Quinshon Judkins Comes Back to Earth

Browns RB Quinshon Judkins struggled to find running room against the Steelers, going 12-36-0 on the ground and…
#NFL #ClevelandBrowns #Cleveland #Browns #back #browns #cleveland #comes #Earth #Football #judkins #quinshon #To
https://www.rawchili.com/nfl/442281/

Will Vest’s Journey Comes Full Circle as Tigers Face Seattle in Riveting Baseball Series https://www.rawchili.com/mlb/373935/ #Baseball #circle #comes #face #full #journey #Mariners #MLB #Riveting #Seattle #SeattleMariners #SeattleMariners #Series #Tigers #Vest’s #will
EU cave in on vehicle trade rules will cost European lives as US…

Pedestrians, cyclists and drivers are at increased risk as the rapid rise in monster US pick-up trucks on Europe’s roads is set to accelerate after the…

T&E

Two Rotorua eateries make toastie competition finals

This year’s competition was the biggest yet, with more than 200 eateries competing. Lime Cafe head chef Rohan…
#NewsBeep #News #Headlines #above #comes #competition #crust #eateries #finals #make #NewZealand #NZ #rotorua #toastie #toasties #two #when
https://www.newsbeep.com/41941/

Asturië

Kerk van het Heilig Kruis, Castañeda (Asturië)

In de inmiddels veertien delen tellende reeks blogjes over de laatantieke en middeleeuwse geschiedenis van het Iberische Schiereiland, heb ik Asturië tot nu toe overgeslagen. Eén reden is dat ik er nooit ben geweest, een tweede reden is dat het tot nu toe een beetje een Fremdkörper in mijn verhaal zou zijn. Nu even wat toelichting dus, als intermezzo. En dan eerst een woord over het nationalistische Spaanse geschiedbeeld.

Reconquista

Ik stipte in het vorige blogje al aan dat er een beeld heeft bestaan van de geschiedenis van Spanje als die van een altijd christelijk gebleven gebied, nooit werkelijk geïslamiseerd. Al in het jaar waarin de Arabieren het Iberisch Schiereiland onder de voet liepen, zouden de christenen vanuit Asturië zijn begonnen aan de herovering, reconquista, die mogelijk was doordat de bevolking van het Emiraat van Córdoba christelijk bleef. Dit beeld dateert uit de negentiende eeuw en legt als het ware een soort nationale doelgerichtheid over bijna acht eeuwen Spaanse geschiedenis.

Helemáál onwaar is het niet. Het herstel van het Visigotische Rijk van Toledo speelde een rol in de koningsideologie van de christelijke staatjes in het noorden van het Iberische Schiereiland. Er waren momenten waarop de bewapende conflicten het karakter hadden van een clash of civilizations tussen christendom en islam. Dat Sint-Jakobus de Meerdere de bijnaam Matamoros kreeg, “Morendoder”, is natuurlijk niet niks. Maar het grootste deel van de periode tussen 711 en 1492 was er sprake van co-existentie, onderbroken door strooptochten waarbij het meer ging om buit dan godsdienst.

Ik denk dat de meeste mediëvisten de term “Reconquista” alleen nog gebruiken in het bewustzijn dat het eigenlijk een draak van een concept is – maar ja, ze is nu eenmaal ingeburgerd en helpt je je publiek te bereiken. Het is niet anders dan de bioloog die de mosasaurus maar een dinosaurus noemt, hoewel hij weet dat het feitelijk een schubreptiel is.

Asturië

Asturië is, heel simpel, de noordelijke kustregio van Spanje: een bergachtig gebied, dat de veroveraars bestuurden zoals de rest van het Iberische Schiereiland, dus door middel van een verdrag met een plaatselijk heerser zoals de Theodomir die we al tegenkwamen. Toen de diverse legeronderdelen hun jund kregen, kregen de Baranis-Berbers gebieden benoorden de Taag, maar er waren weinig troepen in het hoogste noorden, waar een garnizoen in de havenstad Gijón volstond. De lokale heerser met wie de veroveraars zaken deden was vrijwel zeker een comes genaamd Pelagius.

