Cornelis de Bruijn (13) Het einde

Prinsengracht, Amsterdam; Cornelis de Bruijn leefde in het tweede, derde of vierde huis van links

Dit is het laatste stukje over Cornelis de Bruijn. Het eerste was hier.

***

Reizen over Moskovie

Het lijkt erop dat Cornelis de Bruijn rusteloos was. In de volgende jaren woonde hij op diverse plaatsen in de Republiek. In 1709-1710 leefde hij in een huis aan de Hartenstraat in Amsterdam, waar hij onder meer zijn weldoener Nicolaes Witsen ontving en Gisbert Cuper, de man die hem het schilderij van Palmyra had laten kopiëren. Cuper en De Bruijn wisselden later brieven uit over het spijkerschrift uit Persepolis. Het is verder bekend dat de kunstenaar in 1711 woonde aan de Prinsengracht in Amsterdam; in 1712 woonde hij even buiten Haarlem.

Al deze tijd was De Bruijn bezig met zijn meesterwerk: Reizen over Moskovie, door Persie en Indie. Toen hij het in 1711 publiceerde, droeg hij het op aan een Duitse bibliofiel uit Frankfurt, Zacharias Conrad von Uffenbach (1683-1734). Dat is enigszins verrassend: Nicolaes Witsen had immers veel gedaan voor De Bruijn en stond erom bekend dat hij dit soort opdrachten op prijs stelde.

Cornelis de Bruijn, Reizen over Moskovie, door Persie en Indie; een zogenaamde tweede druk

Reizen over Moskovie, door Persie en Indie is een stuk ambitieuzer dan Reizen door de vermaardste Deelen van Klein Asia. Het nieuwe boek telde 482 pagina’s en 300 illustraties, waaronder diverse uitklapplaten. De tekeningen waren uitstekend: tot de eerste fotografen Persepolis in de twintigste eeuw bezochten, behoorden de De Bruijns tekening tot het beste dat er was. Ervan overtuigd dat dit boek een nog groter succes zou zijn dan zijn eersteling, liet De Bruijn meteen duizend exemplaren drukken.

Teleurstellingen

Reizen over Moskovie, door Persie en Indie had een succes kunnen zijn. De recensies in de Acta eruditorum en Journal des Savants waren opnieuw lovend, maar toch werden er in drie jaar tijd slechts 240 exemplaren verkocht. Eén reden was de dubbele oorlog. De Spaanse Successieoorlog was nog in volle gang en in de Grote Noordse Oorlog had de Republiek haar monopolie op goedkoop Pruisisch graan verloren. De Gouden Eeuw was voorbij. En de mensen wisten het. Er was weinig animo voor een duur boek.

Bovendien had De Bruijn concurrenten. In Persepolis hadden ook de Franse reizigers Jean de Thévenot (1633-1667) en Jean Chardin (1643-1713) onderzoek gedaan. De onzorgvuldige opmerkingen van Thévenot waren al in 1664 gepubliceerd (zonder illustraties), maar Chardins Voyages en Perse et autres lieux de l’Orient, dat de claims van Thévenot uitwerkte, verscheen tegelijk met De Bruijns Reizen over Moskovie, door Persie en Indie. Een jaar later, in 1712, publiceerde een Duitse natuurkundige genaamd Engelbert Kämpfer (1651-1716) weer een ander verslag van Persepolis, Amoenitates Exoticarum. De drie gelijktijdig verschenen boeken richtten zich tot hetzelfde publiek, en als gevolg daarvan verkocht geen van hen echt goed. De Bruijn geloofde niet dat een Franse vertaling mogelijk was. De enige winst was dat er nu wel belangstelling was voor Perzië. Montesquieus Lettres Persanes zouden ondenkbaar zijn geweest zonder de reisverslagen.

