De martelaren van Córdoba
Campo Santo de los Mártires, Córdoba[Laatste van vier blogjes over het Emiraat/Kalifaat van Córdoba. Het eerste was hier.]
Ik heb al eerder aangegeven dat het beeld van het Arabische Andalusië als model van religieuze tolerantie, onvolledig is. Dhimmi’s werden getolereerd maar waren geen volwaardige ingezetenen die in aanmerking kwamen voor hoge ambten. De mozaraben, zoals de Iberische christenen heten, moesten de jizya opbrengen en hadden te maken met discriminerende bepalingen, zoals een verbod op het bouwen van kerktorens.
Er waren wel wat geitenpaadjes. Officieel mocht een christelijke man niet trouwen met een moslima, maar hier viel met een betaling een mouw aan te passen. Het leven kon erger. Desondanks is significant dat we zelden horen van mensen die zich kwamen vestigen in El-Andalus, en wel over mensen die vertrokken. En er zijn twee gebeurtenissen die bewijzen dat de mozaraben zich in de negende eeuw bedreigd voelden.
De martelaren van Córdoba
Het eerste voorval kennen we uit de tekst die bekendstaat als Memoriale Sanctorum (“gedenkschrift van de heiligen”), geschreven door Eulogius, een priester uit Córdoba. Daarnaast is er het heiligenleven van deze Eulogius, die de biechtvader was van de meeste martelaren.
Het schijnt dat de verdwijning van de christelijke cultuur voor Eulogius en zijn biechtelingen aanleiding was tot diepe bezorgdheid, en het staat min of meer vast dat deze groep actief het martelaarschap opzocht. De eerste was een zekere Izaak, die in de zomer van 851 aangaf zich te willen bekeren tot de islam en aan de qadi, religieuze rechter, vroeg hem uit te leggen wat de islam inhield. Halverwege onderbrak hij zijn docent met de mededeling dat Mohammed een antichrist was. De qadi dacht wat elk weldenkend mens zou denken, namelijk dat zijn gast dronken was. Izaak werd dus ter ontnuchtering in een cel vastgezet, maar herhaalde de volgende dag zijn bewering. Uiteindelijk werd hij op last van emir Abd al-Rahman II onthoofd. In de loop van de zomer volgden nog twaalf anderen, waaronder biechtelingen en collega’s van Eulogius.
Mozarabische grafsteen (Archeologisch museum, Córdoba)In het voorjaar van 852 vond een kerkelijke synode plaats, waarin de mozarabische bisschoppen het zelfgezochte martelaarschap veroordeelden als zelfmoord en doodzonde. De geestelijken lieten Eulogius gevangen zetten, maar dat nam het probleem niet weg. In de zomer werden nog eens dertien mensen terechtgesteld, en uit de volgende vier zomers zijn nog zeventien executies bekend. De laatste martelaar was Eulogius, die in 859 werd onthoofd. Ook in Huesca zijn nog mensen geëxecuteerd.
Het Campo Santo de los Mártires was de laatste rustplaats van de martelaren van Córdoba. Een christenvervolging was dit niet: eerder lijkt het te gaan om een groep mensen die collectief verblind was geraakt. Het voorval bewijst echter wel dat er mozarabische christenen waren die de beperkende maatregelen die hun waren opgelegd, beschouwden als een bedreiging van wie ze ten diepste waren. En er waren meer mensen die er zo over dachten.
Umar ibn Hafsun
Dat blijkt uit de steun voor Umar ibn Hafsun, een bandietenleider die zijn basis had in het oude Romeinse bergfort Bobastro. Door te appelleren aan de ressentimenten van de mozaraben wist hij ze voor zich te winnen en verschillende kastelen en versterkte boerderijen te veroveren. Vanaf 885 beheerste hij de belangrijke weg van Córdoba naar Málaga en later, in 899, bekeerde hij zich tot het christendom. In Bobastro zijn nog de ruïnes van een door hem in de rotsen uitgehouwen kerk te zien. Als Umars geloofsovergang diende om steun te krijgen van koning Alfonso III van Asturië, mislukte het plan, maar het leverde hem wel de steun op van nog meer mozaraben.
De rotskerk van BobastroEr is veel gemaakt van deze gebeurtenis omdat ze zou betekenen dat de mozaraben zich altijd tegen hun islamitische overheersers zouden hebben verzet. In deze visie werd benadrukt dat Spanje al sinds de Romeinse tijd een rooms-katholiek land was dat de Visigotische immigranten had geassimileerd, en vervolgens nooit werkelijk zou zijn geïslamiseerd. Spanje was, zo bezien, eigenlijk al vanaf 711 een land vol kruisvaarders die zich verzetten tegen de islam.
Hierbij wordt echter, zo lijkt het, teveel betekenis gegeven aan wat voor de meeste betrokkenen een belastingoproer was. Ook het feit dat Umar, als het hem uitkwam, zij aan zij met emir Abd al-Rahman III streed tegen de noordelijke christenen, wordt wat makkelijk weggemoffeld. Umar ibn Hafsun was een opportunistische bandietenkoning, niet méér, en de gebeurtenissen vormen zeker niet de algehele “mozarabische opstand” die ervan is gemaakt. Wat de gebeurtenissen echter wél veronderstellen is de door de christenen ervaren repressie.
Kortom
Meer incidenten zijn er niet – of beter: ik ken ze niet. De mozaraben waren, net als de joden, een gedoogde groep, die zichzelf onderdrukt voelde. Dat was niet ten onrechte, maar wie bereid was extra belasting te betalen en zich wat in te schikken, had in Córdoba een voor die tijd redelijk grote religieuze vrijheid. Maar het schuurde. Niet elke ingezetene van het Emiraat van Córdoba meende dat hij leefde in een religieus tolerante samenleving.
#AbdAlRahmanIIIVanCórdoba #AlfonsoIIIVanAsturië #Andalusië #Bobastro #Córdoba #dhimmi #ElAndalus #emiraatVanCórdoba #Eulogius #jizya #KalifaatVanCórdoba #martelaarschap #martelarenVanCórdoba #mozaraben #Spanje #UmarIbnHafsun