In 722, meteen na de belastingverhoging van het voorafgaande jaar, kwam hij in opstand. De Berbers trokken hem vanuit Gijón tegemoet maar werden verslagen in de buurt van het klooster van Covadonga (Cova Domnica, “Onze Lieve Vrouwe-grot”). Latere, Asturische bronnen beweren dat Pelagius’ tegenstander Uthman ibn Naissa om het leven kwam, maar uit contemporaine Arabische bronnen is bekend dat hij actief is geweest in de oostelijke Pyreneeën.

Het gevecht bij Covadonga en de overwinning stelden op zich niet veel voor, maar waren voldoende voor Pelagius om vanuit zijn nabijgelegen villa bij Cangas als vorst te gaan regeren. Zijn schoonzoon Alfonso I kwam in 739 aan de macht en is de feitelijke grondlegger van het koninkrijkje Asturië. Hij profiteerde ervan dat aan het begin van zijn regering de Baranis-Berbers, zoals ik in een eerder blogje heb aangegeven, in opstand kwamen tegen generaal Abd al-Malik ibn Qatan al-Fihri. Ze ontruimden Gijón en trokken zuidwaarts. Dat schaadde de Asturische onafhankelijkheid bepaald niet. Verder was deze Alfonso de zoon van een voorname edelman die zou stammen uit het Visigotische koninklijk huis. De waarheid van die claim is minder belangrijk dan het feit dat de Asturische dynastie zich voortaan legitimeerde als opvolger van het Rijk van Toledo.

Tussen emiraat en keizerrijk

Had Alfonso geprofiteerd van de interne conflicten in El-Andalus, zijn zoon en opvolger Fruela I (r.757-768) ondervond de nadelen van het herenigd Emiraat: vanaf 759 namen de Arabieren, verenigd onder Abd al-Rahman I, weer de moeite tribuut te vorderen. Asturië was nu een kleine vazalstaat naast een machtige zuiderbuur en daaraan konden Fruela’s opvolgers weinig veranderen. De Asturiërs bleven afzijdig toen Karel de Grote in 778 over de Pyreneeën kwam.

Alfonso II in een handschrift uit Santiago de Compostela

Ik noem nog de lange regering van koning Alfonso II de Kuise (r.791-842), die te maken kreeg met zó veel Arabische strooptochten dat hij hulp zocht bij de paus en bij de door zijn voorgangers gefnuikte Karel de Grote. Die erkende hem en kreeg in ruil Asturische hulp bij het instellen van de Spaanse Mark.

Asturië kwam zo onder invloed van het christendom zoals het bestond ten noorden van de Pyreneeën en in Italië. Weliswaar wilde het Spaanse koninkrijkje lijken op het Rijk van Toledo, maar een eigen staatskerk met eigen synodes was er niet langer. De banden met het Karolingische Rijk werden versterkt toen Alfonso in 814 het heiligdom van Santiago de Compostela stichtte, waardoor een gestage stroom pelgrims naar Asturië kwam. Dat Asturië nu naar het noorden keek, wil overigens niet zeggen dat men nooit keek naar het zuiden: bij bouwprojecten in Santiago en de nieuwe hoofdstad Oviedo waren kunstenaars werkzaam uit het Emiraat.

Asturië verdeeld

Onder Alfonso III de Grote (r.866-910) werd het koninkrijk naar het oosten uitgebreid (ten koste van het markgraafschap Pamplona). Profiterend van de revolte van de in het vorige blogje genoemde Umar ibn Hafsun, wist Alfonso ook naar het zuiden op te rukken, in de richting van de Duero. Léon werd de nieuwe hoofdstad.

Bij zijn dood verdeelde hij zijn koninkrijk over zijn zonen, waardoor nieuwe koninkrijken ontstonden. Het is hier niet nodig in detail de geschiedenis daarvan te herhalen, maar het komt erop neer dat in het noordwesten het koninkrijk Léon lag, in het centrum Castilië, daarnaast Navarra (rond Pamplona), gevolgd door het vooralsnog kleine Aragón en helemaal in het oosten het graafschap Barcelona. Deze staatjes streden even vaak tegen elkaar als tegen hun zuiderburen. Van een Reconquista was eeuwenlang geen sprake. Pas na 1085 begon dat te veranderen, maar het was pas toen in 1492 Granada viel, dat het kon lijken alsof de herovering van het Iberische Schiereiland altijd als een rode draad door de Spaanse geschiedenis had gelopen.

