Het alfabet van Numidië

Punisch-Numidische bilingue uit Lixus (Kasbah-museum. Tanger)

Vorige week organiseerde het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden voor de vierde keer de Week van het Oude Schrift. Eerlijk is eerlijk: soms gaan de lezingen minder over schrift dan over de taal of over het geschrevene, maar het is een leuk initiatief, waar ik zo veel mogelijk naar kom luisteren. Zoals afgelopen zaterdag, toen Maarten Kossmann van de Leidse universiteit kwam spreken over het Berber-schrift (“Tifinagh”) en zijn antieke voorgangers.

Allerlei alfabetten

Ik heb die mooie letters – altijd blokletters – in Algerije weleens gezien: bijvoorbeeld uitleg in het Frans, Arabisch en de Berbertaal Amazigh over de persoon van Augustinus, die de Algerijnen zo reapproprieren. Ik zag de karakters ook op verkiezingsaffiches en ik bezit een zwaard met een kwaadafwerende inscriptie, die overigens niemand kan lezen.

Dat komt mede doordat er diverse soorten Tifinagh-schrift zijn, met allerlei plaatselijke varianten. Het eerste wat Kossmann uitlegde was dat het huidige schrift een nieuwschepping is uit de jaren zestig, gebaseerd op de traditionele, plaatselijke schriftsoorten die de Tuaregs gebruiken. Die gaan weer terug op een nog ouder alfabet, dat ik gemakshalve “Numidisch” zal noemen. “Libico-Berber” mag ook. Het moderne Tifinagh gebruikt weliswaar de antieke karakters, maar vormt woorden zoals ook westerse talen doen, onder andere door klinkers te noteren.

Het Numidische schrift waarop de diverse Tuareg-alfabetten teruggaan, heeft eigenlijk ook nooit als eenheid bestaan. Net als het Grieks, dat eveneens enkele smaken kent, zijn er verschillende soorten Numidisch schrift, zoals dat van de Canarische Eilanden, in de eigenlijke Maghreb een westelijke en een oostelijke versie, en een variant uit de oase van Bu Njem. Een overzicht vindt u hier.

Numidische inscriptie (Wadi el-Amud)

De in deze inscripties vervatte taal, die ik maar Numidisch zal noemen, is op een of andere manier verwant met de huidige Berbertalen, al is de precieze relatie niet helemaal duidelijk. Het probleem zit hierbij in de Oudheid: zoals steeds hebben we over die periode te weinig informatie. Er zijn onvoldoende tweetalige inscripties. Verschillende Numidische woorden lijken weliswaar op moderne Amazigh-woorden, maar de gereconstrueerde klanken passen niet bij die van de huidige Berbertalen.

Oorsprong

Kossmann ging ook in op de vraag wanneer, hoe en waarom de Numidiërs hun alfabet hadden ontwikkeld. De enige dateerbare tekst is een inscriptie uit Dougga ter ere van de tien jaar eerder overleden koning Massinissa uit 138 v.Chr.; een andere inscriptie uit dezelfde antieke stad oogt iets ouder en lijkt een aanpassing aan een eerder alfabet. Als we als ontstaansmoment de vroege derde eeuw v.Chr. aannemen, zullen we er niet al te ver naast zitten; ik moest denken aan het enorme, precies toen gebouwde grafmonument van Médracen. De koning die dat heeft laten bouwen, zou opdracht gegeven kunnen hebben voor het ontwerpen van een eigen schrift, zoals koning Darius de Grote eveneens een eigen Perzisch schrift liet maken.

Een neo-tifinagh-inscriptie over Augustinus (Souk Ahras)

Er zijn overeenkomsten tussen het Numidische alfabet en de Punische karakters uit Karthago, maar het heeft duidelijk een eigen aanzien: het zijn blokletters, geen cursiefletters. De meerderheid van de karakters heeft bovendien geen Punische parallel. Hoewel oudheidkundigen het niet kunnen bewijzen, is aannemelijk dat het Numidische schrift is ontworpen om recht te doen aan de klanken van de antieke taal én te bewijzen dat men een eigen identiteit had. Opnieuw: zie Darius’ Perzische alfabet.

Een vergeten cultuur

Het was een leuke lezing over het schrift van een antiek volk waarvan het belang vaak wordt onderschat. De Numidiërs hielpen Rome tijdens de Eerste Punische Oorlog; het was dankzij een interventie van de Numidische vorst Naravas dat de Karthagers de Huurlingenoorlog overleefden; Scipio Africanus diende feitelijk als Massinissa’s huurling tijdens de Slag op de Grote Vlakte; nadat Scipio Hannibal had verslagen bij Zama, bleven de Numidiërs meesters van het veld; het was om te verhinderen dat Numidië een supermacht werd, dat Rome Karthago veroverde. Desondanks zijn de Numidiërs eigenlijk nauwelijks bekend.

Algerijns verkiezingsaffiche.

Numidië was weliswaar geen antieke supermacht, maar zit daar vlak onder – en wordt dus veelal genegeerd. Het is wat ironisch dat Kossmann sprak in een museum dat, als het gaat om Numidisch schrift, slechts drie afgietsels bezit van inscripties, die het museum momenteel niet toont. Ik weet ook niet goed wat hier de oplossing voor moet zijn, want ook een museum koopt niet zomaar een inscriptie in Libië, Tunesië, Algerije of Marokko, maar het is wat jammer een antieke subtopper volkomen te negeren, zeker als de verhalen boeiend zijn.

#Algerije #Libië #MaartenKossmann #Madghacen #Marokko #Massinissa #Numidië #Tunesië