het nu wil of niet, haha! Ik krijg dan bijvoorbeeld te horen dat de wangklep van een helm verkeerd is getekend. Een detail misschien, maar ik verbeter het wel. Een schets van een Romeinse reiskoets op Facebook leverde me meteen documentatie op over zulke rijtuigen. Het is een wat ongebruikelijke maar daarom niet minder leuke wisselwerking met mijn publiek.

    Dat re-enactorwereldje is sympathiek en dat fanatieke kenners vinden dat het zo goed mogelijk moet worden, is een van de leuke kanten van dit project. Het betekent dat ik iets maak dat ook hen niet onberoerd laat.

    Waarom teken je Julianus als een blonde man?

    Om een hele simpele, tekentechnische reden: omdat hij dan beter opvalt tussen zijn vrienden Oribasius en Milius. Het leek me bovendien leuk hem gaandeweg te laten lijken op zijn Germaanse vijand Chnodomarius.

    Overigens heb ik wat moeite met de aanname dat, omdat Julianus is geboren in het huidige Turkije, hij dan meteen ook donker krulhaar zou moeten hebben. We weten zo goed als niets over zijn moeder, en het is zeker denkbaar dat zij blond was.

    Ik neem aan dat je kijkt naar wat je collega’s doen. Is je personage Primigenia stiekem gemodelleerd op Kriss van Valnor uit de Thorgalreeks?

    Ik weet zeker dat ik dat niet bewust heb gedaan, maar het is natuurlijk onmogelijk dat iemand die is opgegroeid met Thorgal, daarvan geen invloeden heeft ondergaan.

    Deel 5 is een keerpunt in de reeks. Julianus is in opstand tegen keizer Constantius en rukt op naar de oostelijke, Griekssprekende provincies van het Romeinse Rijk. Hoe geef je zoiets aan?

    Ten paleize

    De overgang van de Latijnse naar de Griekse culturele wereld, en die van de regering van Constantius naar die van Julianus, suggereer ik met kleur. Julianus, heerser in Gallië, trekt ten strijde tegen zijn superieur Constantius. De scènes waarin Julianus figureert, zijn groen en fris van kleur, terwijl de kleuren rond zijn zieke tegenstander Constantius eerder grijs en blauw zijn. De landschappen waar hij doorheen trekt zijn droog, dor en bruin van toon. Op een bepaald moment staan hun legers tegenover elkaar en zie je bijna de grens tussen het groen en het dorre bruin, alsof Julianus een nieuwe energie met zich meebrengt.

    Julianus’ heidendom wordt in deel 5 geprononceerder. Hoe toon je het conflict tussen een religie die niet meer bestaat en een christendom dat anders was dan het huidige?

    Het probleem is algemener. Nu Julianus naar het oosten beweegt, moet ik veel nieuwe begrippen introduceren. Vergeleken met de voorgaande delen en het zesde deel, dat ik nu aan het tekenen ben, is er minder bloed en bloot.

    Het introduceren van die nieuwe wereld is al lastig genoeg, dus ik probeer Julianus’ conflict met de christenen zo eenvoudig mogelijk voor te stellen. Ik wil nooit uit het oog verliezen dat ik een strip maak en geen historisch schoolboek: Apostata moet kunnen worden gelezen door iedereen. Zoals ik veel van de Romeinse termen, aanspreektitels en begrippen achterwege laat, zo wil ik me niet verliezen in de christelijke theologische geschillen. Het is een voortdurende evenwichtsoefening tussen enerzijds genoeg informatie geven en anderzijds niet belerend overkomen.

    In gesprek in de Antwerpse Boerentoren

    De Late Oudheid is ook het decor van de reeks De laatste profetie van Gilles Chaillet. Beschouw je hem als een collega of concurrent?

    Ik lees niet zo gek veel strips en ik ken het werk van Chaillet eigenlijk niet. Ik probeer bewust of onbewust strips over de Oudheid ook te mijden.

    In deel 2 en deel 3 zag ik opmerkingen dat Julianus liever geen harnas draagt, een vooruitwijzing naar een gebeurtenis die we vermoedelijk in het laatste deel tegenkomen. Hoever denk je vooruit?

    Het is niet precies ver vooruit denken… Wat je niet mag vergeten is dat ik elke dag met Apostata in de weer ben. Wat in de albums te zien is, is maar een deel van de verhaallijnen en gebeurtenissen die ik voor ogen heb. Het is één lang doorlopend verhaal in mijn hoofd, waarbij ik bijna instinctief dingen laat zien die in volgende albums een grotere rol gaan spelen.