In 1713 legde Gisbert Cuper aan De Bruijn de vraag voor waarom er verschillen waren tussen zijn tekeningen van Persepolis en die van Chardin en Kämpfer. Voor De Bruijn was dit een gelegenheid om een ​​derde boek te publiceren, een klein boek dit keer, Aenmerkingen Over de Printverbeeldingen van de Overblijfzelen van het Oude Persepolis (1714). De Bruijn liet op overtuigende wijze zien hoe de andere auteurs, die geen professionele tekenaars waren en Persepolis slechts kort hadden bezocht, fouten hadden gemaakt.

Faillissement

Vanaf dit moment is het leven van Cornelis de Bruijn moeilijk te reconstrueren, maar het lijkt erop dat hij na de teleurstellende verkoop van zijn tweede boek in financiële moeilijkheden verkeerde. Toen Nicolaes Witsen in 1717 stierf, bezat hij verschillende tekeningen van De Bruijn, wat suggereert dat deze een manier had gevonden om wat geld aan de kunstenaar toe te schuiven zonder dat het leek op een aalmoes.

Het is bekend dat De Bruijn in 1714 alle onverkochte exemplaren naliet aan een boekhandelaar genaamd Hendrik Wetstein, die 468 exemplaren van de Franse vertaling van de Reizen door de vermaardste Deelen van Klein Asia kon verkopen. Hij liet 760 exemplaren van de Reizen over Moskovie, door Persie en Indie opnieuw binden en prees die aan als tweede druk nadat de eerste druk zou zijn uitverkocht. Er was inmiddels ook een “echte” tweede druk van mindere kwaliteit, die snel uitverkocht raakte. In 1718 volgde toch een Franse vertaling van de Reizen over Moskovie, door Persie en Indie.

In 1719-1720 lijkt De Bruijn weer in Den Haag te hebben gewoond, want hij wordt vermeld in de archieven van de Accademie van de Teyken-Const. Een volgende vermelding vinden we in een biografieënverzameling van de hand van Jacob Campo Weyerman (1677-1747), een van de woordvoerders van de Nederlandse Verlichting. Die weet dat de beroemde Cornelis de Bruijn in een klein huisje woonde in Vianen en gedwongen was de draad van zijn leven verder uit te spinnen met minder comfort dan zijn leeftijd vereiste.

Dit is wat cryptisch. Hoewel de heerlijkheid Vianen middenin de Republiek lag, behoorde het tot het Duitse graafschap Lippe. Het viel dus buiten de jurisdictie van de Staten-Generaal en was daarom een ​​berucht toevluchtsoord voor criminelen en schuldenaren. De Bruijn was failliet.

Zijdebalen in 2024

Het einde

De laatste reis van de 73-jarige ging van Vianen naar het buitenhuis van zijn vriend David van Mollem. Het heette Zijdebalen en lag even ten noorden van Utrecht. Hier bracht De Bruijn zijn dagen door tot hij stierf in 1726 of 1727. Weyerman zegt dat Van Mollem de vermoeide en totaal uitgeputte reiziger gaf wat hij nodig had, maar dat naastenliefde onvoldoende is om een ​​man werkelijk rust te geven. Een andere biograaf, Jan van Gool, vertelt dat De Bruijn zich aan het eind van zijn leven zo vreemd en eigenzinnig gedroeg dat zijn gezelschap onaangenaam werd.

Desondanks ben ik van mening dat er een straat in Den Haag, een brug in Amsterdam of een plantsoen in Utrecht zou moeten worden vernoemd naar Cornelis de Bruijn. Liefst alle drie.

#AccademieVanDeTeykenConst #ActaEruditorum #CharlesDeMontesquieu #CornelisDeBruijn #DavidVanMollem #EngelbertKämpfer #GisbertCuper #GroteNoordseOorlog #Haarlem #HendrikWetstein #JacobCampoWeyerman #JeanChardin #JeanDeThévenot #JournalDesSavants #NicolaesWitsen #Persepolis #ReizenDoorDeVermaardsteDeelenVanKleinAsia #ReizenOverMoskovieDoorPersieEnIndie #RepubliekDerZevenVerenigdeNederlanden #Saratov #SpaanseSuccessieoorlog #spijkerschrift #Utrecht #Verlichting #Vianen #ZachariasConradVonUffenbach #Zijdebalen

Cornelis de Bruijn (1) Jeugd - Mainzer Beobachter

Cornelis de Bruijn (1652-1727) was een Hollandse ontdekkingsreiziger, die onder meer Egypte, Rusland en Perzië bereisde - en tekende.

