Heilzame en onheilzame structuren van groepen

Gedurende de laatste weken van het jaar 2024 her-publiceerden we tekst en beeld van auteurs. In 2025 gaan we daar mee door. Hieronder een analyse van Joop Romeijn, eerder in mei 2013 in het BD geplaatst.

Het bestuur van de Deutschen Buddhistischen Union (DBU)   heeft een leidraad  geformuleerd om de mensen hulp en ondersteuning te geven die hun lidmaatschap van boeddhistische of andere groeperingen nog eens kritisch willen overwegen. De DBU is de Duitse BUN, maar dan aanmerkelijk beter georganiseerd, ze hebben bijvoorbeeld al jaren een vorm om ‘ongeorganiseerde boeddhisten’ toch een rol in hun organisatie te kunnen laten spelen.

Hieronder vertaal ik deze leidraad, die volgens mij ook voor de situatie in Nederland (en dan denk ik niet alleen aan Zen. Nl maar breder) bruikbaar is. Wel valt me op dat hier voor ons (Nederlandse) doen vanzelfsprekend van deelname aan expliciet boeddhistische groepen sprake is. In Nederland is dat juist niet altijd duidelijk. Vandaar dat ik in een nawoord twee vragen ten behoeve van het zoeken en de zelfreflectie toevoeg.

Voor het Duitse origineel, zie hier . De oorspronkelijke titel luidt: ‘Heilsame und unheilsame Strukturen in Gruppen ‘ en is in 2007 door de DBU vastgesteld. Al is het maar twee pagina’s, het is – ook in de ogen van de DBU-mensen zelf – een ‘zwaar’ stuk, er zit veel ervaring in verwerkt:

“Deze leidraad is bedoeld voor al diegenen die zich bezighouden met de leer van de Boeddha en op hun ‘pad’ in een groep (‘sangha’) door een leraar worden begeleid. Onze motivatie voor het formuleren van deze leidraad is de behoefte aan bescherming en het voorkomen van  problemen voor onszelf, voor onze (boeddhistische) groep en voor al degenen die aan het begin van hun ‘pad’ staan. Duidelijkheid over de eigen motivatie biedt bescherming en steun om het heilzame tot stand te brengen en het onheilzame te vermijden. De maatschappij waarin wij leven, is gebaseerd op de mensenrechten en de grondrechten die worden gegarandeerd door de grondwet. De 2500 jaar geleden door de Boeddha onderwezen ethiek is in overeenstemming met deze principes – ze moeten ook worden weerspiegeld in de structuren van de boeddhistische groepen.
De Boeddha zegt dat alle levende wezens de potentie hebben tot het volledige ontwaken. Op weg om dit potentieel te bereiken, echter, komen we veel obstakels tegen. Daar kunnen ook ongezonde groeps-structuren onder vallen die we hier willen beschrijven. In elke vermeende aberratie is ook een positieve ontwikkeling verborgen, zolang we onszelf toestaan ​​om onze situatie te spiegelen en om fouten te corrigeren. De persoonlijke keuzevrijheid kan steeds opnieuw worden veroverd. In deze zin willen we aansporingen tot nadenken geven en de mensen aanmoedigen om de eigen perceptie en intuïtie te vertrouwen en zich een eigen oordeel te vormen.

De volgende vragen zijn bedoeld als een gids voor beginners, en tegelijkertijd een aansporing tot zelfreflectie van degenen al langer in een groep zitten.
Voor alle zoekenden is het behulpzaam om eerst de eigen verwachtingen te toetsen met vragen als:

  • Wat zoek ik bij het boeddhisme?
  • Wat verwacht ik van een groep?
  • Wat hoop ik bij een ‘leraar’ te verkrijgen?
  • Zijn mijn verwachtingen realistisch?

Verder kunnen de volgende vragen ook nog behulpzaam zijn:

  • Wat is mijn motivatie voor het begaan van het ‘boeddhistische pad’ ?
  • Wat fascineert me in het boeddhisme?
  • Ben ik gevoelig voor heilsgeschiedenissen of heilsverwachtingen?
  • Welke rol spelen mijn behoeften voor de zekerheid, veiligheid, bevestiging en erkenning in m’n deelname aan een groep?
  • Heb ik de indruk dat ik de groep net zo makkelijk kan verlaten als toen ik er binnenkwam?
  • Heb ik de vrije keuze om contacten binnen en buiten de groep te onderhouden?
  • Kan ik bekritiseren zonder te worden gediscrimineerd of veroordeeld?
  • Staat in de groep de leer van Boeddha centraal of de leraren?
  • Zijn de leraren gekwalificeerd door een grondige kennis van de boeddhistische leer en door hun eigen ervaring?
  • Proberen de leraren zelf te leven volgens de leer van de Boeddha?
  • Zijn de leraren en de desbetreffende groep ingebed in de eigen traditie?
  • Zijn er contacten en uitwisselingen met andere groepen en leraren?
  • Is er een bevestiging door andere erkende leraren?
  • Ontstaat er afhankelijkheden in de relatie tussen leraar en leerling?
  • Wat is de rol van titels, machtigingen en “carrièremogelijkheden” voor mij?
  • Is er financiële transparantie in de organisatie?
  • Is er in de groep sprake van ‘vrijgevigheid’?
  • Heb ik mijn financiële onafhankelijkheid weggegeven?
  • Geef ik meer uit (aan de groep) dan in mijn omstandigheden verstandig is? Ben ik in schulden geraakt? Is dat bij anderen in de groep het geval?
  • Wordt bij het werven van nieuwe leerlingen of bij oproepen tot vrijgevigheid agressieve methoden gehanteerd?
  • Word ik in het (vrijwilligers)werk dat ik doe, uitgebuit? * Worden er seksuele relaties aangemoedigd, die onheilzame gevolgen hebben?
  • Wordt er druk of geweld uitgeoefend op mij of op andere leden van de groep?
  • Worden optredende schuldgevoelens gebruikt of zelfs versterkt; of wordt er hulp geboden in het overwinnen ervan?
  • Is er sprake van laster, verkeerde informatie of minachting voor critici, andersdenkenden of andere groepen, leraren of tradities?
  • Worden andere leraren en andere vormen van beoefening op een de waarde ervan aanduidende manier genoemd of aanbevolen?
  • Word ik gemotiveerd in het nemen van m’n eigen verantwoordelijkheid en in m’n zelfrespect?

CONCLUSIE
Heilzame structuren  worden gekenmerkt door openheid, ook voor vragen en kritiek. Leerlingen hebben in zulke structuren ruimte om eigen en ook afwijkende meningen te uiten. Zij kunnen het geleerde door eigen studie toetsen. Het staat hen vrij de groep of de leraar op elk door hen gekozen moment te verlaten.

Tot zover deze vertaling. De handleiding vervolgt met het citeren van een deel van de toespraak van de Boeddha aan de Kalama’s die de eigen verantwoordelijkheid van de individuele spirituele zoekende benadrukt. Anguttara Nikaya, 3-66, zie voor Nederlandse vertaling bijvoorbeeld hier. Ik neem dit citaat uit de Pali Canon niet over omdat de Kalama Sutta, hoe waar het ook is wat er in staat, nog al eens misbruikt is om te argumenteren, als zou iedereen zelf zou mogen bepalen wat de inhoud van de Dharma, van het boeddhisme, is.

Ik zou er twee vragen aan willen toevoegen waarbij wederom niet alleen aan Zen. Nl gedacht moet worden:

  • Als een groep zich  ‘Zen ‘ noemt maar elke verwijzing naar ‘boeddhisme’ ontbreekt,  waarom wordt dan eigenlijk het woord ‘Zen’ in de aanduiding gebruikt ?
  • Als een groep als doel van de beoefening ‘meditatie ‘ noemt en elke verwijzing naar het boeddhisme ontbreekt, op welke filosofie of levensbeschouwing !    baseert (de leraar van) deze groep zich dan eigenlijk?

Eigenlijk was ik op zoek naar een procedure of instantie bij de  Deutsche Buddhistische Union (DBU) die ingeschakeld kan worden bij laakbaar gedrag van een boeddhistische leraar en/of groep. Naast de hierboven vertaalde leidraad vond ik zoiets niet. Wat er nog het dichtste bij kwam, is de website buddhistische-sekten.de van een (individuele) boeddhistische monnik. Hier vond ik wel de resultaten van zijn pogingen, de DBU de activiteiten aan te zetten t.a.v. boeddhistische sekten en misbruik. Genoemde leidraad is een van de resultaten ervan.

Verder dit citaat over de meest actuele stand van zaken, dat ik onvertaald laat:

Auf Initiative Franz Johannes Litschs gab es zur Mitgliederversammlung der DBU am 25. April 2011 einen Workshop zum Thema »Missbrauch«. Dem Workshop waren mehrere Ereignisse in buddhistischen Gemeinschaften in Deutschland vorausgegangen. Von den ca. 50 Teilnehmern des Workshops wurde einstimmig beschlossen, qualifizierte Ansprechpartner und Strukturen innerhalb der DBU zu schaffen, die zweifelnden, irritierten oder aktuell betroffenen Menschen die nötige Unterstützung und Informationen geben. Auch wurde die schon lange von Franz Johannes Litsch vorgeschlagene Idee der Einrichtung eines »Ethik-Rates« und das Aufstellen eines Lehrer-Verhaltenskodex aufgegriffen. Zur Umsetzung dieser Anliegen wurde eine Arbeitsgruppe »Ethikrat« gegründet, die ihr erstes Treffen vom 26.08.–28.08.2011 im Shambala Zentrum in Marburg hatte. Das 2. Treffen dieser Arbeitsgruppe fand vom 16.03.–18.03.2012 in Fulda statt; dabei wurde sich vor allem auf die Erarbeitung einer »Ethik Charta« konzentriert.
bron: buddhistische-sekten.de/einleitung.html

Conclusie: Er zit dus iets – in de richting van een ‘ Ethische Commissie ‘ – aan te komen, maar er is geen kant en klaar model waarvan in Nederland gebruik kan worden gemaakt.