[wordt vervolgd]

#AbdAlMalikIbnQatanAlFihri #AlfonsoIVanAsturië #AlfonsoIIDeKuiseVanAsturië #Aragón #Asturië #Baranis #Barcelona #Castilië #Catalonië #clashOfCivilizations #comes #Covadonga #ElAndalus #emiraatVanCórdoba #FruelaIVanAsturië #Gijón #JakobusDeMeerdere #Léon #mosasaurus #Navarra #Oviedo #Pamplona #PelagiusVanAsturië #Reconquista #RijkVanToledo #SantiagoDeCompostela #SantiagoMatamoros #SpaanseMark #Spanje #Theodomir #UthmanIbnNaissa

Het Emiraat van Córdoba (2)

De beroemde moskee van Córdoba

[Tweede van vier blogjes over het Emiraat van Córdoba. Het eerste was hier.]

Emir Abd al-Rahman, de stichter van het Emiraat van Córdoba, overleed rond 788 en werd opgevolgd door zijn zoon Hisham I. Die erfde, behalve een staat-in-wording, ook de conflicten met het Abbasidische Kalifaat van Bagdad en met Karel de Grote. In de eerste oorlog boekte hij al snel succes door in het huidige Marokko een vazalstaat in het leven te roepen, geleid door de Idrisiden. Vanaf nu controleerden de vloten van de emir van Córdoba en zijn bondgenoot de Straat van Gibraltar.

De wijde wereld

De Abbasidische kalief Harun ar-Rashid (r. 786-809) liet het gebeuren. Hij versterkte echter wel zijn greep op Ifriqiya, waar Ibrahim ibn al-Aghlab het Aghlabidische emiraat stichtte. Ik blogde er al eens over. Aanvankelijk loyaal aan de kalief in Bagdad, begon dit emiraat zich steeds zelfstandiger te gedragen. De hoofdstad was Kairouan, dat eeuwenlang een grote aantrekkingskracht heeft gehad op Andalusiërs. De stad groeide snel, van 15.000 mensen in 830 tot 50.000 in 1050. Ik blogde al eens over de watervoorziening.

In het noorden hadden de emirs van Córdoba gemengde successen. Karel de Grote legde zich niet neer bij de vernederende uitkomst van de expeditie van 778 – zie ook het vorige blogje – en stuurde daarom van tijd tot tijd nieuwe legers. Er kwamen Frankische garnizoenen in steden als Barcelona en Pamplona; de tussenliggende regio kwam bekend te staan als de Spaanse Mark.noot Een mark is een graafschap aan de grens. De soldaten van de markgraven en de legers van het Emiraat van Córdoba raakten regelmatig slaags, meestal door plundertochten over en weer. Asturië, dat in 778 had geweigerd Karel te steunen, koos tegen het einde van de achtste eeuw niet zozeer partij voor de Frankische vorst, als wel tegen de emir in Córdoba: in 798 stroopten de Asturiërs diens land af tot bij Lissabon.

Inscriptie uit Mérida

Consolidatie

Aan het begin van de negende eeuw tekende zich in het noorden een modus vivendi af, die erop neerkwam dat het Emiraat van Córdoba de noordelijke staatjes niet zou annexeren zolang die niet zouden streven naar gebiedsuitbreiding. Toen de markgraaf van Pamplona in 803 de afspraak negeerde, liet emir Al-Hakam I (r.796-822) de stad verwoesten, waarbij hij gebruik kon maken van zijn eigen troepen en de Banu Qasi uit Zaragoza. Barcelona onderging hetzelfde lot in 828.