Mainzer Beobachter

Cornelis de Bruijn (12) Oorlog

Het Oost-Indisch Huis, waar Cornelis de Bruijn zijn bagage kon ophalen

Dit is het voorlaatste van dertien stukjes over Cornelis de Bruijn. Het eerste blogje was hier.

***

Gefnuikte terugkeer

Omdat in de achttiende eeuw de lengte op zee nauwelijks te meten viel, was navigatie moeilijk. Toen de matrozen van De Bruijns schip in september 1706 land in zicht kregen, bleek het Zuid-Arabië te zijn. Ze waren te ver gevaren. Op 12 oktober bereikten ze echter Gamron. De Bruijn bezocht Shiraz opnieuw, zag het graf van Cyrus de Grote in Pasargadai (zonder te beseffen wat het was) en keerde terug naar Isfahan, waar hij Kerstmis en Nieuwjaar vierde. Op 1 maart 1707 trok hij verder naar het noorden.

Cornelis de Bruijn, Hormuz

In de vroege zomer stak hij de Kaspische Zee over naar Astrachan, en vervolgens reisde hij stroomopwaarts langs de Wolga naar Saratov, waar hij schipbreuk leed. Over land vervolgde hij zijn weg naar Vladimir en Moskou. Hij ging op audiëntie bij tsaar Peter en bleef nog wat langer in de Russische hoofdstad. De winter verhinderde namelijk dat hij zijn reis voortzette. Pas op 10 februari 1708 verliet hij Moskou en nam de landroute naar Smolensk.

Dit bleek een gevaarlijke vergissing. De Grote Noordse Oorlog was nog steeds gaande en Cornelis de Bruijn reisde regelrecht naar het front. De Zweedse koning Karel XII had de Deense en de Poolse legers al verslagen en viel juist nu Rusland binnen. Het terugtrekkende Russische leger, gebruikmakend van de tactiek van de verschroeide aarde, vernietigde alles wat vernietigd kon worden. De Bruijn en vier Engelse reisgezellen zagen een volkomen verlaten land en waren voortdurend bang, nu eens voor Russische cavalerie op plundermissies, dan weer voor Zweedse cavalerie die de plundering moest voorkomen.

Terugkeer

Uiteindelijk bereikten de reizigers Smolensk en Minsk, maar voordat ze Vilnius konden bereiken, vielen ze in handen van een groep Russische ruiters. Die beschouwden de westerlingen als spionnen en het zag er even slecht voor de reizigers uit, maar een Engelse officier in Russische dienst redde hun levens. De Bruijns oude bekende Alexander Menshikov stelde de reizigers daarop voor om terug te keren naar Moskou, en zo geschiedde.

Daarvandaan reisde De Bruijn weer naar het noorden. In de zomer was hij terug in Archangelsk, waar hij aan bood ging van de Hoogepriester Aäron. Zo voer hij via de Noordkaap, langs de Noorse kust en over de Noordzee terug naar Holland.

Van 9 tot 23 oktober 1706 verbleef hij in Amsterdam, waar hij de bagage kon ophalen die hij vanuit Batavia had verzonden. Ruim een ​​jaar had die opgeslagen gelegen in het Oost-Indisch Huis. Opnieuw een gunst van Nicolaes Witsen. Op de vierentwintigste reisde De Bruijn door naar Den Haag, waar zijn vrienden hem verwelkomden.

Wordt vervolgd.