Joop Romeijn overleed op 25 maart 2020.

Dit is een automatisch geplaatst bericht via ActivityPub.

#DBU #JoopRomeijn #leidraad #ontwaken #potentie
#DBU #JoopRomeijn #leidraad #ontwaken #potentie

Heilzame en onheilzame structuren van groepen - Boeddhistisch Dagblad

Wat zoek ik bij het boeddhisme? Wat verwacht ik van een groep? Wat hoop ik bij een 'leraar' te verkrijgen? Zijn mijn verwachtingen realistisch?

Boeddhistisch Dagblad

Boeddhisme en seks: het meer totale plaatje

Gedurende de laatste weken van het jaar 2024 her-publiceerden we tekst en beeld van auteurs. In 2025 gaan we daar mee verder. Hieronder een tekst van Joop Romeijn die we eerder, op 27 juni 2013, in het BD plaatsten.

Het thema ‘boeddhisme en seksualiteit ‘ blijft actueel, ook in Nederland, ook als we het er liever niet over willen hebben. Wat de diepere oorzaken van de problematiek kunnen zijn, is het onderwerp van een essay van Stephen Batchelor dat ik hieronder – door mij vertaald – weergeef.

Oorspronkelijke titel: Buddhism and Sex: the Bigger Picture .

In het licht van de schijnbaar eeuwigdurende controverse rond de kwestie van boeddhistische leraren die misbruik maken van hun gezag om seksuele gunsten te winnen van hun leerlingen, is het misschien nuttig om wat afstand te nemen van de analyse van specifieke gevallen; en elementen van het grotere geheel, waarin deze vorm van misbruik zich manifesteert, in de beschouwing te betrekken.

1. Seksueel verlangen is de meest krachtige biologische drift die we kennen van de mensheid.  Ongeacht welke geloften men heeft genomen om het te beheersen, kan lust zich ongevraagd onder alle omstandigheden voordoen en anderszins verantwoordelijke en goede mensen ertoe brengen zich aan handelingen over te geven die ze zonder aarzelen betreuren in anderen.

2. Overal waar mensen zijn in een positie van macht over andere mensen, is het onvermijdelijk dat sommigen die macht zullen gebruiken om hun eigen seksuele verlangens na te streven en te bevredigen. Ongeacht de redenen en de rechtvaardigingen die worden gebruikt om dergelijk gedrag te legitimeren, maakt de persoon aan de macht (meestal een man) misbruik van het vertrouwen van degene zonder macht (meestal een vrouw of, in een klooster: een jongen) òf om zowel te voldoen aan de fysieke lust òf aan een verlangen naar intimiteit.

3. De Boeddha zelf werd beschuldigd van het hebben van geslachtsgemeenschap met de vrouwelijke asceten Sundari en Cinca. Volgens de traditie waren deze beschuldigingen ongegrond, ze werden gebruikt door degenen die jaloers waren op zijn succes teneinde hem in diskrediet te brengen.
Seks hebben met zijn leerlingen is niet een hedendaagse kwestie die pas zijn kop is gaan steken in de tegelijkertijd tolerante als puriteinse samenlevingen van het Westen. Het is gewoon wat mensen in posities van gezag vatbaar voor zijn of van beschuldigd worden te doen.

4. Zijn er leerstellige of institutionele elementen binnen de boeddhistische traditie, die dergelijk gedrag waarschijnlijker zou maken?  Kunnen we evenzo andere elementen identificeren die werken in de richting van het minder waarschijnlijk maken dat dit gedrag plaatsvindt?  Ik neem het als gegeven dat er geen set van regels is, hoe nauwgezet omschreven ook en hoe precies ook toegepast, die ooit waterdicht zal kunnen worden.

5. De wortel van de machtsongelijkheid tussen leraar en leerling ligt in de overtuiging dat de eerste in zekere mate “verlicht” is, terwijl de laatste dat niet is. Dit weerspiegelt het verschil tussen de ariya (edel wezen) en de puthujjana (gewone wezen) die teruggaat tot de vroegste teksten.  Vervolgens kreeg dit onderscheid een leerstellige basis toen boeddhisten de theorie van de ‘Twee Waarheden’ een sleutelrol toekenden in hun exegetische denken. Waar de Boeddha (in de Pali canon) nooit onderscheid maakte tussen ‘conventionele’ (samvrti) en ‘ultieme’ (paramartha) waarheid, werd de theorie omarmd door alle scholen, waaronder het Theravada.  Het ‘Twee Waarheden’ leerstuk heeft niet alleen een didactische betekenis, het versterkt ook een ’twee-klassen-model’ [Engels: two-tier-model ] van autoriteit: zij die directe kennis van de ultieme waarheid dragen, zijn ariya; terwijl degenen die dat niet doen louter puthujjana zijn.  Het gezag van de leraar krijgt daarmee een mystiek-ontologische in plaats van een louter institutionele rechtvaardiging.