    Het omgekeerde gebeurt ook: soms teken ik een personage dat me op één of andere manier bevalt en dat dan een eigen leven begint te leiden. Dat klinkt misschien raar, maar ik heb het er eens over gehad met mijn collega Marvano, die dezelfde ervaring heeft. Soms schrijft een stripverhaal zichzelf.

    [Een rijk geïllustreerde versie van dit interview verscheen in december in Stripschrift.]

    #Boerentoren #interview #JulianusDeAfvallige #KenBroeders

    De kleurenkladder in Antwerpen

    Vorig weekend was ik in Antwerpen. Ik houd van die stad. Er is een haven en dan ben ik al snel tevreden, maar Antwerpen heeft net iets méér.

    Nou ja, vrij veel meer eigenlijk, zoals allerlei kleine theaters, de Schelde, een dierentuin waarover ik nog eens zal bloggen, het stadspark, boekhandel De Groene Waterman, het huis van Rubens, de Handelsbeurs, Lange Wapper, de Boerentoren, de Dulle Griet, het station Antwerpen-Centraal, diamanten, leuke mensen die weleens reageren op mijn blog, Joachim Stiller, een Plantin-Moretus, het vergeten punt waar Van Speijk zichzelf opblies, het stadhuis, Ken Broeders, café De Klok, de Meir, de AVRA, een joodse wijk, het Museum aan de Stroom, Elsschot, de Sint-Carolus Borromeuskerk, Semini, een mooie schouwburg, een Begijnhof, de Sint-Anna-tunnel, friet patat, het Havenhuis, een station dat Luchtbal heet, de nieuwbouw aan de Teniersplaats, de OLV-kerk, de Botanische tuin.

    Eén ding maakt me minder blij en dat ziet u hierboven. Wie hoort er in het rijtje Mucha / Chagall / Renoir / Munch niet thuis? Inderdaad, de kleurenkladder. Kijk naar bovenstaande foto en je ziet meteen wie niet weet hoe hij moet omgaan met kleur.

    Chagall. Ik zeg het er voor de zekerheid maar even bij.

    Van beschaafde mensen in een beschaafde stad zou je toch hebben verwacht dat ze hun gasten niet zomaar de stuipen op het lijf jagen.

    #Antwerpen #Boerentoren #kleurenkladder #MarcChagall #PeterPaulRubens

    Antwerpse Boerentoren krijgt nieuw ontwerp: 103 meter hoog, nieuwe 'kroon' en driehoekige koepel | VRT NWS: nieuws

    Het nieuwe ontwerp van de Antwerpse Boerentoren is bekend. Katoen Natie dient binnenkort de bouwaanvraag in bij de stad Antwerpen. De architecten van Studio Libeskind, die het ontwerp maakten, hebben al een principeakkoord met Erfgoed Vlaanderen en de stadsbouwmeester. "Wij zijn volledig klaar om te starten", glundert Fernand Huts van Katoen Natie.

    VRT NWS
    The Boerentoren blends Art Deco elegance with the raw ambition of early skyscraper dreams.

    #antwerp #boerentoren #renovations #artdeco #architecture #wow #worldofwim #rexmm

    Bovenste verdiepen van onze iconische #boerentoren worden binnen 2j gesloopt.
    Eigenaar #fernandhuts en architect #libeskind krijgen de kans om een 2de ontwerp in te dienen voor de top.
    Schepen #patrickjanssens :"Als iedereen zich kan vinden in deze toekomstige plannen, vervalt de eis om binnen de vijf jaar de top van de toren in de oorspronkelijke staat [red. uit de jaren 1930] te herstellen.

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/03/14/boerentoren-verliest-zijn-hoofd/

    Antwerpse Boerentoren wordt 'onthoofd': "We willen niet dat er eender wat in de plaats komt"

    VRT NWS: nieuws
    Het antwoord voor het redesign van de #boerentoren is zo simpel. Alle elementen zijn aanwezig.

    Ik ben een absolute voorstander van vulgarisering van de wetenschap, maar niet van de verkleutering ervan.

    En dat is m.i. het grote verschil tussen een Marc Coucke die zijn dino's in een avonturenpark in Durbuy opstelt en een Fernand Huts die zijn Tyrannosaurus rex een plek in een standingvolle gerenoveerde Boerentoren wil geven.

    #wetenschap #dinosaurus #Durbuy #MarcCoucke #Coucke #Boerentoren #Antwerpen #FernandHuts #Huts