#AlexanderMenshikov #Archangelsk #Astrachan #CornelisDeBruijn #CyrusDeGrote #DenHaag #Gamron #GroteNoordseOorlog #Isfahan #KarelXII #KaspischeZee #Litouwen #Minsk #Moskou #Pasargadai #Rusland #SafavidischPerzië #Saratov #Shiraz #Smolensk #Vilnius #Vladimir #WitRusland #Wolga

Cornelis de Bruijn (1) Jeugd - Mainzer Beobachter

Cornelis de Bruijn (1652-1727) was een Hollandse ontdekkingsreiziger, die onder meer Egypte, Rusland en Perzië bereisde - en tekende.

Mainzer Beobachter

Cornelis de Bruijn (8) Rusland

Peter de Grote, gastheer van Cornelis de Bruijn

Dit is het achtste van dertien stukjes over Cornelis de Bruijn. Het eerste was hier.

***

Oorlog

Cornelis de Bruijn keerde naar Amsterdam terug in 1708 en publiceerde drie jaar later Reizen over Moskovie, door Persie en Indie. Dit ambitieuze boek vormt onze belangrijkste bron voor De Bruijns tweede reis. Het deel over Rusland is in 1996 als apart boek opnieuw uitgegeven. Ik heb mijn exemplaar niet langer omdat ik het heb afgestaan voor een digitaliseringsproject. Het is daarbij kapot gesneden, maar nu kunnen duizenden mensen het lezen.

Sinds de planning van De Bruijns tweede reis was begonnen, was de politieke situatie drastisch veranderd. In de voorgaande eeuw had Zweden zijn macht gestaag uitgebreid, maar in 1700 hadden Denemarken, Litouwen, Saksen en Polen besloten de Zweedse bezittingen ten zuiden en oosten van de Oostzee aan te vallen. Wellicht konden ze heroveren wat ze ooit hadden verloren. Dit was het begin van de Grote Noordse Oorlog. Tsaar Peter de Grote sloot zich bij de agressors aan, omdat hij een zeehaven wilde hebben om Rusland een “venster op Europa” te geven.

Normaliter zou de Republiek schepen naar de Oostzee hebben gestuurd om het machtsevenwicht te bewaren, de Ommelandvaart te beschermen en de graanprijzen laag te houden. Michiel de Ruyter had dat weleens gedaan. Maar nu was dit niet langer mogelijk. In 1701 was de Spaanse Successieoorlog begonnen toen Lodewijk XIV van Frankrijk zijn kleinzoon koning van Spanje maakte. Dit was een nog ernstiger bedreiging van het machtsevenwicht en had voorrang. Koning-stadhouder Willem III wist inderdaad een anti-Franse coalitie te scheppen die Frankrijk in bedwang hield, maar de Republiek kon nu niet ook interveniëren in de Oostzee. Dat betekende het einde van het goedkope graan dat essentieel was voor Hollands welvaart. Toen De Bruijn terugkeerde, hadden slechts een paar mensen geld om zijn nieuwe boek te kopen.

Archangelsk

Maar dit was nog ver weg. Voor het moment betekende het begin van de dubbele oorlog dat De Bruijn niet via Berlijn en Warschau naar Moskou kon Reizen. Hij moest via de Noordkaap naar Archangelsk om Rusland te bereiken. Daar bleek de landing behoorlijk lastig. Uit voorzorg tegen een Zweedse aanval hadden de Russen alle boeien verwijderd, zodat de schepen van het konvooi van De Bruijn niet naar de haven konden varen. Een sloep met de vier scheepscommandanten (en Cornelis de Bruijn) probeerde Archangelsk te bereiken, maar had ook al moeite. “Hoewel we toch vier kapiteins aan boord hadden,” schrijft De Bruijn met gevoel voor understatement.