6. Toen de boeddhistische traditie zich in de loop van de tijd ontwikkelde in een georganiseerde religie, werd de kloof tussen de ariya en de puthujjana breder en breder. De professionals (d.w.z. monniken, priesters en yogi’s) kregen een steeds grotere charismatisch gezag als ‘verlichten’ toebedeeld; terwijl de leken steeds meer een eerbiedige en onderdanige rol moesten gaan spelen.  Dit culmineerde in het soort situatie dat we terugvinden in het Tibetaans boeddhisme heden ten dage waar de leraar (lama / guru) gezien moet worden als een volledig ontwaakte Boeddha, terwijl van de leerlingen wordt verwacht dat zij zich en hun ‘zelfbestemming’ aan hem overgeven teneinde eventuele vorderingen op het pad te maken, die, zo wordt hen verteld, alleen mogelijk is door de ‘zegen’ van de lama.

7. Als men zich weloverwogen een vorm van boeddhisme probeert voor te stellen die het best geschikt zou zijn om seksuele de mogelijkheden voor een leraar te optimaliseren, zou men moeilijk het model kunnen verbeteren dat in Tibet is ontstaan. In combinatie met een feodale opvatting van absolute macht en een geloof in tantrische seksuele praktijken als middel om verlichting te bereiken, komt men tot een kant-en-klare rechtvaardiging voor mannelijke leraren om te profiteren van de vrouwelijke leerlingen.
Deze situatie is veel opzichten hetzelfde in het Japanse Zen, waar een feodaal model eveneens de overhand heeft, zij het zonder het gebruik van tantrische elementen.

8. Het is geen toeval dat de meeste gemelde gevallen van misbruik van leerlingen afkomstig zijn uit de Tibetaanse en Japanse Zen tradities; dat wil zeggen, daar waar de grootste nadruk op onderwerping en gehoorzaamheid wordt gelegd. Dit wil niet zeggen dat dergelijk misbruik afwezig is in de Theravada – het komt daar ook voor. Het wil ook niet zeggen dat er geen leraren in de Tibetaanse en Zen tradities zijn die zich ethisch integer gedragen – want dat zijn er zeer vele.  Terwijl misbruik altijd een onethische handeling is, verricht door een bepaald mens, die daarvoor verantwoordelijk en aansprakelijk moet worden gehouden, moeten we ook erkennen dat bepaalde leerstellige en institutionele contexten dit soort gedrag meer bevorderen dan andere.  Zolang systemische ongelijkheid van institutionele macht onaangetast blijft, zal geen gewetensonderzoek in welke omvang dan ook noch het formuleren van steeds meer gedetailleerde morele ‘richtlijnen’ slagen in het samenhangend aanpakken van het kern-thema van het misbruik van macht.

9. Volgens de vroegste teksten is de rol van de ariya (leraar) niet, de puthujjana (leerling) afhankelijk van hem te maken, maar om de leerling in staat te stellen ’te veredelen’ door de stroom te betreden (sotapatti) van het achtvoudige pad. Dus de rol van de leraar is om de leerling te helpen zo snel mogelijk op zijn eigen benen staan.
Want met het ‘betreden van de stroom’ wordt de persoon autonoom in zijn of haar beoefening en is niet langer afhankelijk van het gezag van een andere persoon (aparapaccaya) om door te gaan op het pad.  De suttas definiëren stroombetreden als het verkrijgen van ‘lucide vertrouwen in de Boeddha, de Dharma en de Sangha’ en het bereiken van het ‘koesteren van de deugden dierbaar voor de edelen.’  Wat verandert is iemands oprechte ethische betrokkenheid op de beoefening. Stroombetreden heeft niets te maken met het bereiken van een esoterische ‘verlichting’, die vervolgens een bevoegdheid geeft om macht uit te oefenen over anderen.

10. Ten tijde van de Boeddha was het stroombetreden dat waartoe mensen uit alle lagen van de bevolking, ongeacht geslacht, hetzij monastieke of leek, werden uitgenodigd te doen.
‘Sangha’ verwees niet alleen naar monniken, d.w.z. de machthebbers, maar naar iedereen die de stroom van het pad had betreden. Zelfs iemand als Sarakani de Sakiyan, een man veracht door zijn collega’s als de lokale dronkenlap. Door herstel van dit begrip van de stroombetreder, herstellen we een inclusief model van gemeenschap die bestaat uit autonome individuen die werken aan het ondersteunen en handhaven van elkaars beoefening.  Sommige van deze mensen kunnen ‘heiligen’ zijn, terwijl anderen mogelijk ‘zondaars’ zijn. Dat is niet het probleem.
In plaats van een reeks overeengekomen (geloofs)overtuigingen of een gedeelde toewijding aan een guru, is wat iedereen aan elkaar bindt, een bereidheid om de wijsheid elke sangha-lid hoog te houden, hem of haar tegelijk verantwoordelijk houdend voor zijn of haar tekortkomingen.