Feitelijk was het Emiraat van Córdoba aan alle kanten omringd door bufferstaten. Tegen de Abbasiden verdedigde het zich via de Idrisiden en de Aghlabiden in de Maghreb; in het noorden was het Emiraat van de Spaanse Mark gescheiden door vazalstaatjes als Banu Qasi (rond Zaragoza) en Baskenland. Asturië vormde de buffer tegen de Noormannen. Deze noordelijke staatjes waren door diplomatieke huwelijken verbonden met het Emiraat, waarbij ik aanteken dat “diplomatiek huwelijk” ook is te lezen als verwijzing naar in de harem gegijzelde prinsessen.

De consolidatie van de grenzen liep parallel aan de consolidatie van het binnenland. Hadden de emirs Abd al-Rahman en Hisham nog moeite moeten doen om de diverse groepen voor zich te winnen, Al-Hakam kon zijn onderdanen commando’s geven. Belangrijk was daarbij dat hij slaven bewapende, de zogeheten mammelukken. Zij stonden buiten de stamstructuren en waren alleen aan de emir verantwoording schuldig.

Joodse grafsteen van Yehuda bar Akon (Archeologisch museum, Córdoba)

Dhimmi’s en moslims

Aan het Emiraat van Córdoba wordt een beleid van religieuze tolerantie toegeschreven. We zullen nog zien dat daarbij kanttekeningen zijn te plaatsen en we hebben al geconstateerd dat niet-moslims de jizya moesten opbrengen. Joden en christenen waren dhimmi’s, getolereerde monotheïsten.

In de loop van de tijd bekeerde menigeen zich: ik noemde de Banu Qasi al, die afstamde van een zekere Cassius, een edelman uit het Rijk van Toledo die na de Arabische verovering een verdrag sloot (vergelijk de al genoemde Theodomir). De islamisering van El-Andalus verliep echter langzaam en in elke stad was nog altijd een comes, wiens takenpakket inmiddels bestond uit het bestuur van de christelijke gemeenschap: hij sprak recht aan de hand van het Liber Iudiciorum en stond in voor de afdracht van de jizya-belasting. In de Arabische bronnen heet hij qumis of sahib al-medina.

Bij de benoeming van de bisschop maakte de emir een keuze uit een door de gelovigen samengestelde kandidatenlijst. De emir stond de bisschoppen ook toe om synodes te organiseren, zoals ze in het Rijk van Toledo hadden kunnen doen. Het enige verschil is dat ze nu samenkwamen in Córdoba. Het effect was dat de Iberische christenen, die doorgaans mozaraben (“gearabiseerden”) worden genoemd, een zelfstandige kerk vormden, steeds losser van de West-Europese christenen en steeds meer in contact met de christenen uit het Midden-Oosten.

Voor moslims waren andere bestuurders relevanter, de zogenaamde wali ofwel provinciegouverneur en de qadi ofwel rechter. Naarmate het Emiraat evolueerde tot een staat met bufferstaten, kon plundering geen bron meer zijn van inkomsten, zodat de bodembelasting belangrijk werd – en die gold ook voor moslims. Desondanks waren de belastingen betrekkelijk laag. De emir beschikte over enorme domeinen, die hij had overgenomen van de koning van Toledo, had uitgebreid met de landerijen van de aristocraten die waren gesneuveld tijdens de Arabische verovering van Iberië, en vervolgens verder had uitgebreid met de bezittingen van verslagen tegenstanders. Al met al was er genoeg geld om Córdoba te voorzien van de mooiste moskee ter wereld, zoals het plaatje bovenaan dit stukje toont.

[Wordt vervolgd]

#Abbasiden #AbdAlRahmanIVanCórdoba #Aghlabiden #AlHakamIVanCórdoba #Andalusië #Asturië #BanuQasi #Basken #belastingen #Córdoba #comes #dhimmi #ElAndalus #emiraatVanCórdoba #HarunArRashid #HishamIVanCórdoba #IbrahimIbnAlAghlab #Idrisiden #Ifriqiya #Kairouan #KarelDeGrote #LiberIudiciorum #mammelukkenSoldaten_ #Marokko #moskeeVanCórdoba #mozaraben #Pamplona #SpaanseMark #Spanje #stamsamenleving #Theodomir #vikingen

De Arabische verovering van Andalusië (2)

Dirham uit Andalusië; het centrale opschrift luidt dat er geen god is dan Allah alleen, die geen deelgenoot heeft; het randschrift luidt dat de munt is geslagen in de naam van god in het jaar 106 (725 na Chr.; Archeologisch museum, Córdoba)

[Tweede van drie blogjes over de Arabische verovering van het Iberische Schiereiland. Het eerste was hier.]

