Faits divers (46): oosterse data
Een inscriptie in Arabische letters zonder puntjes (Wadi Rum)
Een nieuwe aflevering in de onregelmatig verschijnende reeks faits divers, met deze keer de uitbreiding van het databestand in Mesopotamië en Arabië, waarbij ook allerlei Grieken en Romeinen opduiken.
Spijkerschrift
Ik heb weleens geblogd over de omvang van het overgeleverde corpus van de diverse oude talen, want wetenschappers hebben een jaar of twintig geleden eens uitgeknobbeld hoeveel woorden er over zijn. Over het belang en de methode van zo’n exercitie valt een boom op te zetten, en er is ook wel kritiek op, maar sommige conclusies zijn duidelijk: van de oude talen vóór 300 na Chr. is het Grieks, gemeten aan het overgeleverde aantal woorden, met afstand het grootst. Op een gedeelde tweede plaats stonden het Latijn en het Akkadisch, de spreektaal van de Babyloniërs en Assyriërs en de taal van de internationale diplomatie in de Bronstijd. Het Akkadische corpus blijft groeien: elk jaar worden meer kleitabletten opgegraven dan gepubliceerd.
Dankzij moderne scanners kunnen kleitabletten vrij snel worden ingelezen en de ingekraste tekens zijn met moderne computertechnieken te lezen. Het is niet zo dat het transcriberen van een Akkadische tekst nu appeltje-eitje is, maar er zit schot in de zaak. De volgende stap is de vertaling, ongeveer zoals u DeepL of Google Translate kunt gebruiken. De flessenhals is dat de artificiële intelligentie een digitale kennisbasis (knowledge base) nodig heeft. De tienduizenden teksten die al in digitale vorm bestaan, zijn daarvoor eigenlijk te weinig. Maar opnieuw: er komt schot in de zaak, de grootste filologische data-explosie aller tijden komt binnen handbereik en hier is een initiatief waaraan u kunt meewerken.
U moet natuurlijk wel Akkadisch kunnen lezen. En wat zo aardig is: Ex Oriente Lux biedt net een cursus aan.
Het vroege Arabië
Meer geschreven data: dat geldt niet alleen voor Akkadische teksten uit Mesopotamië, maar ook voor de talen van het oudste Arabië. Dus zeg maar Syrië, Jordanië en het noorden van Saoedi-Arabië; later ook noordelijk en westelijk Irak en zuidelijk Saoedi-Arabië, en uiteraard nog meer na het ontstaan van het Kalifaat. Ik beschrijf deze korte geschiedenis omdat het misverstand dat het Arabisch zich langs de Wierookroute van zuid naar noord verspreidde, blijft terugkeren, waarbij de aanname dan is dat het Arabische Schiereiland een cultuurcentrum was dat de Arabische cultuur “uitzond”.
Dat ligt dus anders en dat inzicht danken we aan de duizenden en duizenden Arabische inscripties die de afgelopen kwart eeuw zijn gepubliceerd. Onze kennis van de antieke Zuid-Semitische talen, zoals het Safaïtisch, is spectaculair gegroeid. U vindt de inscripties, kort en lang, op de website OCIANIA. De webmasters hebben een leuk overzicht gemaakt van de intrigerendste ontdekkingen van 2025. Zoals:
Het interessantst is een slaaf die zijn stamboom geeft, wat extreem zeldzaam is in de oude wereld, en die zijn meesters aanduidt met de Aramese/Hebreeuwse naam Ismaëlieten. Dit illustreert dat de naam “Arabieren” lang niet altijd gangbaar is geweest. In de oudste, voor-Arabische talen van Jemen was het zelfs een verwijt iemand aan te duiden als Arabier. Het voornaamste punt is hier dat we de complexiteit van dit deel van de oude wereld steeds scherper in zicht krijgen.
Ik rond dit blogje belerend af met een waarschuwing: ook al groeit de omvang van ons databestand, dat is op zich geen wetenschap. De verwerving van data is slechts een voorwaarde voor wetenschap. Het feitelijke werk is de interpretatie; het belang is de vergelijking met het heden, waardoor we onszelf beter leren kennen; en nieuws is het alleen als er nieuwe soorten inzicht zijn. Dit blogje was dan ook alleen geschreven voor u, oudheidliefhebber.
#Akkadisch #ArabischeTalen #artificiëleIntelligentie #bronnenuitgave #DeepL #FaitsDivers #Google #inscriptie #kleitablet #Safaïtisch