Tot zover de beschouwing van Batchelor.
Bron: http://sweepingzen.com/buddhism-and-sex-the-bigger-picture/ . Inclusief vele reacties!

Ik wil daar een paar kanttekeningen bij maken.
Zijn verklaring van seksueel wangedrag van de leraar komt wellicht wat al te exclusief uit de ontwikkeling van het boeddhisme zelf. Voor mij is niet alleen de gezagsverhouding maar de afhankelijkheidsrelatie tussen leraar en leerling de bron van de problemen, net zo als die fout kan gaan tussen therapeut en cliënt/patiënt. De leraar (of de therapeut) is zich er dan niet van bewust dat de schijnbare vrijwilligheid van de kant van de vrouw of het kind er niet echt is.  Ik voeg ‘het kind’ er aan toe, en bedoel ‘jongen(tje)’, want pedofilie door monniken moet m.i. ook ‘seksueel wangedrag’ genoemd worden, en komt waarschijnlijk niet alleen in de Theravada voor.

Verder noemt Batchelor de rol van het celibaat niet. In de Theravada, met een ‘vrouwonhandigheid’ tot vrouwvijandigheid die ik voor het gemak maar ‘Aziatische cultuur’ noem; (zie mijn samenvatting van de ‘Achttien fouten van een klooster ‘ in m’n blog ) kan dit laag waarderen van vrouwen en leken risico-verhogend werken.
Om het wat ongebruikelijk te formuleren: het aanbieden van seksuele diensten kan (ook door de monnik) gezien worden als een van de vormen van dana van de leek aan de monnik, net zo als het aanbieden van voedsel of een nieuwe pij. Voor de zekerheid zeg ik er maar bij: een heel kromme redenering.

En dan de vraag:
Wat kan een (mede)leerling doen als hij of zij merkt dat er (wellicht) iets loos is in het contact tussen zijn/haar leraar en een ander? Ik ben geen (ervarings)deskundige op dit gebied en wil niet maar wat theoretiseren. Daarom alleen de opmerking dat er nooit een makkelijke route is; en een aantal bronnen:

Het meest concreet en toegesneden op de Nederlandse situatie is:  www.simsara.nl/ethisch-drieluik/
Beslist niet alleen bruikbaar voor beoefenaren van de inzichtsmeditatie. En ook goed om te lezen voor iedereen, uit preventief oogpunt.

Ook praktisch op het niveau van de individu is mijn vertaling van een Duitse tekst over heilzame en onheilzame structuren

Twee boeken:  Sex and the Spiritual Teacher: Why it happens, When it’s a problem, and What we all can do door Scott Edelstein . O.a. via Amazon
en m Buddha Betrayed: When Spiritual Relationships Go Awry door Gerti Schoen. Ook via Amazon

Meer op beleidsniveau: hoe om te gaan met een ‘schandaal’ door de boeddhistische gemeenschap.  Een aankondiging van een Ronde-tafel-discussie deze zomer. Door de Buddhist Geeks.  Beslist niet overbodig in de Nederlandse situatie van de bevindingen kennis te nemen, want het gaat er hier meestal nogal onhandig aan toe, kunnen we bv in *Open Boeddhisme* lezen.

Letter from Roshi Joan regarding Eido Shimano
Moeten we Joan Halifax nog nader aanbevelen?

Een aankondiging die enig verband heeft met bovenstaande:
Een lezing door Rita Gross
Hoe het vasthouden aan sekserollen verlichting ondermijnt
Op maandag 1 juli vanaf 19.30 uur in  Rigpa , ingang De Kuiperstraat ter hoogte van nr. 148, in Amsterdam. De voertaal is Engels. Uit de toelichting:
“ Het boeddhistische onderricht van alle periodes en scholen van het boeddhisme is sekseneutraal en seksevrij, en proclameert dat vrouwen en mannen in gelijke mate in staat zijn realisatie te bereiken. Niettemin zit er een diepgewortelde tegenspraak in het hart van het boeddhisme tussen dit onderricht en de institutionele praktijken waar het om sekserollen gaat. In de geschiedenis hebben boeddhistische instituten vrouwen en mannen niet gelijk behandeld en dit probleem is door boeddhistische leraren niet krachtig genoeg bestreden. Deze algemene praktijk strekt zich zelfs uit tot het westerse boeddhisme. Maar waar het sekserollen betreft is het versterken van en het vasthouden aan conventionele normen en praktijken funest voor diepzinnige beoefening en realisatie. Het is duidelijk dat het vasthouden aan sekserollen verlichting ondermijnt. ”

Joop Romeijn overleed op 25 maart 2020.