Cornelis de Bruijn, Een Samojeed

Uiteindelijk bereikten ze echter Archangelsk, waar De Bruijn kon logeren in het huis van een Hollandse vriend van Nicolaes Witsen. De Bruijn besteedde veel tijd aan antropologisch onderzoek. Zijn beschrijving van de cultuur van de Samojeden, een volk dat leek op de Lappen maar leefde ten oosten van Archangelsk, zou een klassieker worden en bevat prachtige tekeningen.

Moskou

Na enige tijd vervolgde De Bruijn zijn reis. Hij sloot zich aan bij een konvooi naar het zuiden. Na bezoeken aan Vologda en Jaroslavl bereikte hij in januari 1702 Moskou. Opnieuw waren de aanbevelingen van Nicolaes Witsen nuttig: de reizende schilder kon logeren bij zijn landgenoot Nicolaas van der Hulst, die vlakbij de Russische hoofdstad woonde in Nemetskaja Sloboda, de Europese wijk.

Van der Hulst stelde Cornelis de Bruijn voor aan de tsaar, die meteen geïnteresseerd was en de kunstenaar toestemming gaf om te zien wat hij maar wilde. Witsens idee dat Peter een kunstenaar nodig had om te tonen dat zijn land moderniseerde, bleek correct. Nog nooit had De Bruijn reizen zo gemakkelijk gevonden. Hij kon gebruik maken van paleizen, vierde Pasen bij de tsaar, ontmoette Peters vriend Alexander Menshikov (1673-1729), sliep in keizerlijke datcha’s en mocht de militaire werven bezoeken van Voronezj aan de Don.

Dat laatste diende de Russische propaganda: westerse politici wisten inmiddels dat de tsaar een serieuze bondgenoot kon zijn in een oorlog tegen de Ottomaanse Turken. Peter gebruikte De Bruijn feitelijk om de westerse mogendheden uit te nodigen een alliantie te sluiten die hem toegang zou geven tot de Zwarte Zee. De schilder was ook op een andere manier nuttig: hij maakte schilderijen van de drie nichtjes van de tsaar, die naar de Europese dynastieën werden gestuurd. Vrijers van den bloede waren in Moskou welkom, was de boodschap, en politici lazen tussen de regels door dat een militair bondgenootschap ook bespreekbaar was.

De Wolga

In april 1703 verliet De Bruijn Moskou. Samen met Jacob Davidov, een Armeense koopman die in Amsterdam had gewoond en zijn landgenoten in Perzië wilde bezoeken, voer de kunstenaar de rivier de Oka af naar het oosten. Op 1 mei arriveerde hij in Kasimov. Als de communicatie sneller was geweest, had hij misschien kunnen vernemen dat tsaar Peter die dag het doel had bereikt waarvoor hij deelnam aan de Grote Noordse Oorlog: hij veroverde het Zweedse fort aan de monding van de rivier de Neva en kreeg daarmee toegang tot de Oostzee. Een paar dagen later, toen De Bruijn al voer over de Wolga, doopte de tsaar de veroverde stad om tot Sint-Petersburg.

Cornelis de Bruijn vernam dit allemaal in de vroege zomer, toen hij de delta van de Wolga in Astrachan had bereikt. Hier schilderde hij een portret van de zoon van de gouverneur, en na enkele weken ging hij aan boord van een schip dat langs de westelijke oever van de Kaspische Zee voer tot het Derbent bereikte (21 juli), de toegangspoort tot Perzië.

Wordt vervolgd.

#AlexanderMenshikov #Archangelsk #CornelisDeBruijn #Denemarken #Derbent #Don #GroteNoordseOorlog #JacobDavidov #Jaroslavl #KaspischeZee #Lappen #Litouwen #LodewijkXIV #machtsevenwicht #MichielDeRuyter #Moskou #NicolaesWitsen #Oka #Ommelandvaart #Polen #ReizenOverMoskovieDoorPersieEnIndie #Rusland #SaksenHertogdom_ #Samojeden #SintPetersburg #SpaanseSuccessieoorlog #StadhouderKoningWillemIII #Voronezj #Wolga