Het veroveren van een gebied is één ding, het behouden is een ander. Het was de Arabieren en Berbers die met Tariq ibn Ziyad naar Iberië waren gekomen, te doen geweest om buit, maar vanaf de komst van Musa ibn Nusayr was de opzet het gebied te behouden. Dat riep de vraag op hoe de veroveraars het land moesten pacificeren en dat betekende samenwerking met de rijksgroten van het overrompelde Rijk van Toledo.

Verdragen

Musa sloot verdragen met de diverse lokale heersers, mannen met de rang van comes; de Latijnse titel zou later worden gebruikt om graven te typeren, de militaire bestuurders van een bepaalde regio. Eén zo’n verdrag is over: het is in 713 gesloten met een verder onbekende Theodomir, die heerste over enkele oostelijke havensteden. Het kwam erop neer dat Theodomir de Arabische hegemonie erkende, dat de steden zichzelf mochten blijven besturen, dat er geen religieuze dwang was en dat Theodomirs mensen geen hulp mochten verlenen aan de vijanden van het Kalifaat. Verder was er een jaarlijkse belasting (jizya) van één dinar en wat landbouwproducten per persoon en de helft voor een slaaf. De rijken werden ontzien: niet alleen was de hoofdelijke belasting laag, er werd ook geen land geconfisqueerd. Na enkele jaren werd het tarief overigens verhoogd (721).

Er moeten meer van dit soort verdragen geweest, en omdat de lasten licht waren, was het niet moeilijk voor de bewoners van het Rijk van Toledo om de nieuwe heersers te erkennen. Enkele steden boden weerstand, maar moesten capituleren: Sevilla, Toledo, Mérida en vermoedelijk Elvira.

De Arabieren hadden de gewoonte nieuwe, islamitische steden aan te leggen, die de oude bestuurscentra moesten vervangen. Kufa kwam dus in de plaats van Ktesifon, Caïro verving Alexandrië en Kairouan nam de plaats in van Karthago. In Andalusië verrees Granada naast het oude bestuurscentrum Elvira. Toledo raakte, nu er geen koning meer resideerde, in verval; de voornaamste residentie van de Arabische heersers zou in Córdoba komen, waar men ook de munten van El-Andalus sloeg.

Landverdeling

Anders dan wanneer de bevolking zich meteen onderwierp en de grondbezitters hun land mochten houden, confisqueerden de Arabieren het land van een stad die ze hadden moeten veroveren. Zulke grond heette jund en werd toegewezen aan legereenheden die in onze bronnen de naam dragen van oude Arabische stammen. Of het werkelijk gaat om de familieleden van mensen die een eeuw eerder op het Arabische Schiereiland hebben gewoond, staat te bezien. Er is wel geopperd dat het feitelijk gaat om de namen van regimenten.

Er is ook wel beweerd dat de Berbers slechtere junds kregen dan de Arabieren, maar wellicht ligt dat genuanceerder. Het is mogelijk dat elke groep land zocht dat leek op wat in het vaderland was achtergelaten. De Berbergroep die bekendstaat als Baranis zou dan land in de noordelijke bergen hebben gekregen omdat ze uit de Algerijnse bergen waren gekomen. Ik kan dit niet beoordelen. De kwestie zou al snel heel belangrijk zijn.

[Wordt vervolgd]

#Andalusië #Écija #Baranis #Berbers #Córdoba #comes #ElAndalus #Elvira #Granada #jizya #Mérida #MusaIbnNusayr #RijkVanToledo #Sevilla #Spanje #TariqIbnZiyad #Theodomir #Toledo