Dit is een automatisch geplaatst bericht via ActivityPub.

#Boeddhisme #boeddhismeEnSeksualiteit #JoopRomeijn #seks #sekserollen #seksueelMisbruik #StephenBatchelor #verlichting
#Boeddhisme #boeddhismeEnSeksualiteit #JoopRomeijn #seks #sekserollen #seksueelMisbruik #StephenBatchelor #verlichting

Boeddhisme en seks: het meer totale plaatje - Boeddhistisch Dagblad

Seksueel verlangen is de meest krachtige biologische drift die we kennen van de mensheid.  Ongeacht welke geloften men heeft genomen om het te beheersen, kan lust zich ongevraagd onder alle omstandigheden voordoen en anderszins verantwoordelijke en goede mensen ertoe brengen zich aan handelingen over te geven die ze zonder aarzelen betreuren in anderen.

Boeddhistisch Dagblad

Stemmen boeddhisten wijzer?

Gedurende de laatste weken van het jaar 2024 her-publiceerden we tekst en beeld van auteurs. In de eerste weken van het jaar 2025 gaan we daar mee door. Hieronder een beschouwing van de inmiddels overleden Joop Romeijn over de verkiezingen die in september 2012 werden gehouden.

De verkiezingen op 12 september (in Nederland; ik weet het, er zijn ook Vlaamse lezers) gaan ook boeddhisten niet voorbij.

Vandaar de vraag: gaan we stemmen, en zo ja: welke partij?

Joop Romeijn

Om u meteen gerust te stellen: dit wordt geen stemadvies! Zowel omdat u geen advies  van mij nodig heeft als vanwege mijn onzekerheid over mijn keus.

Ga ik stemmen?

Ja, ondanks mijn twijfel of het iets uitmaakt. Of processen waar ik me zorgen over maak (bv het vermarkten van steeds meer onderwerpen, ook spirituele, de toenemende inkomensverschillen, het misbruik dat gemaakt wordt van de financiële crisis) wel gestopt kunnen worden door welke partij dan ook. Twijfel of de Tweede Kamer nog wel relevant is dus.

Maar alle beetjes helpen en niet-stemmen is ook een keuze (Het is wel een ouwe maar nog steeds een goeie: je kan wel zeggen, ‘ik bemoei me niet met de politiek’, maar de politiek bemoeit zich wel met jou).  Wel dus.

En dan: welke partij ?

Is er een partij waarvan de standpunten onze boeddhistische idealen het best benadert? Dat is volgens mij geen goede vraag:

Er zijn geen algemeen geldige boeddhistische politieke idealen. De verschillen tussen de tradities zijn groot, van wereld-verzakend, via gelijkmoedigheid t.a.v. wereldse zaken tot expliciet ìn de wereld staand boeddhisme. En dan: spirituele doelen zijn niet zomaar in politieke te vertalen. Ik kan het anders zeggen: we moeten niet van idealen uitgaan maar van pragmatische zaken

Een half jaar geleden was er initiatief voor het oprichten van een Partij van het Geluk, de initiatiefnemers waren een aantal zenbeoefenaren. De twijfel die ik daar bij had, was onder andere gebaseerd op het gebruik van de term ‘geluk’; het lijkt mij verstandig die term zo weinig mogelijk te gebruiken. Goed, er zijn dus geen expliciet-boeddhistische partijen, en dat is op zich niet erg.

De vraag is voor mij:

Moeten wij (ieder voor zich) kijken welke partij het meest onze boeddhistische idealen in het programma heeft; en dan heb ik het over zaken als niet-hechten, compassie, gelijkmoedigheid, tolerantie?

Er is een ondergrens, kiezen voor de PVV is bijna op voorhand uitgesloten, en de Partij voor de Dieren lijkt juist sympathiek.

Maar ik zou zeggen: kies niet alleen een partij op basis van hun en jouw idealen. Kies een partij een beetje met je hart maar vooral met je verstand; je gezonde verstand dan. Kies een partij die een aantal wereldse problemen het beste denkt aan te pakken. Economie, de zorg en Europa zijn dat volgens mij in eerste instantie.

En zaken als solidariteit dan, bijvoorbeeld armoede in Nederland en vooral op wereldschaal, ontwikkelingshulp dus?

Het milieuvraagstuk, dat weer ondergesneeuwd (rare beeldspraak in dit verband trouwens) dreigt te raken door de nadruk op de economie: biodiversiteit is toch ook voor ons van belang?

Onderwijs, misschien steunen sommige partijen wel het gebruik van ‘mindfulness’ in het onderwijs, maar is dat voldoende reden die te kiezen? Dan denk ik nog eerder aan programmapunten als religieuze tolerantie, tenminste als dat ook een beetje de vorm heeft van: de vaardigheid vergroten om religieuze discussies te voeren met ‘andersdenkenden’.

Soms kunnen thema’s gecombineerd worden: betaalbaar houden van de gezondheidszorg heeft veel te maken met indammen van de macht van de push-krachten, van de farmaceutische industrie bijvoorbeeld. Mij lijkt het heel boeddhistisch om zo weinig mogelijk geneesmiddelen te gebruiken, maar misschien is dat wel een privé-opvatting.

Partijen die ‘de vergrijzing’ op zich een groot probleem vinden, kunnen niet op voorhand op mijn sympathie rekenen, tenzij ze maatregelen voorstellen die de verhouding tussen de generaties verbeteren, ook voor boeddhisten een relevant thema.

De economische crisis, de door de financiële markten maar ook door de consumenten (wij dus) veroorzaakte crisis hoeft toch niet perse door groei verholpen te worden? Wie biedt oplossingen?

Biedt de stemwijzer nog houvast?

Ik heb gekeken naar de vragenlijst www.stemwijzer.nl, sinds een paar dagen in de lucht. Er is ook een app van, zag ik, die weten tablet-gebruikers vast wel te vinden.

Er kwam een partij voor mij uit die hoorde bij het rijtje waaruit ik overwoog te kiezen, ik blijf toch nog wel even overwegen, een partijpolitieke stem is immers niet alleen principieel maar ook strategisch (anders gezegd: laat ik de partij waar ik vroeger altijd op stemde, in de steek?).

Een verrassing was dat bij mij de partij ‘Mens en spirithoog scoorde; ik had me nog nooit in die partij (zie hier www.mensenspirit.nl/ ) verdiept.  Hun programma is de moeite van het lezen waard; jammer alleen dat opnieuw Bhutan als voorbeeld wordt genoemd in hun programmapunt over Bruto Nationaal Geluk.  Ze zijn meer New Age dan boeddhistisch (voor mij een groot verschil, voor anderen niet) en hebben in de peilingen al bijna een halve zetel.

Ook www.kieskompas.nl/  kan houvast bieden; mij eerlijk gezegd niet zo veel.

Een andere vraag: komen er in de “stemwijzer’ ook vragen voor die – hoe zwak ook – direct iets met het boeddhisme te maken hebben? Ik ben ze niet tegengekomen.

De site programmavergelijker is dan wellicht bruikbaarder: www.programmavergelijker.nl/programmavergelijker/pv/Tweede%20Kamer%202012/388

Ik ben nagegaan wat partijen zeggen van twee ook voor boeddhisten belangrijke punten:

– de onderdrukking van de Tibetaanse religie en cultuur door de Chinese regering

– de onzekere toekomst van de levensbeschouwelijke (de zgn. 2.42-) omroepen waaronder de BOS

Ik heb over deze onderwerpen niets gevonden, ook niet in de afzonderlijke verkiezingsprogramma’s die ik ten behoeve van deze blog ook heb gelezen (u ziet, ik offer mij op).

Wel zie ik na een korte google-zoektocht dat PVV en PvdD de 2.42-omroepen willen afschaffen.

Misschien ga ik de komende weken nog wel verder zoeken en wikken en wegen. Misschien ga ik toch maar op 12 september op m’n gevoel af, .

Dit is een automatisch geplaatst bericht via ActivityPub.

#Boeddhisme #JoopRomeijn #printbatch2 #stemadvies #stemmen #verkiezingen2012
#Boeddhisme #JoopRomeijn #printbatch2 #stemadvies #stemmen #verkiezingen2012

Stemmen boeddhisten wijzer? - Boeddhistisch Dagblad

Ga ik stemmen en wat? Joop Romeijn dook alvast het stemhokje in en maakte een beschouwing. In september 2012 waren er verkiezingen voor de Tweede Kamer. De in zijn artikel genoemde onderwerpen zijn nog steeds actueel.

Boeddhistisch Dagblad

‘De Boeddha zei.’ Ik vraag me steeds af: Is dat wel zo.

Met grote regelmaat kunnen we aan de Boeddha toegeschreven uitspraken lezen die een grote trefzekerheid lijken te hebben door hun (moderne) kortheid. Maar waarvan ons ook de onzekerheid bekruipt – of zou moeten bekruipen – of dit wel echt door ‘de Boeddha’ is gezegd. Twijfel die gevoed wordt door het ontbreken van een bronvermelding maar ook door het meestal aangename, comfortabele (feel-good) karakter van het citaat.

Nu weet ik wel dat ook van veel oude teksten betwijfeld kan worden of ze echt door de historische Boeddha; soms genoemd Siddharta Gautama en soms door anderen – een interessant verschil – Sakyamuni, zo uitgesproken zijn. Maar meestal wordt met ‘een echte uitspraak door de Boeddha’ bedoeld: voorkomend in een sutta, uit de Pali Canon dus; of in een boeddhistische sutra (er zijn ook hindoeïstische en jainistische sutra’s). Een overzicht (ongetwijfeld niet perfect) staat in dit [Buddhist_texts, red.] en dit [Buddhavacana, red.] Wikipedia-artikel. Daarin worden ook boeddhistische tantra’s als komend uit de mond van de Boeddha genoemd. Voor mij is dat te ver van mijn bed.
Maar in dit stuk is dat geen probleem want hier wil ik het hebben over in de 19e en 20e eeuw gefabriceerde nepcitaten.

Bijna al deze uitspraken zijn oorspronkelijk in de Engelse taal gedaan, een deel ervan is in het Nederlands vertaald, een deel niet. Ik vermeld dit feit om me vrij te pleiten voor het verwijt dat ik hier geen Nederlandstalige citaten opneem om mijn punt toe te lichten. Uit gemakzucht neem ik eenvoudige twee Engelstalige bronnen op, en citeer daarvan de openingsteksten:

Lost in Quotation, een recent gepubliceerd essay van de Theravada-monnik Thanissaro Bhikkhu :

Many people who don’t know much about old Buddhist texts often know one passage from the Pali Canon: the part of the Kalama Sutta (AN 3.65) stating that old texts can’t be trusted.
Quotes from this passage come in many shapes and sizes. Some of them are short sound bites, like the message that was rubber-stamped on the envelope of a letter I once received:
‘Follow your own sense of right and wrong.’
— The Buddha

There’s also the desktop wallpaper:
‘Believe nothing, no matter who said it, not even if I said it, if it doesn’t fit in with your own reason and common sense. ‘
— The Buddha

Even scholarly citations of the sutta give the same message. Here’s the entire quote from the sutta in a recent book:
‘When you know for yourselves that these things are wholesome… these things, when entered upon and undertaken, incline toward welfare and happiness — then, Kalamas, having come to them you should stay with them. ‘
— The Buddha

Taken together, these quotes justify our tendency to pick what we like from the old texts and throw the rest away. No need to understand the larger context of the dhamma they teach, the Buddha seems to be saying. You’re better off rolling your own… “ Bron hier .

Fake Buddhist Quotes, een al jaren verschijnend blog van de Triratna buddhist Bodhipaksa :

They’re everywhere you look: Twitter, Facebook, blogs, quotes sites — even in books by well-known Buddhists. Fake Buddha Quotes abound.
To those who are familiar with the Buddhist scriptures, these Hallmark-style quotes attributed to the Buddha ring false, but it seems many people are preferentially attracted to the fake variety.
It’s hard sometimes to pinpoint why they sound fake. Usually it’s the language, which may be too flowery and poetic. Sometimes it’s the subject matter, which sounds too contemporary. The thing is, that although the Buddhist scriptures are vast (way larger than the Bible) they’re often not very quotable, or at least they tend not to have the immediate appeal that some of the fake variety has.

One question that arises though is whether there’s such a thing as a Genuine Buddha Quote. And in a sense there’s not. The earliest scriptures we have were passed down for hundreds of years before being committed to writing. What was passed down was no doubt simplified, edited, and made easier to memorize through chanting by being made repetitious. Hence the mind-numbing boringness of much of the Pāli canon. Some of what was passed down as the Buddha’s words probably wasn’t even his words to start with. After a few generations, who would be able to tell if a particular saying was just a popular piece of folk-wisdom, or something the Buddha actually said… ” Bron hier [fakebuddhaquotes.com, red.] .

Leermoment
Als ik ergens zonder bronvermelding zie staan: “de Boeddha zei … ”, dan vraag ik me nu steeds af: “is dat wel zo ? “ (dit zou trouwens mijn grafschrift kunnen zijn). Als de twijfel groot is of de uitspraak mij raakt, dan probeer ik de bron te zoeken, meestal via Google. Waarom: om mijn inzicht te vergroten, met name of het aangename gevoel dat de uitspraak bij me oproept, niet op een illusie, op wensdenken, gebaseerd is.

Tenslotte
Tegen deze sceptische benadering zou ingebracht kunnen worden:
Wat doet het er toe, de Boeddha zou het gezegd kunnen hebben, het citaat is toch in de geest van het Boeddhisme?
Mijn reactie; dat weet ik nou net niet; hoe meer ik me in het Boeddhisme verdiep, des te minder weet ik wat de geest van het Boeddhisme is.

Labels: boeddhologie, boeken, Pali-Canon

 

Dit is een automatisch geplaatst bericht via ActivityPub.

#Boeddha #citaten #JoopRomeijn #printbatch2 #toegeschreven
#Boeddha #citaten #JoopRomeijn #printbatch2 #toegeschreven

'De Boeddha zei.' Ik vraag me steeds af: Is dat wel zo. - Boeddhistisch Dagblad

Joop Romeijn laat zijn licht schijnen over nepcitaten, dus wat de Boeddha niet zei.

Boeddhistisch Dagblad